Alles over sport logo

Kinderen in armoede meer laten bewegen: zo pakt Twenterand het aan

Kenniscentrum Sport & Bewegen vormde begin dit jaar met vijf gemeenten een aanvoerdersgroep rond het thema kansenongelijkheid in sport- en beweegdeelname van jeugd naar sociaaleconomisch milieu. De deelnemende gemeenten werken gedurende het traject aan hun eigen vraagstukken. In een serie van vijf artikelen delen zij hun ervaringen, doelen en leerpunten. In deel 3: gemeente Twenterand, waar een coördinator sport en armoede de kloof tussen praktijk en beleid verkleint en gezinnen met een kleine beurs op weg helpt naar sport en bewegen.

De gemeente Twenterand verbindt armoede en sport steeds meer, vertelt Joost Kock, beleidsmedewerker Sport en Jeugdwelzijn. ‘In het Twenterandse coalitieakkoord 2022 – 2026 staat dat we meer inwoners in beweging willen krijgen, specifiek mensen met een lagere sociaaleconomische status. Doel is dat alle kinderen en volwassenen kunnen meedoen met het sportaanbod.” Vanuit zijn vorige werk als verenigingsmanager bij een omnisportvereniging wist Kock echter dat voor mensen met een kleine beurs de stap naar sport en bewegen groot kan zijn. “Collega’s op armoede- en minimabeleid bevestigden dat. Ik heb me daarom wat meer op hun werkveld begeven om te kijken hoe we die drempels kunnen verlagen. Het aanvoerderstraject was een kans deze verbinding verder te leggen.”

Collega’s enthousiasmeren

Beleidsmedewerker Joost Kock

Deelname aan het traject vereiste wel enige overtuigingskracht, vertelt Kock. “Ik richtte me allereerst op het enthousiasmeren van mijn collega’s van armoede- en minimabeleid. Sommigen hadden het idee dat er al voldoende was opgetuigd voor deze doelgroep om te kunnen meedoen met sport en bewegen. Ik ben vervolgens aangesloten bij de gesprekken die zij hadden met organisaties uit het werkveld, vanuit hun accounthouderschap.”

Daar bracht hij het thema van sport en armoede in. “Deze partners gaven toen aan dat wat er vanuit beleid wordt geformuleerd niet altijd aansluit bij wat nodig is. Soms denken we dat inwoners met een kleine beurs vanzelf gaan sporten en bewegen als we het financieel mogelijk maken. Maar vaak hebben deze mensen er bijvoorbeeld geen ruimte voor in hun hoofd, of ze hebben weinig succeservaringen met sport.” Over deze drempels is steeds meer informatie beschikbaar, vertelt hij. “Toch merkte ik dat het vooral goed werkte lokale partners hierover te laten vertellen, om mijn collega’s mee te nemen.” 

Met partners om tafel

Vervolgens voerden Kock en zijn collega’s gesprekken met partners die direct contact hebben met de doelgroep. Dat waren partners waar al contact mee was vanuit het armoededomein en nieuwe partners: 

Kock: “We vroegen hen: waar denken jullie dat winst te behalen is?” Het was een bewuste keuze om niet bij inwoners zelf input op te halen. “Twenterand kent een groot netwerk van organisaties die zich bezighouden met deze doelgroep. Zij weten door hun lokale geworteldheid en contacten goed wat er speelt bij de gezinnen. Bovendien hebben zij vertrouwen opgebouwd. We willen als gemeente hun rol niet overnemen, maar samenwerken en hun input benutten bij het maken van beleid.” 

De partners in het veld weten door hun lokale geworteldheid en contacten goed wat er speelt bij inwoners. Die input moeten we benutten bij het maken van beleid.

