Alles over sport logo

Kernrandzones voor bewegen tussen stedelijk en landelijk gebied

Een beweegvriendelijke omgeving faciliteert, stimuleert en daagt uit om te bewegen, spelen en sporten. Binnen de bebouwde kom is het niet altijd mogelijk om te recreëren en te sporten in de openbare ruimte. Maar buiten de bebouwde kom zijn zeker mogelijkheden. Veel natuurgebieden zijn vrij toegankelijk en er ligt vaak een uitgebreid net aan wegen en paden die uitnodigen om te bewegen. Maar hoe kom je daar? In dit artikel lees je hoe de overgangszone tussen bebouwde kom en natuurgebieden kan bijdragen aan bewegen en sporten – vanuit de visie van provincie, gemeente, landschapseigenaar en belangenbehartiger. Daarna delen we praktische tips over hoe je dit aanpakt.

Kernrandzones
Kernrandzones zijn de randen van steden en dorpen die de overgang vormen van stedelijk naar landelijk gebied. Ze bieden een recreatief uitloopgebied voor bewoners van een stad of dorp.

Urgentie voor de provincie

Om uit te leggen wat kernrandzones kunnen betekenen voor provincies, gebruiken we een voorbeeld uit provincie Utrecht. Al in 2014 stimuleerde deze provincie hun gemeenten om een ‘kernrandvisie’ op te stellen. Dat deed de provincie, omdat de overgangen van stad en dorp naar buitengebied ingeboet hadden aan kwaliteit en gebruiksmogelijkheden. “Rond de stad Utrecht zie je bijvoorbeeld mooie, groene plekken, die niet met elkaar verbonden zijn. Met kleine ingrepen kun je die interessant maken voor fietsers en wandelaars. Het hoeft niet allemaal langs cultureel erfgoed te voeren, een beetje ruige natuur heeft ook een waarde” [1].

“Het kwalitatief verbeteren van de kernranden levert veel op voor de ruimtelijke signatuur van de provincie. Aantrekkelijke kernranden vergroten de belevings-, gebruiks- en toekomstwaarde van Utrecht. Ze dragen ook bij aan een betere uitwisseling tussen kern of stad en land en leveren betere aanzichten van dorpen en steden op” [1]. Ofwel: met goede verbindingen vanuit de kern naar het buitengebied creëer je meer mogelijkheden voor ommetjes en sport-, beweeg- of speelroutes. Zo wordt het eenvoudiger inwoners te stimuleren meer te bewegen. Deze groene overgangen dragen ook bij aan de biodiversiteit, goed voor mens en dier.

Om de ruimtelijke kwaliteit (belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde) van de kernrandzones te vergroten, stelde de provincie Utrecht de volgende doelstellingen op:

  • bestaande kwaliteiten behouden en versterken
  • samenhang en continuïteit herstellen, ontbrekende schakels toevoegen, versnipperde onderdelen samenvoegen
  • diversiteit vergroten
  • robuustheid vergroten
  • beleefbaar en toegankelijk maken

De provincie Utrecht ontwikkelde daarvoor de volgende instrumenten:

Urgentie voor de gemeente

Beleidsmatig staan kernrandzones niet altijd hoog op de agenda van een gemeente. Daardoor laten aantrekkelijkheid en toegankelijkheid soms te wensen over. Let maar eens op als je bijvoorbeeld met de trein of fiets een bebouwde kom binnenkomt. De kernrandzone is een visitekaartje voor een stad of dorp, maar het ontbreekt weleens aan een visie op deze gebieden. Hierdoor is de verblijfskwaliteit laag en ontbreekt het soms aan routes voor wandelen, skeeleren, fietsen, paardrijden, enzovoorts. Dit terwijl kernrandzones zelf een mogelijkheid bieden voor vrijetijdsbesteding zoals recreatie en toerisme, maar kan het ook de verbinding zijn vanuit bebouwde kom naar natuurgebieden.

