Alles over sport logo

Wat kan bijdragen aan het succesvol opschalen van interventies?

Als een interventie van meerwaarde is, zou het waardevol zijn deze op meerdere locaties in te zetten. Maar de stap van een bewezen effectieve interventie naar toepassing op meerdere locaties is niet vanzelfsprekend[1]. Er is nog weinig bekend over welke factoren en strategieën een rol spelen bij het succesvol opschalen van interventies. De nieuwe ZonMw-kennissynthese ‘Opschalen van Preventieve Interventies’ biedt meer inzicht en aanbevelingen waar je als interventie-eigenaar of ontwikkelaar ook baat bij kunt hebben.

Over de kennissynthese

  • De kennissynthese geeft antwoord op de vraag: welke determinanten, opschaalroutes en opschaalstrategieën hebben geleid tot het succesvol opschalen van preventieve interventies in Nederland?
  • Er zijn interviews gehouden met interventie-eigenaren en medewerkers van kennisinstellingen en GGD’en. Ook is een vragenlijst uitgezet onder interventie-eigenaren van erkende leefstijlinterventies (zie database Loket Gezond Leven en database sport- en beweeginterventies).
  • De kennissynthese werd uitgevoerd door Amsterdam UMC in samenwerking met medewerkers van GGD Amsterdam, UMC Groningen, Universiteit Maastricht, RIVM en Kenniscentrum Sport & Bewegen. De kennissynthese gebeurde in opdracht van ZonMw, naar aanleiding van de Kennisagenda Implementatie.

Wat is opschalen?

Als een interventie heeft bewezen van nut te zijn, kan het waardevol zijn deze ook op andere locaties uit te voeren, zodat meer mensen baat kunnen hebben bij de interventie. Wanneer je een interventie op meerdere locaties gaat implementeren, spreek je van het opschalen van een interventie. Als interventie-eigenaar kun je acties ondernemen (opschaalstrategieën inzetten) om de implementatie op meerdere locaties te ondersteunen of te stimuleren. 

Wanneer is de opschaling succesvol? Deelnemers aan de kennissynthese gaven aan dat zij naar de volgende aspecten kijken. 

  • Bereik hebben: meer deelnemers, meer uitvoerders, meer locaties, van lokaal naar regionaal of nationaal.
  • Kwaliteit en impact van de interventie nastreven, dus borgen dat de interventie goed wordt geïmplementeerd en het de beoogde positieve effecten oplevert voor de doelgroep.
  • Inbedden van de interventie in een bepaalde (beleid)structuur, waardoor continu aanjagen niet (meer) nodig is om de interventie te laten draaien.

Determinanten voor succesvolle opschaling

Verschillende factoren (determinanten) kunnen al dan niet bijdragen aan het succes van de opschaling. Wat in elk geval helpend lijkt te zijn:

  • Een toegewijde aanjager
  • Aanwezigheid van financiering (ook voor bijvoorbeeld doorontwikkeling, onderzoek en overheadkosten)
  • Ervaren meerwaarde van de interventie (door bijvoorbeeld aangetoonde effecten, maar ook waardering door de doelgroep of uitvoerders)
  • Het juiste moment (door bijvoorbeeld aansluiting op beleid of subsidies)
  • Tijd voor opschalen

Het blijft natuurlijk ook afhankelijk van de context waarin je wilt opschalen. Voor elke locatie waar de interventie wordt geïmplementeerd, heb je te maken met net een andere context, zoals andere stakeholders en andere financieringsmogelijkheden.

Determinanten van opschalen van interventies. (Bron: Smit et al. 2024, Implementatiekennissynthese Opschalen van Preventieve Interventies)

Opschaalstrategieën

Wat kun je als interventie-eigenaar dan doen? Aan interventie-eigenaren van erkende leefstijlinterventies (zie database Loket Gezond Leven en database sport- en beweeginterventies) is gevraagd welke strategieën volgens hen hebben bijgedragen aan het succesvol opschalen van hun interventie.