Joost Kock, beleidsmedewerker Sport en Jeugdwelzijn bij gemeente Twenterand

Coördinator sport en minimaregelingen 

Hoewel Kock in de gesprekken aanvankelijk aanstuurde op een plan van aanpak, hadden zij meer behoefte aan een “hands-on aanpak”. “In plaats van een nieuw plan, wilden zij liever ‘handjes’, zoals iemand die in de praktijk echt kan meehelpen met hun opgaven.” Dit was aanleiding om een coördinator aan te stellen die zich beweegt op twee snijvlakken: 1: sport en armoede, en 2: beleid en praktijk. “Zij is vooral een schakel. Tussen betrokken organisaties, maar ook tussen inwoners die willen meedoen met sport- of culturele activiteiten en de betreffende organisaties. Verder zal ze bijvoorbeeld intermediairs benaderen voor de fondsen en regelingen.” Een spin in het web dus. “Zo willen we de lijntjes tussen de gemeente en partners verkorten, en de kloof tussen praktijk en beleid verkleinen.” 

Wat doet de coördinator armoede en sport in Twenterand? 

De kerntaken zijn: 

  • Het aantal intermediairs bij het Volwassenenfonds Sport & Cultuur uitbreiden, van zes naar circa twintig.
  • Landelijke en regionale initiatieven verbinden aan de doelgroep.
  • De verbinding maken met partners die zich bezighouden met armoedevraagstukken binnen de gemeente.
  • Het aanspreekpunt zijn voor de partners richting sport- en cultuurorganisaties.
  • Themabijeenkomsten organiseren.
  • Het proces van fondsaanvragen faciliteren voor inwoners.

Vrijwilligers ondersteunen

De coördinator helpt ook het thema sport en bewegen te verweven in gesprekken vanuit de intermediairs en partners met de doelgroep. “Veel van deze organisaties hebben vrijwilligers, zoals schuldhulpmaatjes of begeleiders bij sportverenigingen. Maar denk ook aan professionals zoals buurtsportcoaches. De coördinator kan hen waar nodig en gewenst informeren over het sportaanbod én financiële regelingen, zodat zij inwoners beter op de mogelijkheden kunnen wijzen. Ze ondersteunt bovendien met het invullen van de aanvraagformulieren. We richten ons hierbij op mensen die drempels ervaren om te sporten en bewegen, maar er wél voor openstaan. Dat kan bijvoorbeeld de vrijwilliger inschatten.” 

Zes uur per week

De coördinator is aangesteld voor zes uur per week, in eerste instantie voor een jaar. Ze wordt gezamenlijk gefinancierd vanuit het sport- en armoededomein, hoewel grotendeels vanuit armoede, en is in dienst bij welzijnsorganisatie Avedan. “Ze startte op 1 oktober en legt nu contacten met partners om te kijken: hoe kunnen we deze doelgroep beter naar sport en bewegen begeleiden?” Kock ziet de coördinator als waardevolle aanvulling op de buurtsportcoach. “Die organiseert beweegactiviteiten, maar de coördinator kan een rol vervullen in de toeleiding naar die activiteiten. Ook kan ze behoeften vertalen van inwoners naar de buurtsportcoach, zodat die het aanbod daarop kan afstemmen.” De coördinator koppelt haar bevindingen en activiteiten terug aan Kock en zijn collega op armoedebeleid, in een gezamenlijk en structureel overleg.

Speel in op de behoefte

Heeft er in het traject iets tegengezeten? “De opstart van de coördinator duurde langer dan gehoopt, door formele procedures.” Verdere tegenslagen verwacht Kock niet echt. “Al is het lastig inschatten hoeveel mensen wel wíllen sporten, maar het niet doen vanwege drempels. Wat het qua aantallen gaat opleveren weten we dus nog niet, hoewel het sowieso waardevolle samenwerkingen brengt.” Over een half jaar hoopt Kock dat er meer intermediairs zijn voor de fondsen, dat organisaties elkaar beter kunnen vinden en dat inwoners minder afstand tot de gemeente ervaren. Ook zal de opgebouwde samenwerking met de tijd nieuwe vragen en onderwerpen opleveren, om daar vervolgens weer op voort te borduren. Voor andere gemeenten die ook aan dit thema willen werken, heeft hij een tip: “Speel in op de behoefte. Kijk waar je écht het verschil kunt maken. We hebben ons eigen plan losgelaten om iets neer te zetten waaraan in het veld werkelijk behoefte is.”

Meer lezen


Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
In de wijk
Jongeren, Kinderen
public, professional
praktijkvoorbeeld
beleidsontwikkelingen, gezondheidsbevordering, in beweging brengen, lage inkomens