Alles over sport logo

Wat kunnen sportverenigingen betekenen in arbeidsre-integratie

Gemeenten ondersteunen werkloze inwoners met re-integratietrajecten. Inzet van de sportclub kan daarbij helpen. Sport biedt immers mogelijkheden om mensen te begeleiden naar meer maatschappelijke participatie en uiteindelijk ook naar arbeidsparticipatie. Wat zeggen de feiten en cijfers hierover en op welke manieren kunnen sportverenigingen van betekenis zijn?

Sinds de omvangrijke decentralisaties van zorg, werk en jeugdhulp zijn gemeenten meer verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van hun inwoners. Werk en inkomen is één van die verantwoordelijkheden in het sociale domein: de zogenoemde Participatiewet heeft als doel om meer mensen – ook met een arbeidsbeperking – aan de slag te krijgen.

Sport en bewegen (en hun maatschappelijke waarde) hebben de laatste jaren een steeds grotere rol gekregen in gemeentelijk beleid. Op verschillende plaatsen in Nederland spelen sportclubs al een rol bij trajecten voor (arbeids)participatie in de samenleving. Vaak in samenwerking met gemeenten, maatschappelijke dienst, UWV, uitzend- en re-integratiebureaus.

Drie manieren waarop sport een bijdrage levert aan arbeidsintegratie

In de praktijk zie je drie vormen, en mix vormen daarvan, waarin sport een bijdrage levert aan arbeidsre-integratie vraagstukken:

  • Door mensen letterlijk in beweging te brengen: sporten bij een vereniging kan onderdeel uitmaken van een arbeidsre-integratie traject.
  • Een tweede aanpak is mensen een beschutte werkplek bieden: de club zelf kan ook een daadwerkelijke werk(ervarings)stageplek zijn waar mensen weer kunnen oefenen met de vaardigheden die ze nodig hebben op de arbeidsmarkt.
  • Tot slot kan de sportvereniging haar netwerk ter beschikking te stellen: bij een vereniging sporten immers ook altijd lokale werkgevers.

Voetbalclub Cambuur zet zich in voor kwetsbare vrouwen

Sprekend voorbeeld van ‘een beschutte werkplek bieden’ is voetbalclub S.C. Cambuur, die samen met boksvereniging Frisia betrokken is bij project Fier & Sterk in Friesland. Het initiatief ondersteunt meiden die slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik of loverboys. Doel is het vergroten van zelfvertrouwen en het opdoen van werkervaring in een veilige omgeving. Het gaat om getraumatiseerde jonge vrouwen die vaak zelf niet weten wat ze willen en wie ze zijn, omdat dat heel lang voor hen is bepaald. Bij Cambuur doen de meiden onder begeleiding werkervaring op op allerlei terreinen: front office, marketing, communicatie, schoonmaken, horeca, de kinderfanclub, receptie, enz. Ze ontdekken zo in eigen tempo wat het beste bij hen past.

Dat een mannenwereld als een voetbalclub de helpende hand biedt, is niet zo opmerkelijk als het misschien lijkt. Karin Smit van Cambuur: “Cambuur is een echte volksclub met een grote inzet voor maatschappelijke projecten. Iedereen, van barman tot de trainers en voetballers aan toe, is bij deze projecten betrokken. Dat de club een maatschappelijke rol heeft, vinden we vanzelfsprekend. We hebben het voordeel dat niemand hier zomaar naar binnen loopt. De deur is gesloten voor mensen die hier niets te zoeken hebben en daardoor kunnen we een veilige omgeving bieden, waarin de meiden leren weer normale relaties met mannen aan te gaan.”

Zes niveaus van participatie

Niet alle projecten die sport en gemeente samen starten, hoeven direct te leiden naar zelfstandig betaald werk. Sporten bij een vereniging kan ook een eerste – kleine – stap zijn op de ladder naar meer participatie. We onderscheiden zes niveaus van participatie, waarbij sportverenigingen steeds van betekenis kunnen zijn.

