Alles over sport logo

Sport en SDG’s: gezondheid en onderwijs

Veel gemeenten dragen op hun eigen manier bij aan de Sustainable Development Goals (SDG’s), zoals minder armoede en meer gezondheid. Met het inzetten van sport en bewegen, kun je als gemeente direct en indirect bijdragen aan deze doelen, ook op lokaal niveau. Dit artikel is deel 3 van een vierluik: sport en bewegen en een goede gezondheid en onderwijs voor iedereen.

Over deze serie

De Sustainable Development Goals (SDG’s) zijn 17 duurzame ontwikkelingsdoelen[1]. Ze zijn door de Verenigde Naties (VN) vastgesteld als de nieuwe mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030. Sport en bewegen kunnen bijdragen aan deze doelen op het gebied van armoede, onderwijs, gelijkheid en klimaatverandering.

Wordt sport als middel op waarde geschat en goed toegepast? Dit vierluik laat zien hoe je als gemeente met lokaal sportbeleid aansluiting kunt vinden bij de ontwikkelingsdoelen.

  1. Met sport en bewegen bijdragen aan de Sustainable Development Goals
  2. Sport en SDG’s: bestrijding van armoede en ongelijkheid
  3. Sport en SDG’s: gezondheid en onderwijs
  4. Sport en SDG’s: duurzaamheid en de economie

Sport en bewegen kunnen bijdragen aan een goede gezondheid en welzijn voor iedereen en aan levensvaardigheden via toegankelijk onderwijs. In dit artikel leggen we uit hoe je als gemeente via sport en bewegen aan het behalen van de SDG’s kunt bijdragen.

Goede gezondheid voor iedereen (SDG 3)

SDG 3 heeft als doel om een goede gezondheid voor iedereen te verzekeren en welzijn voor alle leeftijdsgroepen te promoten. Sport en bewegen dragen bij aan het subdoel om tegen 2030 de vroegtijdige sterfte door niet-overdraagbare ziekten (zoals diabetes, kanker en hart- en vaatziekten) met een derde te verminderen via preventie en behandeling, en mentale gezondheid en welzijn bevorderen[2]. De doelstellingen van SDG 3 worden onder andere gemeten met de indicatoren ‘beweegt voldoende’, ‘overgewicht’ en ‘gemeentelijke uitgaven sport, cultuur en recreatie’.

Het inzetten van sport en bewegen zijn – vanwege de grote gezondheidseffecten en het relatief goedkope karakter – effectieve beleidsstrategieën voor gemeenten, voor preventie en behandeling van chronische ziekten. Voldoende lichaamsbeweging kan de ziektelast van een chronische aandoeningen verlagen en de progressie van de ziekte verlagen. Dit kan leiden tot minder medicijngebruik. Lichaamsbeweging heeft een positieve invloed op zowel mentale gezondheid en fysieke gezondheid. Deze positieve effecten zijn weergeven in het Human Capital Model

De gezondheidsnota 2020-2024 legt veel prioriteit bij een gezonde leefstijl. Sport en bewegen hebben hierin een belangrijk aandeel. Om zowel mentaal als fysiek gezond te blijven, hebben we allemaal voldoende beweging nodig. Hiervoor heeft de Gezondheidsraad de  beweegrichtlijnen opgesteld. In 2020 voldeed 53% van de Nederlanders aan deze richtlijnen[4], wat betekent dat bijna de helft van de Nederlanders niet voldoende beweegt. De wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft in 2018 als doel gesteld om fysieke inactiviteit wereldwijd met 15% te verminderen in 2030. Waarbij ze aansluiten op SDG 3[5]. In Nederland is het doel gesteld in het Nationaal Preventieakkoord dat in 2040 75% van de Nederlandse bevolking aan de beweegrichtlijnen voldoet[6]

Beweegrichtlijnen

​​De beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad geven aan hoeveel iemand moet bewegen voor een goede gezondheid.  Bewegen heeft altijd positieve effecten op de gezondheid, ook als je minder beweegt dan de beweegrichtlijnen aangeven. Het onderstaande figuur laat zelfs zien dat de allereerste stap van ‘helemaal niet bewegen’ naar ‘een beetje meer bewegen’, zorgt voor de grootste gezondheidswinst[7].

