Alles over sport logo

Mensen met een lichamelijke beperking: wat drijft en belemmert hen bij sport en bewegen

Mensen met een lichamelijke beperking bewegen minder dan mensen zonder een lichamelijke beperking. Hoe komt dat? Wat belemmert hen en wat motiveert hen juist wél? En: hoe kunnen we drempels wegnemen? Het RIVM zette het op een rij[1].

Foto: Kampus Production

Klein percentage voldoet aan Beweegrichtlijn

In 2017 voldeed 46% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder aan de beweegrichtlijnen. Voor mensen met een lichamelijke beperking (motorisch, auditief, visueel) ligt dat een stuk lager, namelijk 28%. Mensen met een visuele beperking voldoen vaker aan de beweegrichtlijnen (26%) dan mensen met een auditieve (22%) of motorische beperking (12%).

Juist voor mensen met een lichamelijke beperking is het heel belangrijk is om te sporten of bewegen. In het onderzoek van het RIVM is bekeken waarom mensen met een lichamelijke beperking minder sporten. En wat we kunnen doen om dat te verbeteren.

Mensen met een lichamelijke beperking: wat drijft en belemmert hen bij sport en bewegen

Wat kun je binnen de gemeente doen om mensen met een beperking te stimuleren en faciliteren om te sporten en bewegen? Samenwerken in de praktijk biedt mogelijkheden. Lees meer!

Belemmeringen en drijfveren lichamelijke beperking

Voor iedereen met een lichamelijke beperking is het minder vanzelfsprekend dat ze een passend sport- of beweegaanbod in hun directe omgeving vinden. Als belangrijkste drijfveer daarentegen geldt: bewegen is niet alleen een manier om te ontspannen, het kan ook bijdragen aan behoud van (of zelfs verbetering van) functionaliteit en daarmee van onafhankelijkheid.

Daarnaast heeft een aantal belemmeringen en drijfveren specifiek met de aard van de beperking te maken:

  • Voor mensen met een motorische beperking kunnen gezondheidsaspecten belemmerend werken. Denk aan motorisch functioneren, fitheid, vermoeidheid en pijn. Inzicht in je eigen persoonlijke fysieke mogelijkheden – en het verbeteren daarvan – kunnen juist relevante drijfveren kunnen zijn. Coping (het kunnen omgaan met je beperking) kan zowel een drijfveer als een belemmering zijn. Het lijkt erop dat iemand die zijn beperking minder accepteert, ook minder beweegt. Toch kan sport en bewegen juist positief bijdragen aan acceptatie en zelfvertrouwen.
  • Voor blinden en slechtzienden (mensen met een visuele beperking) is het beperkte oriëntatievermogen van invloed op sport- en beweeggedrag.
  • Voor mensen met een auditieve beperking kunnen vooral communicatieproblemen bij het sporten zélf een rol spelen om minder te bewegen.

Wanneer gaan mensen met een lichamelijke beperking meer bewegen?

Hoe kunnen we belemmeringen wegnemen en ervoor zorgen dat mensen met een lichamelijke beperking meer gaan sporten en bewegen?

  • Help mensen inzien welke mogelijkheden zij (nog) hebben om te sporten of bewegen. Zorgverleners kunnen een waardevolle rol vervullen. Zij kunnen mensen met een beperking op een coachende manier helpen om een positiever beeld te krijgen van hun fysieke mogelijkheden. Maatwerk daarbij is belangrijk: zorg dat het advies aansluit op iemands motivatie.
  • Zorg voor voldoende aangepaste, toegankelijke accommodaties, waar mensen met een lichamelijke beperking kunnen sporten en bewegen.
  • Het helpt om sportaanbieders het inzicht te geven dat er vaak slechts kleine aanpassingen nodig zijn, om mensen met een lichamelijke beperking aan het reguliere sportaanbod te laten deelnemen.
  • Trainers die de beweegmogelijkheden en -beperkingen van de verschillende groepen goed kennen, kunnen hun activiteiten daarop aanpassen. Zo kan iedereen met een beperking met een vertrouwd gevoel sporten.
  • Een krachtig en multidisciplinair netwerk rondom de persoon met een beperking is een pluspunt. Er is een centrale organisatie nodig waar eerste- en tweedelijnszorg, wijkteams, scholen en sportaanbieders terecht kunnen met vragen en die de regie pakt. Een organisatie zoals de provinciale sportraad, of Uniek Sporten kan adviseren en helpen.

Sport- en beweeginterventies

Onderstaand goede voorbeelden van interventies die ingezet kunnen worden om deze groep te helpen bij sporten en bewegen.

7 tips om meer te bewegen met een beperking

  1. Maak een afspraak met een familielid, buurvrouw, buurman, vriend of vriendin om samen te bewegen op een vast tijdstip.
  2. Probeer samen met een vriend of vriendin eens wat verschillende sporten/activiteiten en ontdek wat je echt leuk vindt.
  3. Verdeel je energie en zorg voor voldoende rust. Voer de duur, intensiteit en frequentie geleidelijk op.
  4. Rust even uit als een activiteit u te inspannend wordt, laat u niet verleiden om toch door te gaan.
  5. Neem, als dat kan vaker de trap dan de lift.
  6. Gebruik een stappenteller, smartwatch of geschikte app als motivatie
  7. Beloon jezelf.

Lees ook:

Bepaalde groepen mensen in Nederland bewegen en sporten minder vaak. Dit zijn vooral mensen met een lage opleiding en/of laag inkomen, met een migratieachtergrond, ouderen, chronisch zieken, en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bracht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in kaart welke belemmeringen en drijfveren mensen ervaren om (meer) te gaan sporten en bewegen. Hiervoor is literatuuronderzoek gedaan en zijn experts geraadpleegd. Het volledige rapport is hier beschikbaar.

Bronnen


Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
professional
sporten met lichamelijke beperking