Rugby als leerschool voor zelfstandig werk

Een voorbeeld van hoe sport zo’n eerste stap kan zijn, is Stichting De Harde Leerschool. Dit rugby initiatief bereidt jonge mannen die moeite hebben met regels en regelmaat, voor op de arbeidsmarkt. Het zijn mannen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en nauwelijks startkwalificaties. Rugbytrainer Job Völker: “Veel jongens willen juist heel graag werken, maar weten niet hoe ze dat moeten aanpakken. Het gaat om jongens die in detentie hebben gezeten, die buiten de samenleving staan. Sommigen hebben zelfs geen uitkering en zijn heel moeilijk bereikbaar voor hulpverleners. Toch willen deze jongens vaak maar één ding: huisje, boompje, beestje. Ze willen erbij horen. Helaas ontbreekt het hen aan de vaardigheden die je nodig hebt om werk te krijgen en te houden. Ze missen structuur in hun leven, en een doel. Rugby kan hen daarbij helpen.”

Het programma bestaat overigens uit meer dan alleen sport. ’s Morgens is er een rugbytraining, ’s middags is er een training over solliciteren, voeding, zelfreflectie, jezelf presenteren, enzovoort. Een bouwbedrijf is projectpartner en garandeert de deelnemers een werkplek, op voorwaarde dat ze het programma bij De Harde Leerschool met succes afronden. Van de 30 jongeren die in 2015 begonnen, hebben 21 het programma afgerond. “Sommige zijn zelf gestopt, maar er zitten ook jongens bij de eerder zijn gestopt omdat ze werk hebben gevonden.”

Onderbouwing, feiten en cijfers

Ervaringen uit de praktijk laten zien dat de inzet van sport en bewegen bij arbeidsre-integratie kansrijk is. Maar wetenschappelijk gezien is er nog weinig onderbouwing voor de effectiviteit van de inzet van sport en bewegen binnen arbeidsre-integratie. Dit heeft waarschijnlijk vooral te maken met het gebrek aan onderzoek op dit gebied. TNO onderzocht met een quickscan wel wat er in de wetenschap al bekend is over de effectiviteit van re-integratie en welke factoren deze effectiviteit kunnen beïnvloeden. De rol van sport en bewegen komt binnen deze quickscan kort aan bod. Er valt echter nog geen eenduidige conclusie te trekken over het versterken van fysieke fitheid en het vinden van werk. Het feit dat er een kennislacune is op het gebied van sport en re-integratie moet een stimulans zijn om er meer onderzoek naar te gaan doen.

Economisch interessant

Ook op economische gebied lijken de aanpakken interessant. Het interactief beleidsondersteunend rekenmodel (iBor) van Kenniscentrum Sport laat gemeenten zien wat sportieve re-integratietrajecten economisch en maatschappelijk kunnen opleveren voor drie verschillende doelstellingen:

  1. Het voorbereiden van langdurige werklozen op reïntegratie
  2. Het voorbereiden van werklozen met meervoudige sociale, medische en psychische problemen op instroom naar werk
  3. Het voorbereiden van jongeren zonder baan op instroom naar onderwijs of werk.

Uit alle drie de scenario’s die we hebben uitgerekend, komt naar voren dat sport een meerwaarde heeft. Dit effect varieert – uitgaande van honderd deelnemers per interventie – van 200.000 tot 400.000 euro. Deze waarden kunnen niet automatisch gegeneraliseerd worden naar ieder lokaal project. Daarvoor moeten we kijken of de lokale aanpak vergelijkbaar is qua kosten en effecten. En het is ook geen wetenschappelijke berekening, maar meer een indicatie.