Lees dit artikel voor meer uitleg. 

De positieve effecten van bewegen op je gezondheid werken volgens een continuüm, een stijgende lijn. Meer beweging is dus beter. Of dit nu vaker, langer, of intensiever is.

Matig intensieve lichamelijke activiteit zorgt voor een verhoogde hartslag en een versnelde ademhaling. Dit zijn de adviezen voor jeugd, volwassenen en ouderen:

Beweegrichtlijnen.
Bron: Beweegrichtlijnen 2017 (Gezondheidsraad)

En: voorkom veel stilzitten. Zie ook dit artikel voor meer informatie. 

Investeren in sport en bewegen loont

De effecten op de gezondheid kun je vertalen in maatschappelijke opbrengsten, zoals besparing van zorgkosten, toename van levenskwaliteit en levensverwachting. In dit onderzoek van Ecorys worden deze maatschappelijke opbrengsten voor drie verschillende leeftijdsgroepen in euro’s uitgedrukt. Wat blijkt? In totaal loopt de berekende maatschappelijke waarde van sporten en bewegen op tot tussen € 35.000 en € 75.000 voor jongeren tot 25 jaar en voor mensen tussen 25 en 55 jaar, en tussen € 12.500 en € 25.000 voor 55-plussers over de rest van hun leven. De maatschappelijke opbrengsten die in 2017 zijn berekend, zijn in 2019 afgezet tegen de kosten. https://www.allesoversport.nl/thema/beleid/148764-investeren-in-sport-en-bewegen-heeft-maatschappelijke-meerwaarde/

Via het SROI Dashboard kunnen gemeenten zien wat de maatschappelijke opbrengsten zijn van de investeringen in sport en bewegen.

Samenwerken met de zorg en welzijn 

Voor het behalen van SDG 3 is het belangrijk om een verbinding te maken tussen de sport- en beweegsector. Uit een onderzoek van Motivaction blijkt dat van de mensen die vinden dat ze te weinig bewegen 80% wel meer wil bewegen. Een deel geeft aan dat advies vanuit zorgprofessionals hierbij zal helpen. Ook inzichten in het beweegaanbod in de buurt kan de bewoners helpen[9]. Het is goed dat zorgverleners een patiënt die beweging of sport kan gebruiken om gezonder te worden, doorverwijzen naar sportaanbod of buurtsportcoach. Lees ook: Tipkaart: zo werk je vanuit de gemeente samen op het gebied van zorg, sport en bewegen

Een voorbeeld van een interventie die de combinatie met zorg en sport en bewegen maakt, is de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Deze interventie wordt vergoed vanuit de basisverzekering en is gericht op mensen met een overgewicht. De GLI heeft als doel om de leefstijl te veranderen met meer bewegen, gezonder eten en andere gezonde leefstijlpatronen. 

Ook kan voldoende sport en bewegen bijdragen aan Positieve Gezondheid – een bredere kijk op de gezondheid[10]. Zo gaat het niet alleen om lichamelijke gezondheid, maar ook om voldoende zingeving, meedoen in de maatschappij, kwaliteit van leven, dagelijks goed functioneren en mentaal welzijn[10]. Door Positieve Gezondheid centraal te stellen in de gemeente en op zoek te gaan naar verschillende samenwerkingen tussen zorg en welzijn en sport- en beweegpartijen werk je aan de brede gezondheid van de inwoners. Lees ook welke stappen je hiervoor kunt nemen.

Stichting Life Goals, die zich via sportinitiatieven inzetten voor kwetsbaren in de samenleving, ziet dat preventie via sport en bewegen bij kwetsbare doelgroepen meerwaarde heeft. Zij roepen daarom op om sport- en bewegen als preventie voor kwetsbaren een structureel onderdeel te laten zijn in het sociaal- en gezondheidsbeleid. Lees hoe je dat toepast voor jouw gemeente. Ook kan dit weer bijdragen aan SDG 10: ongelijkheid verminderen. Omdat deze kwetsbare groepen door sportinitiatieven weer betrokken worden bij de maatschappij.

