Alles over sport logo

Beweegadvies voor jonge kinderen: regelmatig bewegen en weinig stilzitten

Voor de gezondheid en goede ontwikkeling van jonge kinderen is het belangrijk dat zij regelmatig bewegen en weinig langdurig stilzitten. Hoe, hoeveel en hoe intensief moeten baby’s, dreumesen en peuters bewegen?

Deze vragen hadden ouders, beleidsmakers, wetenschappers en professionals die met jonge kinderen werken. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vroeg de Gezondheidsraad daarom advies uit te brengen over bewegen voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Dat advies is in februari 2022 uitgebracht. Wat houdt het beweegadvies voor kinderen jonger dan 4 jaar in? Hoe kwam dit tot stand? En welke rol kun je als professional spelen in het stimuleren van bewegen? Dat lees je in dit artikel. 

Vroeg beginnen is vroeg winnen

In de eerste levensjaren van een kind volgen cognitieve en fysieke ontwikkelingen elkaar snel op. De mate waarin jonge kinderen bewegen, is mede bepalend voor het beweeggedrag in hun verdere leven[1]. Hoewel beperkt onderzoek is gedaan naar beweeggedrag van kinderen jonger dan 4 jaar, laten studies meestal zien dat meer bewegen en minder stilzitten samengaan met een betere gezondheid en gunstige ontwikkeling van jonge kinderen. Dat is ook het inzicht van de expertpanels uit verschillende landen waar al een beweegrichtlijn voor deze groep bestaat. Voor kinderen vanaf 4 jaar laat onderzoek zien dat lichamelijke activiteit samenhangt met een hogere botdichtheid, hogere fitheid en een betere motorische ontwikkeling.

Beweegadvies voor kinderen jonger dan 4 jaar

De Gezondheidsraad adviseert op basis van wetenschappelijk onderzoek om kinderen jonger dan 4 jaar regelmatig te laten bewegen en zo min mogelijk te beperken in hun beweeggedrag[2]. Langdurig stilzitten, bijvoorbeeld door veel beeldschermtijd of vastzitten in een (wip)stoeltje, wordt afgeraden. Op basis van de huidige onderzoeken is het nog niet mogelijk om vast te stellen hoe lang kinderen jonger dan 4 jaar minimaal zouden moeten bewegen en maximaal zouden mogen stilzitten. Tot er meer wetenschappelijk bekend is, adviseert de Gezondheidsraad de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO uit 2019 te gebruiken[3]:

Beweegadvies voor kinderen onder de 1 jaar

Beweeggedrag Zitgedrag
Meerdere keren per dag op verschillende manieren lichamelijke activiteit, bijvoorbeeld door met het kind op de grond te spelen. Als het kind nog niet mobiel is, breng het dan tijdens die activiteiten in buikligging, in totaal ten minste 30 minuten.* Geen lange periodes laten stilzitten, niet langer dan 60 minuten per keer in hun bewegingsvrijheid beperken, bijvoorbeeld door ‘vastzetten’ (in een stoeltje). Beeldschermtijd wordt afgeraden.

* Deze WHO-richtlijn kan volgens de commissie voor hele jonge kinderen (jonger dan 6 maanden) minder goed uitvoerbaar zijn.

Beweegadvies voor kinderen van 1 jaar

Beweeggedrag Zitgedrag
Elke dag 180 minuten lichamelijke activiteit, inclusief matig of zwaar intensieve inspanning. Dit kan met verschillende activiteiten verspreid over de dag, waarbij meer beweging beter is. Geen lange periodes laten stilzitten, niet langer dan 60 minuten per keer in bewegingsvrijheid beperken, bijvoorbeeld door ‘vastzetten’ (in een stoeltje). Beeldschermtijd wordt afgeraden.

Beweegadvies voor kinderen van 2 jaar

Beweeggedrag Zitgedrag
Elke dag 180 minuten lichamelijke activiteit, inclusief matig of zwaar intensieve inspanning. Dat kan met verschillende activiteiten verspreid over de dag, waarbij meer beweging beter is. Geen lange periodes laten stilzitten, niet langer dan 60 minuten per keer in bewegingsvrijheid beperken, bijvoorbeeld door ‘vastzetten’ (in een stoeltje). Beeldschermtijd beperken tot één uur per dag, waarbij geldt: hoe minder, hoe beter.