De WHO Expandnet Framework deelt opschaalstrategieën in naar vier categorieën[2]: strategieën gericht op verspreiding, financiering, organisatorische processen en monitoring & evaluatie. Voor elke categorie zijn strategieën te benoemen die bijdragen aan een succesvolle opschaling. Hieronder volgen enkele voorbeelden van strategieën die volgens de meerderheid van de interventie-eigenaren positief hebben bijgedragen aan opschaling:

  • Verspreiding: Lobbyen bij relevante stakeholders en aandacht voor pr/communicatie hebben volgens interventie-eigenaren een bijdrage geleverd aan de opschaling van hun interventie.  
  • Financiering: Interventie-eigenaren proberen op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden financiering te werven, wat uiteindelijk direct of indirect kan bijdragen aan het opschalen van de interventie. Het gaat hierbij onder meer over financiering najagen voor ontwikkeling, onderzoek en overhead kosten. 
  • Organisatorisch processen: Het gaat hierbij onder meer over het blijvend ontwikkelen van de interventie en het meebewegen met de vraag en behoefte vanuit het veld. 
  • Monitoring en evaluatie: Het doen van monitoring en evaluatie helpt om zicht te krijgen op wat werkt en wat niet, en helpt (mede daardoor) ook om te weten wat je wel/niet moet doen bij het implementeren of opschalen van je interventie.

Een volledig overzicht van mogelijke opschaalstrategieën en de bijdrage die ze hebben geleverd volgens andere interventie-eigenaren is te vinden in de kennissynthese (figuur 9).

Cocktail voor opschaalsucces

Opschalen van een interventie gaat niet vanzelf. Het actief blijvend inzetten van een aanjager is hierbij cruciaal. Er worden verschillende opschaalstrategieën ingezet om een interventie op te schalen. Daarbij is er niet zoiets als één succesvolle opschaalstrategie en/of route die werkt in alle contexten. Diverse routes worden bewandeld in het opschaalproces met een aanjagende rol voor vaak de interventie-eigenaar, maar bij elke was voldoende tijd, financiën, juiste moment en meerwaarde van belang. Dit lijkt daardoor een cocktail voor opschaalsucces. 

Aanbevelingen voor eigenaren of ontwikkelaars van interventies

De kennissynthese heeft een aantal aanbevelingen, waaronder:

  • Opschalen is hard werken, dus denk in een vroeg stadium na over interventie-eigenaarschap, welke partners betrokken dienen te worden, welke determinanten van belang zijn, welke opschaalstrategieën nodig zijn, en hoe deze ook financieel ingebed kunnen worden binnen de bestaande preventie-infrastructuur.
  • Interventie-eigenaarschap wordt er vaak bij gedaan. Daarom is er een noodzaak voor inbedding van deze taken binnen beleid in een organisatie.
  • Het is van belang dat er niet alleen financiering is voor steeds nieuwe initiatieven, maar ook juist budget voor doorontwikkeling van interventies, blijvende evaluatie en dekken van overheadkosten.
  • Wie is verantwoordelijk voor opschaling? Er is geen gouden formule voor het inrichten van eigenaarschap, en er zijn meerdere varianten mogelijk. Denk hier al over na bij de ontwikkeling van interventies.

Alle aanbevelingen voor praktijk, beleid en onderzoek op basis van dit onderzoek zijn te lezen in de kennissynthese.

De kennissynthese is uitgevoerd door Rixt Smit, Gioia Muru en Femke van Nassau, in samenwerking met Kathelijne Bessems, Sandra Bukman, Vincent Busch, Djoeke van Dale, Sanne Gerards en Sacha van Twillert.

Bronnen

  1. Greenhalgh T, Papoutsi C. Spreading and scaling up innovation and improvement. Bmj. 2019;365.
  2. World Health Organization. Nine steps for developing a scaling-up strategy: World Health Organization; 2010.

Artikelen uitgelicht


Gezonde leefstijl
Platform Implementatie Sport en Bewegen
public, professional
tips
beleidsontwikkelingen, in beweging brengen, monitoring en evaluatie, samenwerken