Thoral (2014) geeft enkele suggesties voor de plekken waar landelijk gebied overgaat in de bebouwde kom. Deze kernrandzones zijn volgens Thoral een gebied waar inwoners van het landschap kunnen genieten. Maar waar ook plek kan zijn voor kleinschalige initiatieven die de uitstraling en gebruikswaarde kunnen verbeteren. Denk aan een zorgboerderij, een crèche, of een tijdelijke kunstenaarskolonie in een leeg gebouw. Daarmee kun je een gebied dat uit het oog is verloren weer op de kaart zetten.

Praktijkvoorbeeld gemeente Staphorst

In de omgevingsvisie van Staphorst staat dat ze de recreatieve routestructuur willen gaan verbinden met ommetjes vanuit een dorpskern. Dus ze richten zich naast toeristen en recreanten nu ook de bewoners van Staphorst. Want wandelen kan een grote bijdrage leveren aan de gezondheid van de inwoners. Om wandelen in de omgeving te stimuleren wil Staphorst Lange-Afstand-Wandelpaden (LAW’s), streekpaden, regionale routenetwerken en andere recreatieve routes verknopen met het bestaande wandelnetwerk. Dit betekent ook dat ze wandeltrajecten willen creëren op plekken waar de hoofdfunctie anders is (bijvoorbeeld agrarisch, natuur of waterkering).

“Om wandelen te bevorderen, is van belang te zorgen voor een hoge kwaliteit van:

  • infrastructuur, zoals aparte voetpaden en verkeersveilig lopen en oversteken zonder barrières;
  • de omgeving, zoals toegankelijkheid van gebieden, beweegvriendelijke leefomgeving, rust, afwisselend landschap en (cultuur)historie en goed looproutes;
  • voorzieningen, zoals openbaar vervoer, ook in het weekend, parkeermogelijkheden, informatie over wandel- en looproutes, aanwezigheid van restaurants, hotels, B&B, cafés, winkels, bankjes en rustplekken.”

Praktijkvoorbeeld Breda: Stad in het Park

Breda wil niet alleen het bestaande, bebouwde gebied vergroenen (met bijvoorbeeld geveltuintjes). De gemeente stelt ook ‘groene eisen’ voor nieuwe ontwikkelprojecten. En de stad wil verbindingen leggen met ‘groene randen’. Dit sluit aan bij het programma de Groene Metropool van Staatsbosbeheer, om een aantrekkelijk groen woon- en vestigingsklimaat in Nederlandse steden te creëren. “De doelstelling is het ontwikkelen van een groen, waterrijk netwerk voor plant, dier en mens dat het stedelijk gebied dooradert, van de stadscentra tot in de natuurgebieden.” Dus lopen, fietsen en sporten vanuit woongebied naar buitengebied zonder obstakels als ringwegen | Stad in het Park.

Urgentie voor de landschapseigenaar

Ook landschapseigenaren en -beheerders zetten zich in voor kernrandzones. Staatsbosbeheer streeft er bijvoorbeeld naar dat iedere Nederlander direct vanuit huis is aangesloten op een groen, waterrijk netwerk (programma de Groene Metropool). Deze groene nutsvoorziening draagt bij aan een sterk woon- en vestigingsklimaat voor mens, dier en plant. Door verbinding te leggen met de vele andere groene gebieden in de stad en eromheen, verleid je inwoners om meer naar de natuurgebieden te gaan om te wandelen, fietsen en sporten. Het koppelen van meerdere opgaven aan die verbindingszones – zoals waterberging, klimaatadaptatie en stikstofopvang – kan zorgen voor een win-win-win-situatie (zogenaamde meekoppelkansen). Zoals Staatsbosbeheer het zelf formuleert: “Natuur is er voor iedereen, maar niet overal even toegankelijk. Om mensen meer bewust te maken van de waarde van onze natuur en waarom we daar zo zuinig op moeten zijn, is het goed dat zoveel mogelijk mensen de positieve effecten van het zijn in de natuur ervaren.”