Vaardigheden via sport en bewegen op het onderwijs (SDG 4)

SDG 4 heeft als doel om gelijke toegang tot kwaliteitsonderwijs te verzekeren en levenslang leren voor iedereen te bevorderen. Subdoelen die hieronder vallen zijn het verhogen van het aantal jongeren en volwassenen met relevante vaardigheden en zorgen dat alle leerlingen kennis en vaardigheden ontwikkelen om duurzame ontwikkeling te bevorderen[11].

Er zijn aanwijzingen dat sport en bewegen een positieve invloed hebben op gezondheid en leerprestaties van kinderen. Zo kunnen sport en bewegen zorgen voor een betere hersenstructuur bij kinderen en een beter concentratievermogen. Ook bieden op sport gebaseerde programma’s educatieve mogelijkheden om ook andere levensvaardigheden op te doen[12-15]. Met de vaardigheden verworven via educatieve sport- en beweegprogramma’s kan worden bijgedragen aan SDG 4. Lees meer over de voordelen van sporten en bewegen in het basisonderwijs.

Ook sportinterventies zijn in te zetten om schooluitval tegen te gaan bij jongeren[16,17]. Hierbij is een integrale aanpak die inzet op het voorkomen van schooluitval onder de risicogroep aan te raden. De aanpak moet zowel op het sociale netwerk van de jongeren als de schoolomgeving gericht zijn. Door coaching, de ondersteunende omgeving erbij te betrekken en verbeterde aansluiting bij school door (huiswerk)begeleiding kan deze gezamenlijke aanpak leiden tot minder schooluitval[18]. En dit sluit aan bij SDG 4.1: ‘zorgen dat alle jongens en meisjes hun lage en middelbare school kunnen afwerken, wat moet kunnen leiden tot relevante en doeltreffende leerresultaten’[11].

Figuur 1: Verandermodel schooluitval [18] Bron: Schoemaker & Naberink

Het is dus de moeite waard om als gemeente de handen ineen te slaan met lokale scholen, om samen in te zetten op een actieve en vitale jeugd.

Voorbeelden van taken van de gemeenten om de SDG 4 via sport te bevorderen zijn volgens de VNG[8]

  • Deelname van alle kinderen aan sport, schoolreis en andere activiteiten mogelijk maken[8].

Ook is bewegingsonderwijs voor iedereen mogelijk maken belangrijk. Daarbij lopen scholen tegen een aantal belemmeringen aan. In februari  2020 is een wet aangenomen die minimaal twee uur bewegingsonderwijs per week in het basisonderwijs voorschrijft[19]. Ook kan het stimuleren van actief transport naar school, voldoende beweging in de schooldag brengen en de verbinding maken tussen de buurt, het onderwijs en de sport zorgen bijdragen aan een actieve, betrokken en gezonde jeugd met voldoende vaardigheden.

De buurtsportcoach, combinatiefunctionarissen en vakleerkracht bewegingsonderwijs hebben hierbij een belangrijke rol[20]. Concepten zoals 2+1+1 uur bewegen op de basisschool, de gezonde school en een rijke schooldag met beweegmomenten tussendoor zijn voorbeelden om meer beweging in de dag te krijgen bij leerlingen. Het is ook belangrijk om te richten op het ontwikkelen van motorische vaardigheden en het voorkomen van negatieve effecten van sport en bewegen.

