Meer bewegen in de zorginstelling: is dat een nice of een need? Absoluut dat tweede, wat betreft associate professor Karin Valkenet van het UMC Utrecht. Zij werkt op de afdeling Revalidatie, Fysiotherapiewetenschap & Sport en is programmaleider van ‘UMC Utrecht in beweging’.
Er is veel wetenschappelijke kennis over de voordelen van bewegen, maar óók over de nadelen van inactiviteit. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat je per dag bedrust 1 tot 5% spiermassa kunt kwijtraken. Dit creëert een schadelijke omgeving. “Zo verlaat een op de drie ouderen de zorginstelling slechter dan ze binnenkwamen. Terwijl we juist mensen beter willen maken. Ook leidt het gebrek aan beweging tot meer complicaties, langere opnames en meer heropnames.”
Congres ‘Van zorg naar Bewegen’
Karin Valkenet was een van de sprekers op het congres ‘Van zorg naar bewegen’ (tweede editie, 14 juni 2024). Professionals uit de zorg gingen deze dag met elkaar in gesprek. Ook gaven diverse experts uit de domeinen zorg, sport en bewegen en welzijn tips en inspiratie. Valkenet verzorgde een verdiepende sessie over de implementatie van bewegen in zorginstellingen.
Cultuuromslag vanuit patiënten en zorgverleners
De schadelijke gevolgen van bedrust zijn al lang bekend, maar de realiteit is weerbarstig. “Data uit het UMC Utrecht laat zien: overdag liggen of zitten patiënten 90% van de tijd. Terwijl 67% van de patiënten zelfstandig kan lopen.” Volgens Valkenet komt dit mede doordat in zorginstellingen het bed of de stoel zo centraal staat.
“Plus: zorgverleners helpen graag met alles, terwijl het goed is als patiënten zo veel mogelijk zelf doen. Meer bewegen in zorginstellingen vraagt dus een cultuuromslag, vanuit patiënten en zorgverleners. Daar gebeurt gelukkig steeds meer mee. bijvoorbeeld met Beter uit bed van het Radboud Ziekenhuis en revaliderend werken.”
UMC Utrecht In Beweging 1.0
UMC Utrecht startte in 2016 met een eerste beweegprogramma: In Beweging 1.0. Valkenet: “We bekeken met een aantal afdelingen de patient journey of beweegreis. Waar kunnen we bewegen makkelijk meer aandacht geven? Denk aan posters voor patiënten en zorgverleners, met als boodschap: bewegen is belangrijk én hoort erbij hier.”
Ook folders en website kregen een update. Een boodschap als ‘neem uw pyjama en sloffen mee’ werd ‘neem een pyjama mee voor ‘s nachts en comfortabele kleding voor overdag’. Op diverse afdelingen kwamen er beweeggroepen. “En we merkten dat veel mensen in bed lunchten. De Voedingsdienst heeft toen samen lunchen opgepakt, waarbij de mensen uit bed gaan om samen te lunchen.” Naast de implementatieplannen per afdeling, zwengelde de projectgroep het thema bewegen instellingsbreed aan. Bijvoorbeeld met nieuwsberichten en beweegweken.
Behavioural Mapping kan goede eye-openers opleveren, commitment verhogen en weerstand verlagen.”
Karin Valkenet, UMC Utrecht
Eye-openers met behavioural mapping
Bij het implementatieproces bleek ook behavioural mapping (het in kaart brengen van het beweeggedrag) waardevol. “We lieten hbo-studenten patiënten observeren om te kijken waar ze zich bevonden, welke activiteit ze uitvoerden, welke houding ze hadden en met wie ze contact hadden. Zo kregen we zicht op de situatie, voor en ná de implementatie.”
Wat bleek: na de interventies lagen patiënten minder en zaten ze meer. Maar bewegen? Dat deden ze amper meer dan daarvoor: patiënten bewogen slechts 10% van de tijd. “De cijfers kwamen hard binnen bij veel zorgverleners. Behavioural mapping kan dus goede eye-openers opleveren, betrokkenheid verhogen en weerstand verlagen. En als je werkt met studenten, kost het minder tijd. Elke zorginstelling kan deze tool gebruiken.”
Lees meer over Behavioural Mapping in deze publicaties over fysieke activiteit van ziekenhuispatiënten en de effectiviteit van het project ‘Hospital in motion’.
Geleerde lessen In Beweging 1.0
Wat waren de geleerde lessen uit het project In Beweging 1.0?
- Kies één centrale interventie of een afgebakende set interventies
“We deden veel verschillende dingen. Mensen wisten onvoldoende wat precies van ze werd gevraagd. Daardoor verdwijnt veel zodra de projectgroep stopt. Kies liever iets wat je belangrijk vindt en focus daarop. Bijvoorbeeld meer bewegen of samen lunchen.”
