Alles over sport logo

Zo kom je tot effectieve leefstijlbegeleiding in de huisartspraktijk

De uitbraak en gevolgen van corona laten het belang zien van een gezonde leefstijl. Dit momentum is te benutten door leefstijlverandering nog meer aan te moedigen binnen de huisartspraktijk. In dit artikel reiken we huisartsen en praktijkondersteuners hiervoor handvatten aan, met als basis het 5A-model.

De coronapandemie maakt de roep luider om ongezonde leefstijl aan te pakken. Niet alleen om de gevolgen van Covid-19 te beperken, maar ook om chronische aandoeningen te voorkomen. Daarbij is veel ruimte voor verbetering. Zo eet slechts 16% van de volwassen meer dan 200 gram groente per dag en haalt maar de helft van de volwassen de beweegrichtlijnen. We focussen in dit artikel op meer bewegen. Dat draagt bij aan verbetering van fysieke en mentale gezondheid.

Huisartsen missen handvatten en tijd

Lang niet alle volwassenen beschikken over de vaardigheden om een gezonde leefstijl aan te nemen. Zij hebben vooral hulp nodig van hun huisarts of praktijkondersteuner, maar in de praktijk gebeurt dat in beperkte mate en leidt het te weinig tot het gewenste resultaat. 

Veel artsen willen vaker leefstijl bespreken of adviseren dan ze nu doen, zo blijkt uit vragenlijstonderzoek waar 198 van de 1.660 aangeschreven artsen op reageerden[1]. Voor het geven van leefstijlbegeleiding missen zij tijd, ondersteunende middelen, informatiemateriaal en duidelijke, praktische richtlijnen. Huisartsen geven vaker leefstijlbegeleiding bij vertrouwen in hun eigen kunnen, een positieve attitude ten aanzien van leefstijlbegeleiding en als ze denken dat patiënten verwachten dat de huisarts erover begint.

Voorwaarden voor effectieve hulp

Het onderzoek laat aan de hand van het 5A-model[2] zien hoe huisartsen leefstijladvies geven. Dit model beslaat vijf stappen die nodig zijn om leefstijlbegeleiding kans van slagen te geven[3]. Als van deze vijf meerdere stappen goed worden toegepast, dan zorgt dat voor een toename van de motivatie en intentie van de patiënt om zijn of haar leefstijl te veranderen[4]. De stappen hoeven niet tegelijk in één consult te worden besproken.

De vijf stappen van het 5A-model:

  1. Achterhalen: vraag de patiënt ervaringen en behoeften te noemen. Bijvoorbeeld: vraag wat de patiënt graag wil aanpakken ten aanzien van zijn/haar leefstijl en bepaal in hoeverre hij of zij gemotiveerd is hiermee aan de slag te gaan.
  2. Adviseren: verklaar deze ervaringen en geef informatie op maat, bijvoorbeeld op welke manier bewegen kan bijdragen aan het gezonder en fitter voelen.
  3. Afspreken: help bij het stellen van haalbare doelen en neem gezamenlijk besluiten. Het kan bijvoorbeeld beter zijn om in eerste instantie afspraken te maken over deelname aan activiteiten, dan over het fysieke effect dat behaald zou moeten worden.
  4. Assisteren: help bij persoonlijke barrières en ga na of er behoefte is aan extra ondersteuning. Bijvoorbeeld: bespreek op welke manier financiën geen belemmering hoeven te zijn, of zorg voor ondersteuning van een bekende of ervaringsdeskundige bij mentale belemmeringen.
  5. Arrangeren: maak samen een specifiek plan voor (vervolg)ondersteuning. Bespreek wat de patiënt gaat doen, en waar je zelf een rol blijft spelen.

Achterhalen en adviseren zijn de A’s die het vaakst ter sprake komen in de spreekkamer, blijkt uit het onderzoek. Samen doelen stellen, helpen bij het overwinnen van barrières en vervolgafspraken regelen, komen het minst aan bod. De kans dat patiënten dan daadwerkelijk iets doen met het advies is erg klein: het ontbreekt velen aan de vaardigheden om zonder hulp hun leefstijl aan te passen.

Leefstijlbegeleiding hoeft geen extra tijd te kosten

Als arts of praktijkondersteuner hoef je niet alle A’s zelf in te zetten. Gezien de beperkte tijd die huisartsen en praktijkondersteuners hebben voor patiënten ligt het voor de hand om andere professionals in te schakelen. Zij kunnen bijvoorbeeld de laatste drie A’s oppakken. Denk aan het (eerder) verwijzen naar de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), waar de leefstijlcoach de laatste drie aspecten behandelt. Ook kan de buurtsportcoach passend beweegaanbod vinden. De beweegsector is intussen zo ver geprofessionaliseerd dat er voldoende beweegaanbieders zijn om mensen te begeleiden bij leefstijlverandering.

