Alles over sport logo

Bewegend leren: stand van zaken vanuit de wetenschap

Kinderen brengen een groot deel van hun dag op school door, waardoor basisscholen een belangrijke rol spelen om kinderen meer te laten bewegen[1]. Veel scholen zetten momenteel in op bewegend leren om kinderen gedurende een schooldag fysiek actiever te laten zijn. Maar wat is bewegend leren precies? En wat is er vanuit de wetenschap bekend over de effecten van bewegend leren? Dit artikel geeft een overzicht van onderzoek naar de effecten van bewegend leren op leerprestaties en het functioneren van kinderen in de klas. 

Foto: shutterstock

Veel zitten hangt samen met verschillende negatieve effecten op de gezondheid en het welzijn van kinderen[2]. Toch brengen kinderen ongeveer twee derde van een schooldag zittend door[3]. Binnen een dynamische schooldag is er sprake van afwisseling tussen zitten en bewegen. Dit zorgt ervoor dat kinderen naast cognitieve inspanning ook voldoende beweging, ontspanning en sociale interactie hebben. Het fysiek actiever maken van de schooldag kan op verschillende manieren. Naast de lessen bewegingsonderwijs en het buitenspelen, liggen er ook kansen in de klas. Bijvoorbeeld door het inzetten van beweegtussendoortjes of bewegend leren. 

Wat is bewegend leren?

Om goed onderzoek te kunnen doen naar de effecten van bewegend leren is een heldere definitie en kadering van het begrip noodzakelijk. In de internationale wetenschappelijke literatuur wordt bewegend leren physically active learning genoemd en gedefinieerd als ‘the integration of movement within delivery of academic content[4]. Oftewel, het integreren van bewegen binnen een inhoudelijke lesactiviteit. 

Daarbij kunnen twee vormen onderscheiden worden. De eerste vorm is bewegen tijdens het leren, waarbij de beweging niet gerelateerd is aan het leerdoel (bijvoorbeeld joggen tijdens het opnoemen van rekentafels). De tweede vorm is bewegen om te leren, waarbij de beweging het leren ondersteunt of versterkt (bijvoorbeeld patronen maken op een honderdveld). Dit is anders dan het inzetten van een energizer of beweegtussendoortje waarbij het gaat om bewegen tussen het leren door[5]

Effecten van bewegend leren 

Hoewel we in theorie onderscheid kunnen maken tussen bewegend leren en beweegtussendoortjes, is dit in de praktijk moeilijker. Bijvoorbeeld als kinderen in estafettevorm naar de overkant van het plein rennen om daar een rekensom te maken, gaat het dan om een bewegend leren activiteit of om een beweegtussendoortje? Ook in wetenschappelijke onderzoeken worden de effecten van bewegend leren en beweegtussendoortjes vaak gezamenlijk geanalyseerd.

Het is moeilijk om kwalitatief goed onderzoek te doen naar de effecten van bewegend leren. In een ideale onderzoeksopzet zou je twee identieke groepen kinderen met elkaar vergelijken, waarbij het enige verschil is dat de ene groep kinderen beweegt tijdens de les terwijl de andere groep kinderen stilzit. In de praktijk zijn er toch allerlei factoren die de resultaten kunnen beïnvloeden. Dit maakt het tot nu toe lastig om harde uitspraken te doen over de precieze effecten van bewegend leren. 

In onderzoek naar het effect van meer bewegen in de klas op schoolprestaties zijn tot nu toe meestal geen of relatief kleine effecten gevonden[6,7,8]. Voor rekenprestaties is het beeld het meest positief. Zo laten verschillende overzichtsartikelen[9,10]. zien dat bewegend leren bij 6 van de 11 onderzoeken voor betere rekenprestaties zorgde. In het algemeen kan geconcludeerd worden dat er nog geen eenduidig bewijs is voor de effecten van bewegend leren op schoolprestaties.

Er is wel bewijs dat kortdurende beweegmomenten in de klas een positief effect hebben op de concentratie en werkhouding van kinderen. Daarbij lijkt er geen verschil te zijn tussen bewegend leren en beweegtussendoortjes[9,11]. Ook kan geconcludeerd worden dat meer bewegen in de klas in ieder geval niet ten koste gaat van de schoolprestaties van kinderen. Als kinderen bijvoorbeeld iets minder tijd besteden aan taal en rekenen omdat zij meer bewegen, gaat de leerprestatie van kinderen niet achteruit[8].

