Alles over sport logo

Wat zijn de bouwstenen van een dynamische schooldag?

Voldoende en gevarieerd bewegen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Basisscholen spelen een rol in het stimuleren van bewegen, omdat kinderen daar een groot deel van hun tijd doorbrengen. Steeds meer scholen werken daarom aan een dynamische schooldag. Waaruit bestaat een dynamische schooldag? En hoe richt je dat in? In dit artikel lees je over de bouwstenen voor een dynamische schooldag. 

Afhankelijk van de duur, de vorm en de inhoud heeft bewegen een positief effect op de fysieke en mentale gezondheid, de cognitieve ontwikkeling, de motorische ontwikkeling, de sociaal- emotionele ontwikkeling en het welbevinden van kinderen[1]. Volgens de beweegrichtlijnen moeten kinderen zich elke dag minstens een uur matig tot intensief inspannen en minstens drie keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen. Bijna 40% van de kinderen in Nederland voldoet niet aan de beweegrichtlijnen[2]

Op veel scholen is er 2 keer per dag een korte buitenspeelpauze en 2 keer per week een les bewegingsonderwijs van 45 minuten. Ook zitten kinderen veel, gemiddeld meer dan zeven uur per dag, waarvan een groot deel op school[2]. Daardoor spelen en bewegen kinderen ook op school vaak te weinig. De dynamische schooldag kan uitkomst bieden in het stimuleren van bewegen. 

Tien bouwstenen voor een dynamische schooldag

Tijdens een dynamische schooldag is er afwisseling tussen zitten en bewegen en tussen binnen en buiten zijn[3]. Dit zorgt ervoor dat kinderen naast cognitieve inspanning ook voldoende beweging, ontspanning en sociale interactie hebben. Om sport en bewegen onderdeel van de hele schooldag te maken, zetten we de belangrijkste bouwstenen van een dynamische schooldag op een rij. In figuur 1 zijn de verschillende elementen te zien die ingezet kunnen worden om als school of als leerkracht de schooldag dynamischer te maken.

Figuur 1. Model Dynamische School van Van Gelder 2021[4]. Overzicht van de mogelijkheden om de schooldag dynamischer te maken. De blauwe blokken gaan over inrichting en gebruik van ruimtes. De oranje blokken gaan over roostering: school-, week-, en dagindeling. De gele blokken gaan over didactiek: het inzetten van bewegen tijdens een schooldag.

Inrichting en gebruik van ruimtes 

Schoolomgeving

Het stimuleren van ouders, kinderen en leerkrachten om met de fiets of lopend naar school te komen, is een eerste stap om meer beweging in de dag te brengen[5]. Er bestaan diverse programma’s die ervoor zorgen dat kinderen vaker met de fiets naar school komen. Meer informatie over schoolzones en routes naar school, vind je in het kennisdossier beweegvriendelijke omgeving van Kenniscentrum Sport & Bewegen. 

Laat je inspireren door het goede voorbeeld van basisschool de Waterhof in Delft. Zij vertellen in deze video hoe ze op hun school de dynamische schooldag hebben vormgegeven.

Speeltuinen, parken en sportvelden in de omgeving van de school kunnen kansen bieden om meer en afwisselende beweeg- en leerruimte voor kinderen te creëren. Ook kan het gebruik van andere buitenruimten dan het schoolplein het aantal kinderen op het schoolplein verminderen. Er kunnen bijvoorbeeld veilige routes worden uitgezet rondom school die leerkrachten met hun klas kunnen wandelen, joggen of rennen. Voor lessen wereldoriëntatie biedt de schoolomgeving meestal rijke mogelijkheden voor buitenlessen.

Schoolplein

Het schoolplein is een plek om te spelen, te bewegen en te ontspannen in pauzes, maar ook een plek waar les gegeven kan worden en waar naschoolse sport- en beweegactiviteiten kunnen plaatsvinden. Allereerst is het belangrijk dat leerlingen voldoende ruimte hebben. Door gebruik te maken van gescheiden pauzetijden voor verschillende klassen of andere ruimtes om de school heen, kan het aantal kinderen op het plein verminderd worden. Ook is de structurering van het plein belangrijk. Het gebruik van belijning en markeringen (bijvoorbeeld het omlijnen van een basketbalveld of skeelerbaan) kan bewegen en spelen stimuleren. Een rooster kan helpen om de tijd die kinderen op een populaire plek kunnen spelen eerlijk te verdelen[6]

Ook de materialen die beschikbaar zijn voor kinderen en de wijze waarop spel wordt begeleid in de pauzes, zijn belangrijk bij het stimuleren van bewegen. Ten slotte liggen er kansen om een koppeling te maken met de gymles door geleerde activiteiten op het plein terug te laten komen[7]. De erkende interventies Beweeg Wijs en PLAYgrounds helpen de school met de inrichting en begeleiding van het buitenspelen op het schoolplein[8,9]