Uit onderzoek blijkt dat huisartsen die 1,5 uur getraind zijn in verwijzen, in minder dan 30 seconden effectief kunnen verwijzen naar een leefstijlprogramma om af te vallen[5]. Als de assistent direct na het consult een afspraak voor de patiënt regelde om deel te nemen aan een leefstijlprogramma, dan nam 40% van de patiënten deel. Een groot verschil vergeleken met de 9% die in hetzelfde onderzoek alleen advies kreeg. Een vergelijkbare aanpak kun je hanteren bij het verwijzen naar beweegaanbod. Zo zijn er zorglocaties waar de buurtsportcoach structureel wordt ingezet om de patiënt naar geschikt beweegaanbod te brengen.

Sommige artsen besteden wel meer tijd aan leefstijlbegeleiding. Zij geven aan dat dat de werkdruk op de middellange termijn juist doet afnemen en het werk leuker maakt[6,7]. Dit hoeft niet de norm voor alle huisartsen te zijn.

Praktische tips voor de huisarts en praktijkondersteuner

Met deze informatie als achtergrond geven we een aantal tips: 

  • Gebruik het 5A-model als kapstok. Bedenk aan de hand van het model welke stappen je met de patiënt behandelt en welk deel je bij andere professionals neerlegt. Bespreek met die professionals welk deel van de begeleiding zij op zich nemen.
  • Het is niet altijd duidelijk wat belangrijke zaken zijn in iemands leven. Je kunt hen dan het spinnenweb van Positieve Gezondheid laten invullen en de leefstijlbegeleiding die je geeft aan te laten sluiten bij de uitkomsten.
  • Spelen er op meer terreinen leefstijlproblemen, dan kun je het Leefstijlroer gebruiken om te achterhalen op welke terreinen dat is. De organisatie Arts en Leefstijl kan meer informatie geven hoe je vervolgens de patiënt kunt ondersteunen.  Realistische doelen stellen, kleine stapjes nemen en leefstijlverandering die past in het leven van de patiënt zijn hierbij de basis.
  • Willen jij en de patiënt inzicht hebben of de patiënt voldoet aan de beweegrichtlijnen? Vul dan samen met de patiënt de Beweegrichtlijnentest in. 
  • Wil iemand aan de slag om meer te gaan bewegen? De Beweegcirkel is een gesprekstool waarmee je als professional met jouw patiënt in gesprek gaat over bewegen. De tool is opgebouwd in de stappen van gedragsverandering. Zo kun je bespreken hoeveel iemand nu al beweegt en hoe je meer beweging in de dag kunt brengen.
  • Wil je wel verwijzen naar de gecombineerde leefstijlinterventie, maar wil je dat de deelnemer aan meer begeleide sessies kan deelnemen? Verdiep je dan in mogelijkheden om mensen parallel aan de GLI wekelijks (of vaker) begeleid te laten bewegen. De gemeente heeft hier dan direct of indirect via de buurtsportcoach een rol.

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Bob C. Mulder (assistant professor Strategic Communication) en Iris A.C. de Vries (huisarts).

Bronnen

  1. Kiestra L, de Vries IAC, Mulder BC. Determinants of lifestyle counseling and current practices: A cross-sectional study among Dutch general practitioners. PLoS One. 2020 Jul 21;15(7):e0235968.
  2. CBO, Zorgmodule Zelfmanagement 1.0. (2014). Het ondersteunen van eigen regie bij mensen met één of meerdere chronische ziekten. Op 19 februari 2021 ontleend aan: https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/persoonsgerichte-zorg/zorgmodule-zelfmanagement-1-0.pdf
  3. Sherson, E. A., Yakes Jimenez, E., & Katalanos, N. (2014). A review of the use of the 5 A’s model for weight loss counselling: differences between physician practice and patient demand. Family practice, 31(4), 389-398.
  4. Jay, M., Gillespie, C., Schlair, S., Sherman, S., & Kalet, A. (2010). Physicians’ use of the 5As in counseling obese patients: is the quality of counseling associated with patients’ motivation and intention to lose weight?. BMC health services research, 10(1), 1-10.
  5. Aveyard, P., Lewis, A., Tearne, S., Hood, K., Christian-Brown, A., Adab, P., … & Lycett, D. (2016). Screening and brief intervention for obesity in primary care: a parallel, two- arm, randomised trial. The Lancet, 388(10059), 2492-2500.
  6. Lambregtse, C. (november 2018). Zo doen zij het: minder werkdruk, meer tijd voor de patiënt. LHV de Dokter.
  7. Stolk, G. (december 2020). Meer patiënten, minder werkdruk. De Eerstelijns.

Artikelen uitgelicht


Gezonde leefstijl
Sport en corona
Eerstelijnszorg
public, professional
feiten en cijfers
chronische aandoening, gezondheidsbevordering, starten met sporten en bewegen