Door de ruimte die we met zijn allen moeten delen, is het lastig om de natuurkernen zelf uit te breiden. Maar we kunnen wél de overgangszones natuurlijker inrichten. Daardoor wordt er ook meer mogelijk in de randzones, op gebied van sport en bewegen. Kijk daarvoor eens multidisciplinair naar een gebied, zoals in Biosphaerium.

Praktijkvoorbeeld Groeningen (Regio Groningen-Assen)

Het Netwerk Groeningen is op zoek naar de perfecte balans binnen Ruimtelijke Kwaliteit en Klimaat. Dit betekent dat Groeningen niet alleen de groene airco van de stad is, maar ook wateropvang en de plek voor groene fitness. Om dit te bereiken, is een goede samenwerking nodig tussen alle betrokken partijen in het gebied Groningen stad – Roden/Peize. Een onderdeel van Groeningen richt zich op “Sportief in de openbare ruimte” waar door middel van verbindingen tussen kunst, sport, voeding en cultuur klimaatevenementen en klimaateducatie worden ontwikkeld. Initiatieven in deze regio zijn o.a.: Onlanden, De Groene 4 Mijl en de snelfietsroute de Groene As (Groningen – Assen) die aansluit op lokaal fietsroutenetwerk.

Praktijkvoorbeeld de Diemer Scheg

De gemeenten Diemen, Weesp, Gooise Meren en Amsterdam werken samen met Staatsbosbeheer en Groengebied Amstelland om de groengebieden in dit gebied te beheren en toegankelijker te maken voor inwoners van de omliggende gemeenten | De Diemer Scheg.

Urgentie voor belangenbehartigers van wandelen en fietsen

Voor inwoners van steden en dorpen is het belangrijk om direct vanuit huis een aantrekkelijk rondje te kunnen wandelen of fietsen. Kernrandzones zijn dichtbij en dienen aantrekkelijk te zijn vanwege toegang tot natuur, landschap en landgoederen. Daar kun je fietsen of lopen in een afwisselende omgeving over (onverharde) wegen. Ook tref je daar (cultuur)historie aan met typische landschapselementen als houtwallen, bloeiende bermen, dijken en sluizen. Een leuk ommetje is er al snel gemaakt en je hoeft dan niet eerst met de auto of openbaar vervoer naar een verder gelegen recreatiegebied.

Diverse ontwikkelingen in kernrandzones maken dat ze minder aantrekkelijk worden om te fietsen of wandelen. Regelmatig worden barrières opgeworpen waardoor het aantrekkelijke buitengebied vanuit de woonkern niet of nauwelijks meer te bereiken is. Tenzij je eerst vele (onaantrekkelijke) kilometers wilt omlopen. Denk daarbij aan nieuwe rondwegen die recreatieve verbindingsroutes doorsnijden, spoorwegovergangen die worden afgesloten en/of nieuwe bedrijven(terreinen) zonder groen en vooral geschikt voor de auto. Ook zien we dat gebieden nabij een woonkern op zich erg aantrekkelijk kunnen zijn, maar te voet of per fiets niet toegankelijk zijn, omdat een goede en veilige infrastructuur ontbreekt.

Door juist kernrandzones aantrekkelijk, toegankelijk en veilig te maken en te houden voor fietsers en wandelaars – en daarbij te zorgen voor goede recreatieve verbindingen en routes – stimuleer je dat mensen makkelijk een rondje kunnen maken vanuit huis en dus in beweging komen.

Praktijkvoorbeeld Stad-te-Voet® in Apeldoorn

Stad-te-Voet® (Wandelnet) bestaat uit een routenetwerk van wandelroutes (variërend van 4 tot 20 km) die het stadscentrum verbindt met het buitengebied. De routes zijn gemarkeerd door middel van gekleurde pijlen en sluiten aan op het OV-netwerk (bus, trein). Iedere route heeft een eigen thema en elk knooppunt van routes heeft een eigen naam. De routes worden onderhouden en gecontroleerd door vrijwilligers. Voorbeelden van Stad-te-Voet® projecten zijn: Apeldoorn, Utrecht en Park Lingezegen (tussen Arnhem en Nijmegen).