Beweegadvies voor kinderen van 3 jaar

Beweeggedrag Zitgedrag
Elke dag 180 minuten lichamelijke activiteit, waarvan minstens 60 minuten matig tot zwaar intensief. Dit kan met verschillende activiteiten verspreid over de dag, waarbij meer beweging beter is. Geen lange periodes laten stilzitten, niet langer dan 60 minuten per keer in bewegingsvrijheid beperken, bijvoorbeeld door ‘vastzetten’ (in een stoeltje). Beeldschermtijd beperken tot één uur per dag, waarbij geldt: hoe minder, hoe beter.

Het beweegadvies is gericht op gezonde kinderen. Studies die specifiek zijn uitgevoerd bij kinderen met chronische ziekten, beperkingen, of ontwikkelingsachterstanden zijn hierbij uitgesloten.

Het beweegadvies voor 4-jarige kinderen

Voor 4-jarige kinderen zijn in 2017 al beweegrichtlijnen opgesteld. Met het nieuwe beweegadvies adviseert de Gezondheidsraad om voor deze kinderen de beweegrichtlijn uit 2017 aan te vullen met de inzichten van de internationale WHO-richtlijnen. Het nieuwe beweegadvies voor 4-jarigen van de Gezondheidsraad geldt daarbij als een aanvullend advies op de bestaande Nederlandse beweegrichtlijn en is géén vervanging van de bestaande richtlijnen voor 4-jarige kinderen. In het beweegadvies van 2022 stelt de Gezondheidsraad:

  • Dagelijks verspreid over de dag 180 minuten bewegen, waarvan ten minste 60 minuten matig tot zwaar intensief. Dit kan met verschillende activiteiten verspreid over de dag, waarbij meer beweging beter is.
  • Drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten.
  • Langdurig stilzitten beperken.
  • Beeldschermtijd* beperken tot maximaal één uur per dag. Waarbij geldt: hoe minder, hoe beter.

* Onderwijs dat kinderen volgen via beeldschermen, bijvoorbeeld op school via tablets, valt niet onder deze beeldschermtijd van maximaal één uur.

Hoe is het beweegadvies tot stand gekomen?

Bij professionals die werken met jonge kinderen groeide de behoefte aan meer richting en houvast voor bewegen. Denk aan de kinderopvang, jeugdgezondheidszorg voor- en vroegschoolse educatie, beleidsmakers – en ouders. Zevenentwintig partijen hebben onder leiding van Kenniscentrum Sport & Bewegen een oproep gedaan voor de ontwikkeling van een beweegadvies voor 0- tot en met 4-jarigen. De minister van VWS gaf gehoor aan die oproep met de opdracht aan de Gezondheidsraad een advies op te stellen.

De Commissie Beweegadvies 0-4 jaar analyseerde het beschikbare wetenschappelijke onderzoek en de bestaande internationale richtlijnen voor deze jonge doelgroep. Meegenomen is al het onderzoek van voldoende kwaliteit naar de mogelijke samenhang tussen lichamelijke activiteit of zitgedrag van kinderen van 0 tot en met 4 jaar, met verschillende uitkomsten die relevant zijn voor de gezondheid en de ontwikkeling van kinderen. Het gaat om mogelijke effecten op de botgezondheid, fitheid, motorische en cognitieve ontwikkeling.

De commissie van de Gezondheidsraad heeft door middel van systematisch literatuuronderzoek alle onderzoeken en uitkomsten op een rij gezet en conclusies getrokken over de bewijskracht. Ook heeft de commissie internationale beweegrichtlijnen en de WHO-richtlijn uit 2019 voor 0- tot en met 4-jarigen geëvalueerd. Op basis hiervan heeft de commissie het beweegadvies geformuleerd. Naast een inhoudelijk beweegadvies adviseert de commissie meer onderzoek naar de effecten van lichamelijke activiteit en zitgedrag op de gezondheid en ontwikkeling van jonge kinderen. Om in de toekomst daadwerkelijk een onderbouwde beweegrichtlijn voor jonge kinderen op te kunnen stellen die meer leunt op kwantitatieve data, is meer wetenschappelijk bewijs nodig.