Toolkit Schoolpleinen 

Wil je aan de slag met beweegstimulering op jouw schoolplein? Maak gebruik van de Toolkit Schoolpleinen. Gebruik het kijkkader uit de toolkit om inzicht te krijgen in de huidige situatie van het beweeggedrag van kinderen op het schoolplein. Verdiep je in hoe actief kinderen zijn, welke elementen er aanwezig zijn en wissel resultaten uit met collega’s. Vervolgens kun je de tips van de tipsheet gebruiken om het beweeggedrag van kinderen te stimuleren.

Schoolgebouw

Ook de inrichting van het schoolgebouw kan bewegen stimuleren. Van symbolen op de grond tot aan speelattributen in school. De inrichting van basisschool De Twijn in Alblasserdam is een mooi voorbeeld van hoe dit kan worden gerealiseerd. Binnen een school zijn vaak mogelijkheden voor het creëren van hoeken of flexplekken op de gang of in de extra ruimtes, zoals de aula of de speelzaal. 

Het klaslokaal

In de klas kan het meubilair zorgen voor dynamiek van kinderen en leerkrachten. Denk hierbij aan statafels, zitballen, deskbikes, etcetera. Ook de wijze waarop het meubilair in de klas staat en de regels die er zijn met betrekking tot het verplaatsen in de klas bij bijvoorbeeld het (niet mogen) ophalen van benodigde lesmaterialen dragen bij aan de dynamiek.

Roostering

Schoolrooster en dag- en weekrooster

Op CBS het Lichtpunt zitten de kinderen niet langer dan een half uur achter elkaar. Kijk hier hoe zij de dynamische schooldag hebben ingericht. 

Het schoolrooster heeft veel invloed op de afwisseling tussen bewegen en zitten tijdens de schooldag en -week. Kansen liggen bijvoorbeeld in het aanbieden van meerdere korte pauzes op een dag in plaats van een langere pauze en het doordacht plaatsen van de uren bewegingsonderwijs en de andere creatieve vakken in het rooster. Het belangrijkste uitgangspunt bij het maken van het rooster is de afwisseling tussen zitten en bewegen.

Didactiek 

Beter leren bewegen

Voldoende en kwalitatief goede lessen bewegingsonderwijs vormen een belangrijk basis voor met plezier beter leren bewegen. Vanaf augustus 2023 is wettelijk vastgesteld dat kinderen op de basisschool wekelijks 2 keer 45 minuten bewegingsonderwijs moeten krijgen. Het centrale doel van bewegingsonderwijs is dat kinderen de basis leren van belangrijke beweeg- en spelvormen (leren bewegen) en leren op een goede manier, samen met anderen, deel te nemen aan de bewegingsactiviteiten. SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum, beschrijft de kerndoelen en leerlijnen. Om de kwaliteit van het bewegingsonderwijs op school in kaart te brengen en te bepalen waar er groeimogelijkheden liggen, kan de scan bewegingsonderwijs gebruikt worden. 

Bewegen tussen leren

Zittend leren kan worden afgewisseld met een dynamische activiteit zonder dat die activiteit iets te maken heeft met de inhoudelijke lesactiviteiten. Voorbeelden van dynamische activiteiten zijn:

  • een extra buitenspeelmoment
  • extra bewegingsonderwijs
  • drama en dans
  • yoga of energizers. 

Energizers zijn korte, intensieve beweegactiviteiten die relatief gemakkelijk uitgevoerd kunnen worden tussen de lessen door. Energizers zorgen voor een onderbreking van zitten en zorgen ervoor dat kinderen zich daarna weer beter kunnen concentreren[10,11]. Een energizer kan ook een rustige (meditatieve) activiteit zijn.

Bewegen tijdens het leren en bewegen om te leren 

Bij bewegend leren wordt bewegen met inhoudelijke lesactiviteiten gecombineerd. Het automatiseren van bepaalde schoolvaardigheden (zoals rekentafels), vraagt veel en regelmatige herhaling. Door beweging toe te voegen, wordt de betrokkenheid van kinderen verhoogd en is er een kans om het zitten te onderbreken en meer beweging aan de dag toe te voegen[11]

Er zijn twee vormen van bewegend leren: bewegen tijdens het leren en bewegen om te leren. Bij bewegen tijdens het leren beweeg je tijdens het leren, maar de beweging heeft geen relatie met de leerstof. Je kan hierbij denken aan staan, wandelen, hinkelen of een opdracht- of estafettespel doen tijdens leertaken. Bij bewegen om te leren versterkt/ondersteunt de beweging het leren. Bijvoorbeeld het stuiteren van een bal bij het automatiseren van de tafels, het zoeken van kleine beestjes in een les natuur of het neerleggen van een getal/breuk of percentage op een lijn van 1 tot 100.