Ondanks dat het effect van bewegend leren op schoolprestaties nog niet overtuigend is, zijn er verschillende voordelen om dit toe te passen in de klas. Leerkrachten staan over het algemeen positief tegenover bewegend leren. Naast het verbeteren van de concentratie en aandacht van kinderen, geven zij aan dat bewegend leren de motivatie van kinderen om naar school te gaan kan verhogen[12]

Ook kinderen zelf zijn positief over meer bewegen in de klas en vinden lessen waarbij ze kunnen bewegen leuker dan lessen waarbij ze stil moeten zitten[13]. Tot slot blijkt uit onderzoek dat kinderen door bewegend leren vaker matig tot intensief bewegen[14]. Dit is een positief effect, aangezien we weten dat de mate van fysieke activiteit van kinderen gerelateerd is aan allerlei gezondheidsuitkomsten zoals hun conditie, spierkracht en gewicht[15].

Wanneer heeft bewegen in de klas effect? 

Bewegend leren en beweegtussendoortjes kunnen zorgen voor meer dynamiek in de schooldag. Maar hoe vaak, hoe lang en met welke intensiteit moeten kinderen bewegen om van de potentiële voordelen te kunnen profiteren?

Uit onderzoek blijkt dat kortdurende beweegmomenten binnen of tussen lessen effect hebben op de tijd die kinderen direct daarna geconcentreerd aan hun schoolwerk besteden[9]. Voor deze effecten moet op matig intensief niveau bewogen worden voor minimaal 10 minuten (verhoogde hartslag en versnelde ademhaling), óf minimaal 5 minuten zwaar intensief bewogen worden (zweten en buiten adem raken). Het maakt niet uit of dit bewegend leren betreft of een beweegtussendoortje.

Om ook effecten op leerprestaties te realiseren is één beweegsessie onvoldoende. Daarvoor is het nodig om over een langere periode regelmatig te bewegen. Uit een aantal onderzoeken blijkt dat extra bewegen rekenprestaties kan verhogen[7]. Het bewegen in deze studies kenmerkt zich door een relatief lange duur en hoge intensiteit: het beweegprogramma duurde minimaal 2 jaar en bestond uit minimaal drie sessies per week, waarbij tussen de 30 en 90 minuten per dag werd bewogen. 

Dit betekent dat scholen die optimaal willen profiteren van de voordelen van meer bewegen in school serieus werk moeten maken van een dynamische schooldag, waarin veelvuldig, afwisselend en met flinke intensiteit bewogen moet worden door de dag heen.

Stand van zaken in de praktijk 

Ondanks de voordelen, wordt bewegend leren op veel scholen in Nederland nog niet systematisch toegepast. Op ongeveer de helft van de scholen wordt bewegend leren wekelijks of dagelijks aangeboden[12,16]. Obstakels die leerkrachten ervaren zijn onder andere: 

  • een gebrek aan vaardigheden en ervaring met het geven van bewegend leren lessen, 
  • een gebrek aan tijd om de lessen goed voor te bereiden en een gebrek aan de juiste faciliteiten[12]

Het is daarom belangrijk dat leerkrachten via opleidingen en cursussen hun vaardigheden en zelfvertrouwen vergroten met betrekking tot het geven van bewegend leren lessen[4,17]. Ook kan een overzicht met goede voorbeelden van lessen uitkomst bieden voor leerkrachten. Hierbij kan het Bewegend Leren platform helpen. Tot slot is het ook belangrijk dat bewegend leren wordt ingebed in de visie, missie en het beleid van de school. Ondersteuning van schoolleiders, de directie en ouders is essentieel voor een succesvolle implementatie en borging[4,17]

Hoe nu verder? 

Het onderzoek naar bewegend leren wijst op een aantal potentiële voordelen voor gebruik in het onderwijs. Toch is het goed aanbieden van bewegend leren activiteiten complex en moet het methodisch en didactisch verantwoord zijn. 

Ook is het belangrijk om bewegend leren te zien als een onderdeel van een dynamische schooldag. Het is aan te raden om met het gehele schoolteam aan de slag te gaan om invulling te geven aan een dynamische schooldag, waarin bewegend leren één van de bouwstenen is. Dit proces kan geïnitieerd worden door de vakleerkracht in samenwerking met de directie en eventueel een externe procesbegeleider. 

Bewegend leren moet los worden gezien van het bewegingsonderwijs. Bewegend leren heeft expliciet een ander doel dan het reguliere bewegingsonderwijs. De vakleerkracht is bij uitstek de poortwachter die zorg kan dragen voor kwalitatief goed en voldoende bewegingsonderwijs, met daarnaast een dynamische schooldag waar bewegen, inspanning en ontspanning integraal onderdeel van zijn.

Dit artikel verscheen eerder in LO Magazine 6.