Het voorbeeld van Apeldoorn heeft tien wandelroutes die de binnenstad en de uitgestrekte natuurgebieden daaromheen met elkaar verbindt. Met concrete investeringen vanuit een Investeringsimpuls van de provincie Gelderland en het gemeentelijke programma ‘Naar een stadsrand met buitenkwaliteit’ zijn de wandelverbindingen sterk verbeterd. Onder andere door een nieuwe ingang van het Park Berg en Bos te maken zodat de route langs een spreng kon lopen in plaats van langs een drukke autoweg. Of door een trap aan te leggen op het talud om via graspaden op het viaduct van de Woudweg over de A50 te komen.

Urgentie voor waterrecreatie

Bepalend voor het landschap in Nederland is ook het netwerk van waterwegen en meren. We moeten ons niet alleen beschermen tegen water, maar we gebruiken het voor transport, ontspanning en sport: zeilen, motorbootvaren, sportvissen, kitesurfen, waterskiën, wakeboarden, sportduiken, kanoën, suppen en roeien. Nederland heeft bijna 2,6 miljoen waterrecreanten met een omzet van ruim € 2,1 miljard en geeft werk aan 20.300 mensen (factsheet de waarde van waterrecreatie).

Niet alleen vanuit economisch perspectief, maar ook in relatie tot de kwaliteit van stad en platteland, natuur en landschap, wonen en werken, sport en gezondheid en cultuurhistorie en sociale samenhang is het van belang dat in en om de stad waterrecreatie-gebieden bereikbaar zijn. En in goede verbinding met elkaar staan. De kwaliteit van de leefomgeving en het beheer van water in stedelijke gebieden zijn belangrijke motieven geworden (Toekomstvisie Waterrecreatie Nederland 2025).

Lees ook deze artikelen:

Praktijkvoorbeeld: Blauwestad

Blauwestad is een deel van de gemeente Oldambt. Wat ooit akkerland was, is nu een woongebied omgeven door een groot meer. Bijna alle kavels in Blauwestad liggen aan het Oldambtmeer en kunnen dus vanuit huis het water op.

Praktijkvoorbeeld: De Blauwe As

Door een nieuw stuk kanaal te graven is een vaarroute gecreëerd zodat het mogelijk is een rondje Assen te varen en eventueel verder te varen richting Groningen of Meppel | De Blauwe As.

Praktijkvoorbeeld: Willem-Alexander roeibaan in Zuidplas

In samenwerking met het waterschap, de provincie, het recreatieschap Rottemeren en gemeente Rotterdam heeft gemeente Zuidplas (het laagste punt in Nederland) een groot herinrichtingsproject (ruim 300 hectare) gerealiseerd in de Eendragtspolder. Hier wordt waterberging (4 miljoen m3), natuur, recreatie en (top)sport gecombineerd. In het oog springend onderdeel van dit project is de Willem-Alexander roeibaan. Zelfs bij maximale waterberging blijft het finish-eiland (met hoofdgebouw, botenloods en kleedkamers) droog.

Tips voor ontwerp infrastructuur kernrandzones (Hardware)

Hoe kan de overgang (kernrandzones) tussen bebouwde kom en natuurgebieden bijdragen aan stimuleren van bewegen en sporten? Ten eerste door te bepalen dat sport, spelen en bewegen als ontwerpindicator wordt opgenomen. Zodat deze activiteiten niet een sluitpost worden, maar integraal worden opgenomen bij de ontwikkeling van het gebied. Partijen die gaan over aanbestedingseisen, opstellen van pakket van eisen voor gebiedsinrichting en de partijen die daarin meedenken moeten “sport- en beweeginclusief” leren denken. Ten tweede om gebruik te maken van ‘meekoppelkansen’. Als er wordt gewerkt aan (regulier) onderhoud en verbetering van gemeentelijke-, provinciale en/of Rijksinfrastructuur, verbeter dan meteen de passeerbaarheid en sociale veiligheid.

