Alles over sport logo

Sport en bewegen van kinderen met DCD

Op straat zijn twee jongens een balletje aan het overtrappen. Een meisje van drie fietst op haar fiets zonder zijwieltjes rondjes en haar grote zus is aan het skeeleren. Op het speelveld is een groepje kinderen blikspuit aan het spelen. Op nummer 4 woont Sander. Hij zit binnen en speelt een spelletje op zijn spelcomputer. Sander is niet zo handig met de bal en skeeleren kan hij al helemaal niet. Hoe zorgen we ervoor dat ook Sander lichamelijk actief wordt en blijft?

Het geschetste beeld is zomaar een beeld van hoe een woensdagmiddag eruit kan zien in een kinderrijke buurt. Bewegen en spelen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Ze ontwikkelen motorische vaardigheden, zoals rennen, springen, huppelen, gooien en vangen. Vaardigheden die enorm van belang zijn om complexe en sport-specifieke vaardigheden te leren. Motorische vaardigheden die het fundament vormen voor een leven lang sportief actief. Een stevige motorische basis geeft zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld ten aanzien van sport en bewegen. Samen buiten spelen en sporten bij een vereniging betekent ook sociale vaardigheden leren. Maar wat gebeurt er met Sander? En met Ilse, Bas, Sofie en Harmen? Want er zijn meer kinderen die weinig deelnemen aan sport- en spelactiviteiten, omdat ze motorisch niet zo handig zijn.

Minder vaak lichamelijk actief

Kinderen die een achterstand hebben in de ontwikkeling van motorische vaardigheden en moeite hebben met het coördineren van de bewegingen – oftewel kinderen met Developmental Coordination Disorder – zijn minder vaak lichamelijk actief zowel in georganiseerde sport als in de vrije tijd, zo blijkt uit eerder onderzoek. Juist voor deze kinderen is het zo belangrijk dat ze buiten spelen en lichamelijk actief zijn, want tijdens het spelen ontwikkelen ze hun fundamentele motorische vaardigheden. In de praktijk blijkt dat deze kinderen minder meedoen met sport- en spelactiviteiten op het schoolplein, tijdens het bewegingsonderwijs en op het sportveld in de buurt. Niet meedoen, betekent dat ze hun motorische vaardigheden veel trager ontwikkelen dan leeftijdsgenootjes die wel mee doen.

Deze laatste groep ontwikkelt een stevig motorisch fundament, waardoor ze steeds complexere motorische vaardigheden kunnen uitvoeren zoals in spelsituaties. Het verschil tussen beide groepen wordt steeds groter, waardoor kinderen met minder motorische vaardigheden steeds minder vaak mee doen aan sport- en spelactiviteiten. Bovendien heeft dit negatieve invloed op de sociale participatie, het zelfvertrouwen en zelfbeeld van deze kinderen. Reden genoeg dus om extra aandacht en ondersteuning op niveau te geven aan deze groep kinderen bij het ontwikkelen van hun motorische vaardigheden.

Hoe kunnen professionals kinderen met DCD ondersteunen?

Kinderfysiotherapeuten, vakleerkrachten en mrt-ers spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van deze groep kinderen in het ontwikkelen van hun motoriek. Een belangrijke vraag hierbij is: Hoe zorgen we er samen voor dat deze kinderen lichamelijk actief worden en vooral ook blijven? Deze vraag stond centraal tijdens het symposium ‘Ieder kind kan meedoen: participatie van kinderen met DCD in sport en lichamelijk activiteit’ dat plaatsvond op 19 april 2018 in Groningen. Deelnemers konden kennismaken met verschillende methoden die allen op hun eigen wijze bijdragen aan de ontwikkeling van motoriek en participatie van kinderen met DCD in sportactiviteiten.

Uitkomsten symposium ‘Ieder kind kan meedoen’

Deelnemers aan de rond-de-tafel gesprekken deelden successen en uitdagingen en dachten na over de toekomst. De uitkomsten van deze gesprekken zijn gebundeld in een advies. Dit wordt gedeeld met de deelnemers van het symposium, onderzoeksgroepen van de Rijksuniversiteit Groningen, Radboud Universiteit en Hanzehogeschool, de landelijke stuurgroep DCD, revalidatie instellingen, de themagroep MRT van de KVLO, oudervereniging Balans en Fonds Nuts Ohra. Bekijk de uitkomsten in het kader. Met deze informatie willen we ons samen sterk maken voor deze o zo belangrijke groep kinderen; unieke kinderen met eigen talenten en mogelijkheden om mee te doen.