Bronnen

  1. World Health Organization (2018) Global action plan on physical activity 2018-2030: More active people for a healthier world. Geraadpleegd op 22 mei 2023 via https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/272722/9789241514187-eng.pdf?ua=1.
  2. de Korte, Y., & Koedijker, J. (2023). Te veel zitten in het onderwijs: risico’s en oplossingen. LO magazine, 3, 4-6.
  3. van Stralen, M. M., Yıldırım, M., Wulp, A., te Velde, S. J., Verloigne, M., Doessegger, A., … Chinapaw, M. J. M. (2014). Measured sedentary time and physical activity during the school day of European 10- to 12-year-old children: the ENERGY project. Journal of science and medicine in sport, 17(2), 201–206. https://doi.org/10.1016/j.jsams.2013.04.019
  4. Daly-Smith, A., Morris, J. L., Norris, E., Williams, T. L., Archbold, V., Kallio, J., … Resaland, G. K. (2021). Behaviours that prompt primary school teachers to adopt and implement physically active learning: a meta synthesis of qualitative evidence. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 18(151). https://doi.org/10.1186/s12966-021-01221-9
  5. van Gelder, W., Janssen, M., Mauw, S., & Goedhart, B. (2021). De dynamische schooldag: de complexiteit van het succesvol aanbieden van beweegactiviteiten. LO Magazine, 109(2), 8-11.
  6. Bedard, C., St John, L., Bremer, E., Graham, J. D., & Cairney, J. (2019). A systematic review and meta-analysis on the effects of physically active classrooms on educational and enjoyment outcomes in school age children. PLoS ONE, 14(6). https://doi.org/10.1371/journal.pone.0218633
  7. Singh, A. S., Saliasi, E., van den Berg, V., Uijtdewilligen, L., de Groot, R. H. M., Jolles, J., … Chinapaw, M. J. M. (2019). Effects of physical activity interventions on cognitive and academic performance in children and adolescents: A novel combination of a systematic review and recommendations from an expert panel. British Journal of Sports Medicine, 53(10), 640–647. 
  8. Watson, A., Timperio, A., Brown, H., Best, K., & Hesketh, K. D. (2017). Effect of classroom-based physical activity interventions on academic and physical activity outcomes: A systematic review and meta-analysis. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 14(114). https://doi.org/10.1186/s12966-017-0569-9
  9. Daly-Smith, A. J., Zwolinsky, S., McKenna, J., Tomporowski, P. D., Defeyter, M. A., & Manley, A. (2018). Systematic review of acute physically active learning and classroom movement breaks on children’s physical activity, cognition, academic performance and classroom behaviour: Understanding critical design features. BMJ Open Sport & Exercise Medicine, 4(1). http://dx.doi.org/10.1136/bmjsem-2018-000341
  10. Vetter, M., Orr, R. , O’Dwyer, N., & O’Connor, H. (2020). Effectiveness of active learning that combines physical activity and math in schoolchildren: A systematic review. Journal of School Health, 90(4), 306-318.  https://doi.org/10.1111/josh.12878
  11. De Greeff, J. W., Bosker, R. J., Oosterlaan, J., Visscher, C., & Hartman, E. (2018). Effects of physical activity on executive functions, attention and academic performance in preadolescent children: a meta-analysis. Journal of Science and Medicine in Sport, 21(5), 501-507. https://doi.org/10.1016/j.jsams.2017.09.595
  12. Vrieswijk, S. & Singh, A.S. (2021) Bewegend leren in het primair onderwijs: Uitdagingen en kansen, factsheet 2021/31. Utrecht: Mulier Instituut.
  13. van den Berg, V., Singh, A. S., Komen, A., Hazelebach, C., van Hilvoorde, I., & Chinapaw, M. J. M. (2019). Integrating juggling with math lessons: A randomized controlled trial assessing effects of physical active learning on maths performance and enjoyment in primary school children. International Journal of Environmental Research and Public Health, 16(14). https://doi.org/10.3390/ijerph16142452
  14. Norris, E., van Steen, T., Direito, A., & Stamatakis, E. (2020). Physically active lessons in schools and their impact on physical activity, educational, health and cognition outcomes: A systematic review and meta-analysis. British Journal of Sports Medicine, 54(8), 826-838. https://doi.org/10.1136/bjsports-2018-100502
  15. Poitras, V. J., Gray, C. E., Borghese, M. M., Carson, V., Chaput, J.-P., Janssen, I., … Tremblay, M.S. (2016). Systematic review of the relationships between objectively measured physical activity and health indicators in school-aged children and youth. Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism, 41(6). https://doi.org/10.1139/apnm-2015-0663
  16. Slot-Heijs, J. J., Vrieswijk, S., Lucassen, J. M. H. (2021). Bewegingsonderwijs en sport in het primair onderwijs. 2-meting. Utrecht: Mulier Instituut.
  17. Daly-Smith, A., Quarmby, T., Archbold, V. S. J., Routen, A. C., Morris, J. L., Gammon, C., … Dorling, H. (2020). Implementing physically active learning: Future directions for research, policy, and practice. Journal of Sport and Health Science, 9(1), 41-49. https://doi.org/10.1016/j.jshs.2019.05.007

Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
Onderwijs
Jongeren, Kinderen
public, professional
samenvatting
bewegingsonderwijs