Een gedeelde verantwoordelijkheid

Jonge kinderen stimuleren (meer) te bewegen kan in de verschillende omgevingen van kinderen. Kinderen brengen veel tijd door bij de kinderopvang, maar natuurlijk ook thuis en in de buurt. Per plek of setting verschilt de sociale omgeving en daarmee ook de personen die invloed hebben op het beweeggedrag van jonge kinderen. Zo hebben pedagogisch medewerkers, buurtsportcoaches, kinderfysiotherapeuten, jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen allen invloed. Uiteraard spelen ook de ouders een belangrijke rol. Het stimuleren van bewegen bij jonge kinderen is dan ook een gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen die onderdeel uitmaakt van de (in)directe sociale omgeving van jonge kinderen.

Ook andere factoren dan de sociale omgeving hebben invloed op het beweeggedrag van kinderen. Geordend volgens het sociaal-ecologisch ontwikkelingsmodel van Bronfenbrenner[4]:

  • Het kind zelf: plezier in bewegen en beweegvaardigheid
  • Fysieke omgeving: ruimte en sport- en beweegmateriaal
  • Beleid: bijvoorbeeld van een kinderopvangorganisatie

Op meerdere niveaus en vanuit verschillende omgevingen kunnen wetenschappers, beleidsmakers, professionals die met jonge kinderen werken en anderen binnen en buiten het gezin een rol spelen in het stimuleren van beweging bij jonge kinderen. 

Aan de slag

Stimuleer kinderen om (alledaagse) activiteiten meer bewegend te doen, zet daarbij in op plezier bij bewegen. Volwassenen hebben een voorbeeldrol: doe lekker mee, enthousiasmeer kinderen en moedig aan. Want: vroeg beginnen is vroeg winnen. De mate waarin jonge kinderen bewegen, is mede bepalend voor het beweeggedrag in hun verdere leven. Wil je meteen aan de slag, maar weet je niet precies hoe? De volgende  praktische instrumenten kunnen je helpen:

  • In deze Mini-learning leer je over het belang van bewegen voor een goede motorische ontwikkeling. Ook ontvang je praktische handvatten voor in de praktijk: de Beweegspelletjes en de Praatplaten.
  • De toolbox Nut en Noodzaak bestaat uit een online publicatie, een poster en een flyer in de vorm van een kubus. De online publicatie biedt informatie over de effecten van bewegen voor kinderen en concrete tips hoe je bewegen kunt stimuleren. De poster en de kubus bevatten verschillende weetjes over de effecten van bewegen op de ontwikkeling van jonge kinderen en tonen hoe leefstijlthema’s met elkaar samenhangen.
  • Het gesprek aangaan over beweeggedrag in relatie tot de leefstijl van kinderen is soms lastig en kan leiden tot weerstand. De Argumentenkaartjes zijn een handige gesprekstool en helpen inzicht te krijgen in wat ouders belangrijk vinden voor hun kind.
  • Zoek je inspiratie om bewegen bij 0- tot en met 4-jarigen via de ouders te stimuleren? De Inspiratiegids Kleine Beweegsubsidie helpt je verder. 
  • Kies een passende erkende sport- en beweeginterventie. In de interventiedatabase kun je kiezen uit sport- en beweegaanpakken die passen bij jouw situatie en doelgroep.

Meer lezen?

Bronnen

  1. Janz KF, Burns TL, Levy SM, Iowa Bone Development S. Tracking of activity and sedentary behaviors in childhood: the Iowa Bone Development Study. Am J Prev Med. 2005;29(3):171-8 
  2. Gezondheidsraad. Beweegadvies voor kinderen van nul tot en met vier jaar. [Internet] Geraadpleegd van: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2022/02/22/beweegadvies-voor-kinderen-van-nul-tot-en-met-vier-jaar. [22-02-22]
  3. World Health Organization. (‎2019)‎. Guidelines on physical activity, sedentary behaviour and sleep for children under 5 years of age: web annex : evidence profiles. World Health Organization.
  4. Komen, A., & Lucassen, J.M.H. (2019). Van jongs af aan vaardig in bewegen: een verkenning van de aandacht voor beweegvaardigheden in de kinderopvang. Utrecht: Mulier Instituut.

Artikelen uitgelicht


Gezonde leefstijl
Jonge kinderen
public, professional
overzichtsartikel
beleidsontwikkelingen, gezondheidsbevordering, in beweging brengen, motorische ontwikkeling