
De beweegrichtlijnen in het kort
Nog even in het kort, wat zijn de beweegrichtlijnen ook alweer? Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen (voor kinderen een uur per dag). En doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen (voor kinderen driemaal per week).
- Hier vind je de uitgebreide beweegrichtlijnen voor ouderen.
- Hier vind je de uitgebreide beweegrichtlijnen voor kinderen.
- Hier vind je de uitgebreide beweegrichtlijnen voor mensen met een fysieke beperking.
- Hier vind je de uitgebreide beweegrichtlijnen voor mensen met een verstandelijke beperking.
Bijna de helft van de Nederlanders voldoet
In 2019 voldeed 54% van de Nederlandse bevolking van 4 jaar en ouder (*) aan het onderdeel matig of zwaar intensieve inspanning. En 81% voldeed aan het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten. Op deze manier voldeed dus 49% van de Nederlanders aan de beweegrichtlijnen. Over de tijd is er een licht stijgende trend te zien voor beide onderdelen van de beweegrichtlijn.
(*) Voor kinderen jonger dan vier jaar geven de beweegrichtlijnen, wegens gebrek aan onderzoek, geen advies.
Kleine verschillen tussen mannen en vrouwen
In 2019 voldeed 51% van de mannen en 47% van de vrouwen aan de beweegrichtlijnen . Dit verschil komt voornamelijk doordat mannen vaker voldoen aan het onderdeel matig of zwaar intensieve inspanning dan vrouwen.
Tussen 2001 en 2019 zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen klein en wisselen ze elkaar af in wie het vaakst voldoet aan de beweegrichtlijnen. Over het algemeen laten ze beide een licht stijgende trend zien over de tijd.
Lees ook
Regionale verschillen in de beweegrichtlijnen – de meest sportieve gemeenten van Nederland 2016-2018
Beweegrichtlijnen per leeftijdsgroep
Het percentage Nederlanders dat voldoende beweegt verschilt per leeftijdsgroep. In 2019 voldeden kinderen (4 t/m 11 jaar) het vaakst aan de beweegrichtlijnen met 56%, gevolgd door volwassenen met 52%. Voor 65-plussers en voor jongeren ligt dit percentage net boven de 40%.
Over de tijd is te zien dat ouderen steeds meer zijn gaan bewegen. Ook volwassenen laten een lichte stijging zien over de jaren. Tussen 2001 en 2018 schommelt het percentage jongeren dat voldoende beweegt. Vanaf 2019 ligt dit percentage bijna 7% hoger. Dit kan grotendeels verklaard worden doordat vanaf 2019 bewegingsonderwijs nagevraagd is voor jongeren. Voor kinderen was dit al het geval.
Verschillen tussen opleidingsniveaus worden groter
Het percentage Nederlanders van 25 jaar en ouder dat voldoende beweegt neemt toe met het opleidingsniveau. In 2019 was het percentage hoogopgeleiden dat voldoet aan de beweegrichtlijnen ruim anderhalf keer zo groot als het percentage laagopgeleiden (57% versus 36%).
Van 2001 tot 2019 laten alleen de hoogopgeleiden een stijging zien. De lager- en middelbaar opgeleiden zijn min of meer stabiel over de tijd in het voldoen aan de richtlijn. De verschillen tussen de opleidingsniveau’s nemen dus toe over de tijd.
Mensen met een beperking voldoen minder vaak
In 2019 voldeden Nederlanders van 12 jaar en ouder met een lichamelijke beperking (motorisch, auditief, visueel) en/of een chronische aandoening minder vaak aan de beweegrichtlijnen dan mensen zonder aandoening of beperking (53%).
- Dit percentage was het laagst bij mensen met zowel een lichamelijke beperking als een chronische aandoening; slechts 19% voldeed.
- Onder mensen met alleen een lichamelijke beperking was het percentage dat voldoet aan de beweegrichtlijnen (34%) lager dan bij mensen met alleen een chronische aandoening (48%).
Meer weten?
Het voldoen aan de beweegrichtlijnen is ook uitgesplitst naar:onder andere herkomst, mate van verstedelijking, ervaren gezondheid en mate van overgewicht. Deze cijfers zijn te vinden op Sport en bewegen in cijfers: Beweegrichtlijnen uitgesplitst naar achtergrondkenmerken 2001-2019.
.