Meer best practices/ Praktijkvoorbeelden

Overal in het land zijn inmiddels interessante voorbeelden van gemeenten en sportverenigingen die hierin samen optrekken. Een kleine greep: Bewegen naar Werk van Rotterdam Sportsupport ondersteunt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar wél met potentieel. Het project probeert die doelgroep letterlijk en figuurlijk in beweging te brengen. Bij Vooruit met Topsporters in Eindhoven leren de deelnemers hoe je jezelf uit een dal omhoog knokt. Bij Beweging als Warming-up voor Re-integratie in Zutphen en Lochem tot slot, is het stimuleren van zelfredzaamheid de opstap naar werk.

Tips voor sportverenigingen en gemeenten

De beschikbare literatuur en de vele praktijkvoorbeelden leveren een aantal tips op voor sportclubs en gemeenten die een project willen starten:

  • Maak een keuze voor een specifieke doelgroep en richt je daar volledig op, de verschillen tussen de deelnemers zijn anders te groot.
  • Kies voor een groepsaanpak met kleine groepen met ruimte voor individuele begeleiding. Door in een groep te werken stimuleren de deelnemers elkaar. Maatwerk is echter nodig om elke deelnemer zich volledig te kunnen laten ontplooien.
  • Zorg voor professionele begeleiding, vrijwilligers zijn meestal niet toegerust om deze (complexe) groepen volgens strikte regels te begeleiden.
  • Een concept voor het vinden van werk moet bestaan uit een simpele start, lage intensiteit en lage kosten, die haalbaar zijn voor elke deelnemer, ook met beperkte gezondheidsproblemen.
  • De casemanager van de uitkeringsinstantie is idealiter volledig op de hoogte en betrokken bij het project.
  • Zorg dat de maatschappelijke betrokkenheid en draagvlak bij de sportvereniging voldoende aanwezig is en blijft: daar draait het concept op.
  • (Gesubsidieerd) werk in de publieke sector is vooral geschikt voor het vergroten van maatschappelijke participatie, want het leidt vaak niet tot regulier werk door het mogelijke lock in effect. Dat wil zeggen dat mensen niet verder zoeken naar een betaalde baan. Tenzij dit specifiek onderdeel is van de aanpak.
  • Zorg voor passende werk(ervarings-) of stageplekken voor iedere persoon en/of voor voldoende afwisseling, dit verlaagt de kans op uitval en verhoogt de kans op doorstroom naar betaald werk.
  • Activiteiten die iemands vaardigheden en inzet verhogen om daadwerkelijk vacatures te zoeken, is effectief. Dit betere ‘zoekgedrag’ draagt significant bij aan de kans op betaald werk.
  • Blijf monitoren en evalueren wat de resultaten bij de doelgroep zijn, na inzet van de aanpak, op korte en lange termijn. Omdat je daarmee de deelnemers stimuleert, maar bovenal ook om te leren of je aanpak werkt en wat het effect ervan is. Ook kun je hiermee inzichtelijk maken wat de maatschappelijke baten zijn van de aanpak.

Werk & inkomen in het sociale domein

De Participatiewet richt zich op de doelgroepen van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), de Wajong en de Wet werk en bijstand (WWB). Delen van de laatste twee wetten zijn opgegaan in de Participatiewet. Gemeenten ondersteunen iedereen die kan werken, maar daarbij ondersteuning nodig heeft. De ondersteuning bestaat uit begeleiding tijdens het werk of hulp bij het zoeken naar een baan. Mensen moeten zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers aan de slag gaan. Er zijn echter ook mensen die door lichamelijke, psychische of verstandelijke beperkingen geen regulier werk kunnen verrichten. Voor deze mensen creëert de gemeente ‘speciale’ werkplekken. Meer hierover lees je op de site van de rijksoverheid.

Meer lezen over sport in het sociaal domein

Kijk voor meer informatie wat de inzet van sport & bewegen als middel kan betekenen in de ondersteuning van burgers in het sociaal domein. Lees diverse voorbeelden over het succes van sport in arbeidsintegratie. En: Vind publicaties over arbeidsintegratie in de Kennisbank Sport en Bewegen.

Dit artikel verscheen ook in Sport Bestuur en Management in juni 2017.


Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
Sportaanbieders
professional
tips
lage inkomens