Tips voor ontwerp:

  • verbind het looproute netwerk van de wijk met het buitengebied door middel van wandel- en fietspaden en/of waterroutes
  • creëer wandel- en fietsroutes in lussen van diverse afstanden (dus niet alleen van A naar B)
  • zorg voor aantrekkelijkheid (groen, water, oude landschapsstructuren, goede zichtlijnen, mate van doorzichten, iets te beleven, …)
  • zorg voor toegankelijkheid (inclusiviteit) voor verschillende gebruikers (rollator- en rolstoelgebruikers, skeeleraars, mountainbikers, …), want dat is bepalend voor gebruik en beleving
  • zorg voor sociaal veilige netwerken met zichtbare verbindingen en verlichting, maar houd rekening met de natuur
  • voorkom barrières voor actieve vormen van mobiliteit en houd/maak wegen, spoorwegen en waterwegen in kernrandzones makkelijk en veilig passeerbaar voor wandelaars, fietsers en ruiters
  • zorg voor variatie in routes: naast levendige en sociaal veilige routes zijn rustige, groene routes geschikt voor ommetjes, hardlopen, ‘lopend vergaderen’ en meer (Molster, 2020)

Hulp- en inspiratie middelen:

Tips voor stimulering gebruik kernrandzones (Software)

Houd rekening bij het vormgeven van de kernrandzones met diversiteit aan lichamelijke actieve (vrijetijds)activiteiten:

  • ommetje lopen: hond uitlaten, lunchwandeling, daily mile, ontmoeten/op visite gaan, …
  • actief transport: lopen en fietsen van woning naar werk, school, winkels, zorg, speel- en/of sportlocatie, …
  • recreatie en sport: wandelen, fietsen, zwemmen, zeilen, suppen, kanoën, hardlopen, mountainbiken, skeeleren, wielrennen, paardrijden, roeien, …

Als die kernrandzone goed is ingericht dan kun je mensen verleiden om te recreëren en sporten in het natuurrijke buitengebied door interventies als:

  • campagnes (wandel naar je werkdag, fiets naar je werk/school)
  • evenementen voor kennismaking met het gebied en stimulering gebruik (het pronkjewailpad)
  • burgerinitiatieven te omarmen (www.ri4daagse.nl)
  • thematisering van routes, storytelling, onderdompeling in het gebied, de natuur gebruiken als escape van de drukte van de stad
  • beweegstimulering door beweegapps met beloningen (Bicycle buddy op het Rijnwaalpad, Ring Ring)
  • beleving van gebied verhogen door bijvoorbeeld toepassing van technologie (the nature game)
  • ontwikkeling van arrangementen (fietsen en wandelen in Drenthe)
  • helpen met zoeken van juiste routes voor rustig wandelen/fietsen (Drukteapp)

Tijdelijke interventies kunnen blijvende effecten in een gebied hebben, omdat de route of het gebied in het geheugen (de mentale map) van gebruiker wordt opgeslagen.

Voor kennis over het gebruik groene ruimte door recreanten en sporters en welke effecten groen als beweegvriendelijke omgeving heeft op sport en bewegen verwijzen we naar dit artikel.

Tips voor organisatie (Orgware)

Niet alleen vormgeven van kernrandzones (hardware) en stimulering (software) zijn van belang, maar ook de processen om dit tot stand te brengen én te houden (orgware). Denk hierbij aan samenwerking (burgerparticipatie, intersectoraal, regionaal), organisatie (onderhoud, beheer, handhaving, financiën, monitoring & evaluatie) en strategisch beleid (bijvoorbeeld omgevingsvisie en beleid t.a.v. gezonde stad, bewegende stad, healthy aging, groene stad).

Bronnen

  1. Thoral I. Kernrandzones. Ingeborg Thoral: Utrecht; 2014.
    —-
  2. Overig:


Artikelen uitgelicht


Beleid
Openbare ruimte
professional
praktijkvoorbeeld
beweegvriendelijke omgeving