Meer lezen

Bronnen

  1. United Nations. Sustainable Development Goals. [Internet]. Geraadpleegd van: https://sdgs.un.org/goals. [Op 16 maart 2022]. 
  2. SDG Nederland. SDG 3 goede gezondheid en welzijn. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.sdgnederland.nl/SDG/3-goede-gezondheid-en-welzijn/  [Op 16 maart 2022]. 
  3. Klein, K. Hoeveel moet je bewegen volgens de beweegrichtlijnen? Geraadpleegd van: https://www.allesoversport.nl/thema/beweegstimulering/hoeveel-moet-je-bewegen-volgens-de-beweegrichtlijnen/. [Op 16 maart 2022]. 
  4. RIVM. Sport en bewegen in cijfers; Kernindicator Beweegrichtlijnen. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kernindicatoren/beweegrichtlijnen. [Op 16 maart 2022]. 
  5. World Health Organization. Physical Activity.[Internet]. Geraadpleegd van: https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/physical-activity [Op 16 maart 2022].
  6. Rijksoverheid. Nationaal Preventieakkoord. Geraadpleegd van: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/convenanten/2018/11/23/nationaal-preventieakkoord [Op 16 maart 2022].  
  7. Gezondheidsraad. Beweegrichtlijnen 2017. https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2017/08/22/beweegrichtlijnen-2017 
  8. VNG. De Global Goals in het gemeentelijk beleid. [Internet]. Geraadpleegd van: https://vng.nl/publicaties/de-global-goals-in-het-gemeentelijk-beleid. [Op 16 maart 2022].
  9. Motivaction. Hoe schatten Nederlanders hun beweeggedrag in?: factsheet. Ede: Kenniscentrum Sport & Bewegen; 2022. 
  10. Institute of Positive Health. Wat is Positieve Gezondheid. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.iph.nl/positieve-gezondheid/wat-is-het/. [Op 17 maart 2022].
  11. SDG Nederland. SDG 4 Kwaliteitsonderwijs. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.sdgnederland.nl/SDG/4-kwaliteitsonderwijs/. [Op 17 maart 2022].
  12. World Health Organization. Physical Activity. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/physical-activity. [Op 17 maart 2022]. 
  13. Bailey R, Hillman C, Arent S, Petitpas A. Physical Activity: An Underestimated Investment in Human Capital?. Journal of Physical Activity and Health 10, 3, 289-308; 2013. Geraadpleegd van: https://doi.org/10.1123/jpah.10.3.289> [Op 17 March 2022]
  14. Van der Pal F, Vervoort J, Klaassen A. Effecten van sporten en bewegen in het Human Capital Model. Geraadpleegd van: https://www.allesoversport.nl/thema/beleid/effecten-van-sporten-en-bewegen-in-het-human-capital-model/ [Op 17 maart 2022]. 
  15. Alarslan G, Jager D de, Verkooijen K. Werkzame elementen van sportprogramma’s voor life skills transfer onder sociaal kwetsbare volwassenen. Wageningen University & Research; Wageningen; 2021.
  16. Kenniscentrum Sport & Bewegen. Human Capital Model: Intellectuele waarde; betrokkenheid bij school. Geraadpleegd van: https://hcm.kenniscentrumsportenbewegen.nl/5/intellectuele-waarde/75/betrokkenheid-bij-school. [Op 17 maart 2022]. 
  17. Kenniscentrum Sport & Bewegen. Interventies; schooluitval. Geraadpleegd van: https://www.kenniscentrumsportenbewegen.nl/interventies/?action=ea_search&pagina=1&paged=0&sort=&q=schooluitval. [Op 17 maart 2022]. 
  18. Schoemaker J, Naberink T. Impact routes sport en bewegen: Onderbouwing voor het meten en waarderen van maatschappelijke effecten van projecten op het gebied van sport en bewegen. Ede: Kenniscentrum Sport & Bewegen; 2022. 
  19. Sport en gemeenten. Twee uur gym verplicht op basisschool. Geraadpleegd van: https://sportengemeenten.nl/twee-uur-gym-verplicht-op-basisschool/. [Op 17 maart 2022]. 
  20. Allesoversport.nl. Nut en meerwaarde van sport in het basisonderwijs. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.allesoversport.nl/thema/beweegstimulering/nut-en-meerwaarde-van-sport-en-bewegen-in-het-basisonderwijs/. [Op 17 maart 2022].

Artikelen uitgelicht


Beleid
public, professional
overzichtsartikel
beleidsontwikkelingen, bewegingsonderwijs, gezondheidsbevordering, waarde van sport en bewegen