Het goed aanbieden van bewegend leren activiteiten is complex. De beweging mag niet te moeilijk of te intensief zijn om het werkgeheugen niet te veel belasten. Ook moet de activiteit methodisch-didactisch verantwoord en op maat zijn. Goede kennis van mogelijke werkvormen en uitvoering (training/scholing) voor leerkrachten is belangrijk.

Nieuwsgierig naar hoe jij bewegend leren kunt inzetten in jouw klas? Op het Bewegend Leren platform vind je informatie, inspiratie en educatie over bewegend leren.

Aan de slag met een dynamische schooldag

Het lectoraat Bewegen in en om School ondersteunt schoolteams bij het meer op maat maken van een dynamische schooldag.

Om aan de slag te gaan met de dynamische schooldag, kun je het stappenplan van KVLO inzetten. De procesbegeleider heeft hierin een belangrijke rol. Als school is het ook mogelijk om te kiezen voor een specifieke aanpak, zoals de Gezonde School of het 2+1+2-model. Deze programma’s besteden ook aandacht aan meer bewegen op school. Het inzetten van een structurele aanpak vraagt om een goede samenwerking tussen de professionals vanuit de school, professionals uit de omgeving van de school en de ouders van de kinderen. 

Meer lezen

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Wim van Gelder en Steven Mauw.

Bronnen

  1. Janssen, M., Singh, A.S., & Hartman, E. (2021). Het effect van beweegmomenten op school: Wat weten we vanuit onderzoek? LO Magazine, 109(2), 4-6.
  2. CBS en RIVM (2021). Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor overzicht kernindicatoren sport en bewegen. Geraadpleegd op 2 maart 2023 via https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kernindicatoren/beweegrichtlijnen.
  3. Gelder, W. van, Janssen, M., Mauw, S., & Goedhart, B. (2021). De dynamische schooldag: De complexiteit van het succesvol aanbieden van beweegactiviteiten. LO Magazine, 109(2), 8-11.
  4. Gelder, W. van. (2022, 5 april). Mogelijkheden om een schooldag dynamischer te maken. Impuls Bewegingsonderwijs. Geraadpleegd op 2 maart 2023, van https://impulsbewegingsonderwijs.nl/deel-b-dynamische-schooldag/.
  5. Schönbach, D.M.I., Altenburg, T.M., Marques, A., Chinapaw, M.J.M., & Demetriou, Y. (2020). Strategies and effects of school-based interventions to promote active school transportation by bicycle among children and adolescents: A systematic review. International journal of behavioral nutrition and physical activity, 17(1). https://doi.org/10.1186/s12966-020-01035-1.
  6. Janssen, M., Twisk, J.W.R., Toussaint, H.M., Mechelen, W. van, & Verhagen, E.A.L.M. (2015). Effectiveness of the PLAYgrounds programme on PA levels during recess in 6-year-old to 12-year-old children. British Journal of Sports Medicine, 49(4), 259-264. https://doi.org/10.1136/bjsports-2012-091517.
  7. Gelder, W. van, Goedhart, B., & Janssen, M. (2015). Het plein wacht …(1). LO Magazine, 103(6), 26-29. 
  8. Gelder, W. van, Goedhart, B., & Janssen, M. (2015). Het plein wacht …(2). LO Magazine, 103(6), 23-25. 
  9. Beltman, M., L’Hoir, M, Tetteroo, S., Vlasblom, E., & Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) (2013). Evaluatie van Beweeg Wijs, de speelpleinmethode. LO Magazine, 7, 45-47.
  10. Carlson, J.A., Engelberg, J.K., Cain, K.L., Conway, T.L., Mignano, A.M., Bonilla, E.A., Geremia, C., & Sallis, J.F. (2015). Implementing classroom physical activity breaks: Associations with student physical activity and classroom behavior. Preventive Medicine, 81, 67-72. https://doi.org/10.1016/j.ypmed.2015.08.006.
  11. Daly-Smith, A.J., Zwolinsky, S., McKenna, J., Tomporowski, P.D., Defeyter, M.A., & Manley, A. (2018). Systematic review of acute physical active learning and classroom movement breaks on children’s physical activity, cognition, academic performance and classroom behaviour: Understanding critical design features. BMJ Open Sport & Exercise Medicine, 4(1). https://doi.org/10.1136/bmjsem-2018-000341.

Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
Onderwijs
Jonge kinderen, Kinderen
public, professional
overzichtsartikel
bewegingsonderwijs, in beweging brengen, motorische ontwikkeling