- Zorg voor betrokkenheid vanuit alle lagen en disciplines
“Betrokkenheid is essentieel. Het liefst eerst vanuit management, en dan vanuit alle disciplines: medisch- en verpleegkundig afdelingshoofd, artsen, fysiotherapie en revalidatie. Begin bij een afdeling met volgers die graag willen. Zij steken anderen aan.”
- Spreek één taal
“Zorg dat zorgverleners van verschillende afdelingen en disciplines dezelfde boodschap uitdragen. En dat die boodschap overal terugkomt, zoals in folders en online.”
- Maak een multidisciplinair projectplan
“Werk meteen met alle disciplines samen.”
- Gebruik een herhalend, stapsgewijs implementatieproces
“Het is een doorlopend proces, waarbij je telkens leert en bijstuurt.”
- Zet in op evaluatie en monitoring
“Pas je bijvoorbeeld een folder aan? Meet wat dat doet.”
- Besef: dit proces kost tijd, en aandacht voor borging is cruciaal
“Ook daarom heb je (schriftelijke) betrokkenheid nodig. Heel concreet: krijg je genoeg uur om dit te doen? En de artsen en verpleegkundigen?”
UMC Utrecht In Beweging 2.0
Vanuit de geleerde lessen ontstond UMC Utrecht In Beweging 2.0. “Nu zetten we in op meer bewegen via één interventie: beweegmonitoring. Tussen 2023 en 2025 krijgen alle patiënten een beweegsensor die meet hoeveel ze bewegen (sensor: Pam; software: Atris). Zorgverleners zien deze data in het elektronisch patiëntendossier. Patiënten zien hun gegevens op een scherm op de afdeling. Of via de mobiele app – ook geschikt voor isolatieverpleging of thuismonitoring. Bijvoorbeeld voor monitoring vóór en na opname, daar kijken we nu naar.” De Raad van Bestuur financiert het project.
Voordelen van beweegmonitoring
Beweegmonitoring in ziekenhuizen is bewezen effectief, aldus Valkenet. Het leidt tot meer bewegen, minder sedentair (zit) gedrag en beter herstel. Ook om andere redenen is beweegmonitoring geschikt om bewegen te stimuleren in je zorginstelling:
- Beweegmonitoring geeft een objectieve maat voor bewegen. Hier kunnen zorgprofessionals op sturen. Het geeft duidelijkheid en handelingsperspectief.
- Met beweegmonitoring kun je doelen stellen – een beproefde strategie voor gedragsverandering. Kies bijvoorbeeld het aantal minuten bewegen of het aantal keren samen lunchen per week. Dit motiveert mensen.
- Met beweegmonitoring veranker je bewegen in de werkprocessen. “Zo zorg je voor borging. Denk aan het opnemen in protocollen. En maak een workflow: wie doet wat wanneer? Bijvoorbeeld: de secretaresse koppelt de sensor, de verpleegkundige geeft uitleg, de arts bespreekt het in multidisciplinair overleg, de fysiotherapeut pakt erop door in het consult.”
Beweegmonitoring werkt goed met coaching. “Liefst multidisciplinair. De arts vraagt naar bewegen tijdens de visite, de fysiotherapeut begeleidt op maat, de verpleegkundige checkt of doelen zijn ingesteld.”
Handelingsperspectief met Beslishulp Bewegen
Wil je medewerkers meer met bewegen laten doen? Bied dan genoeg handelingsperspectief. Valkenet: “Daarom hebben we de Beslishulp Bewegen gecreëerd. Beweegt de patiënt bijvoorbeeld minder dan 17 minuten, met daardoor een hoger risico op functieverlies? Dan zijn daar acties aan gekoppeld, zoals de fysiotherapeut inschakelen. Zo weet de zorgverlener precies wanneer wat te doen.”
Tot slot: acht succesfactoren op een rij
Geïnspireerd geraakt door de ervaringen uit UMC Utrecht? Als je zelf aan de slag gaat, kun je ook het framework van het Johns Hopkins ziekenhuis gebruiken. Daarin staan acht succesfactoren voor het creëren van een beweegcultuur:
- Organizational priority: zorg dat bewegen prioriteit is vanuit alle organisatielagen.
- Systematic measurement & mobility goal: weet waarop je stuurt en meet dat.
- Barrier mitigation: spreek met alle betrokkenen, ontdek de drempels en verlaag die.
- Interprofessional roles: werk multidisciplinair samen en zorg dat iedereen weet wat er van hen wordt verwacht.
- Educatie & training: neem betrokkenen mee in het belang van bewegen en de plannen.
- Workflow integration: veranker de interventie in werkprocessen.
- Data feedback. Stel KPI’s in, zoals: 70% van de patiënten draagt een beweegsensor. Monitor vervolgens en koppel terug aan het management.
- Promotion & awareness: houd het thema zichtbaar.
Meer lezen?
De publicaties uit het UMC Utrecht bekijken? Zie het profiel van Karin Valkenet op Pubmed.