Onlangs werd ook de nieuwe aanpak ‘Zelfstandig sporten van kinderen met DCD’ geïntroduceerd. Deze aanpak ondersteunt kinderen op een meer impliciete manier bij het aanleren van motorische vaardigheden. De aanpak is op verschillende locaties getest en positief bevonden.

Uitkomsten symposium

‘Ieder kind kan meedoen’

Bekendheid en signalering

  • Zorg voor meer bekendheid van DCD met name over de heterogeniteit van de groep bij (toekomstige) professionals.
  • Maak mogelijk gebruik van een ambassadeur om de bekendheid te vergroten.
  • Belangrijk is om in een ‘vroeg’ stadium DCD te signaleren door het vroegtijdig testen van de ontwikkeling van motorische vaardigheden.

Samenwerking professionals

  • Breng in een stroomschema de ketenzorg in kaart.
  • Stimuleer samenwerking tussen verschillende organisaties om passend aanbod te ontwikkelen of te versterken voor kinderen met DCD.
  • Een kindvolgsysteem gericht op de motorische ontwikkeling van kinderen kan zorgen voor een goede afstemming tussen de verschillende organisaties en partijen.
  • Om afstemming in de praktijk tussen professionals te verbeteren is inzicht in de diverse ondersteuningsmogelijkheden nodig.

Kinderen met DCD

  • Kinderen met DCD kunnen vaak minder goed deelnemen aan sport- en beweegactiviteiten. Buig de mindset van ‘presteren’ om naar ‘iedereen mag meedoen’ bij ouders en leerkrachten.
  • In de ondersteuning aan deze groep kinderen dient er vooral aandacht te zijn voor het ervaren van plezier in sport en bewegen. Zet daarom in op het behalen van succeservaringen, zodat kinderen zelfvertrouwen ontwikkelen en gemotiveerd blijven voor sport en bewegen.
  • Betrek het kind in het ondersteuningsproces. Ga in gesprek met het kind over wat het kind zelf graag wil leren.
  • Bevorder de acceptatie van het kind zelf (en door anderen) door het aanmoedigen van herkenning en erkenning.
  • Organiseer voor kinderen met DCD extra begeleiding op maat onder schooltijd. Door de begeleiding onder schooltijd te organiseren wordt de uitzonderingspositie waarin kinderen met DCD zich vaak bevinden niet vergroot.
  • Onderzoek zou zich kunnen richten op de volgende vragen: Hoe coachen we kinderen met DCD op een passende manier rekening houdend met individuele verschillen? Wat werkt bij welk kind?

Bronnen

Voor dit artikel werden onderstaande bronnen gebruikt:

  1. Barnett, L. M., van Beurden, E., Morgan, P. J., Brooks, L. O., & Beard, J. R. (2009). Childhood motor skill proficiency as a predictor of adolescent physical activity. The Journal of Adolescent Health, 44, 252-259. https://doi.org/10.1016/j.jadohealth.2008.07.004
  2. Graf, C., Koch, B., Kretschmann-Kandel, E., Falkowski, G., Christ, H., Coburger, S., et al. (2004). Correlation between BMI, leisure habits and motor abilities in childhood (Child-project). International Journal of Obesity, 28, 22-26. https://www.nature.com/articles/0802428
  3. Wrotniak, B. H., Epstein, L. H., Dorn, J. M., Jones, K. E., & Kondilis, V. A. (2006). The relationship between motor proficiency and physical activity in children. Pediatrics, 118, e1758-e1765. http://pediatrics.aappublications.org/content/118/6/e1758.short
  4. Stodden, D. F., Goodway, J. D., Langendorfer, S. J., Roberton, M. A., Rudisill, M. E., Garcia, C., & Garcia, L. E. (2008). A developmental perspective on the role of motor skill competence in physical activity: an emergent relationship. Quest, 60, 290-305. https://doi.org/10.1080/00336297.2008.10483582
  5. Cairney, J., Hay, J. A., Veldhuizen, S., Missiuna, C., & Faught, B. E. (2010). Developmental coordination disorder, sex, and activity deficit over time: a longitudinal analysis of participation trajectories in children with and without coordination difficulties. Developmental Medicine & Child Neurology, 52(3), e67-e72. https://doi.org/10.1111/j.1469-8749.2009.03520.x

Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
Eerstelijnszorg, Sportaanbieders
Kinderen
professional
feiten en cijfers
motorische ontwikkeling, sporten met lichamelijke beperking