Alles over sport logo

Regionale visie en samenwerking sport- en bewegen in Twente

Dit is een van de artikelen in een reeks voorbeelden over intergemeentelijke samenwerking op het gebied van sport en bewegen. Samenwerken tussen gemeenten kan meerwaarde en efficiëntie opleveren op diverse gebieden. Dit artikel gaat over intergemeentelijke sportvisie in Twente.

In dit artikel lees je hoe 14 Twentse gemeenten elkaar hebben gevonden en gezamenlijk een sportvisie hebben opgesteld met vijf ambities die richting geven aan het sportbeleid en de uitvoering ervan. Leer van de ervaringen in Twente aan de hand van de succesfactoren en leerpunten.

Kijk hier voor sport- en beweegroutes op de Veluwe en voor intergemeentelijk sportaanbod voor mensen met een beperking lees je hier meer over bestaande samenwerkingsverbanden, stappenplan en/of succesfactoren.

I Historie samenwerking

In 2001 nam de Gemeente Enschede het initiatief om een schaatshal met 400-meterbaan te realiseren in Twente. De bouw van de IJsbaan Twente startte pas in juli 2007 omdat het even duurde om de financiering rond te krijgen. Het lukte uiteindelijk met bijdragen van de Regio Twente, de provincie Overijssel en twaalf Twentse gemeenten. Op 1 oktober 2008 werd de schaatshal geopend door toenmalig NOC*NSF-voorzitter Erica Terpstra.

In de tussentijd werd in 2006 in regioverband via de Regio Twente een begin gemaakt met het opzetten van de Agenda van Twente door de veertien Twentse Gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Rijssen-Holten, Oldenzaal, Tubbergen, Twenterand en Wierden. Eén van de ambities binnen de Agenda van Twente was om zich als Regio Twente in 2010 landelijk te onderscheiden met 5 topsportaccommodaties, met aandacht voor innovatie en talentontwikkeling. Deze ambitie werd, ook met extra financiële ondersteuning vanuit de provincie Overijssel, grotendeels waargemaakt en leidde naast de realisatie van de schaatshal in Enschede tot:

  • de realisatie van de internationale topsporthal ISPA in Almelo;
  • een up-to-date Fanny Blankers-Koen atletiekstadion in Hengelo;
  • een zwemaccommodatie Het Ravijn (zwem sport zorg) in Nijverdal met een internationaal wedstrijd- en trainingsaccomodatie voor waterpolo; en
  • een innovatiebijdrage aan een dependance van de dierenartsfaculteit (UU) voor onderzoek t.b.v. de paardensport.

Na het realiseren van de doelstellingen in 2010 viel de concrete basis voor directe samenwerking weg. Ook de recessie heeft vanaf 2008 invloed gehad op de samenwerking omdat iedere gemeente genoodzaakt werd forse bezuinigingen door te voeren en zo (meer) intern georiënteerd waren. Hierdoor hield het bestuurlijk overleg tussen de sportwethouders op te bestaan. Het regionaal vakoverleg tussen de ambtenaren sport en bewegen bleef wel bestaan, vanwege de positieve ervaringen.

II Nieuw leven in samenwerking

Een nieuwe aanleiding

Na het aantreden van Jaco Zandhuis als VSG regio-adviseur in 2016 heeft hij in september een rondje gemaakt langs de diverse Twentse gemeenten. Hij polste in dat rondje langs de bestuurders van de Twentse gemeenten hoe zij stonden tegenover het hernieuwd oppakken van de regionale samenwerking op bestuurlijk niveau. De gemeenten Enschede, Almelo, Hengelo en Hellendoorn reageerden vrij enthousiast. De gemeente Hellendoorn, werd in dat jaar gekozen als “Sportgemeente van het jaar”. Dit hielp wethouder Johan Coes om de handschoen op te pakken en het initiatief te nemen en als gastheer te proberen het bestuurlijk overleg nieuw leven in te blazen. Tijdens een eerste overleg in Nijverdal, waar de helft van de Twentse gemeenten vertegenwoordigd was, werd afgetast waar de samenwerking over zou kunnen gaan en welke meerwaarde dit zou kunnen hebben. De aanwezige bestuurders trokken de conclusie dat onderdelen zoals afstemming, informatievoorziening, kennisdeling, ervaring uitwisselen en gebruik maken van elkaars deskundigheid en inspanningen door samenwerking beter benut konden worden. Daarnaast kwam ook de opvatting op tafel dat gemeenten wellicht meer samen op konden en moesten optrekken als het gaat om bovenlokale voorzieningen, bijvoorbeeld t.a.v. bv. zwembaden.

Inspiratie en gezamenlijke thema’s

Een tweede overleg kwam er in Almelo op een inspirerende locatie, nl. de ISPA-sporthal. Ter inleiding hield het Mulier-instituut een presentatie m.b.t. het sport- en beweegaanbod. Ook demonstreerden een aantal topturnsters “in opleiding” hun talent en vaardigheden. De locatie, presentatie en demonstratie bevestigden de meerwaarde en wenselijkheid van een regionale aanpak door de 14 Twentse gemeenten. De bestuurders constateerden dat voor een succesvol vervolg een basisdocument met een gezamenlijke visie voor alle 14 Twentse gemeenten opgesteld moest worden.

Ze besloten om een bestuurlijke kartrekkersgroep en daaraan gekoppeld, een werkgroep in te stellen. De bestuurlijke kartrekkersgroep werd gevormd door de wethouders sport van de gemeenten Hengelo, Hellendoorn, Almelo en Enschede. De werkgroep werd ingevuld met een beleidsambtenaar sport van dezelfde vier gemeenten , de regioadviseur van de VSG en de directeur van Sportservice Overijssel. Deze werkgroep ging, onder verantwoordelijkheid van de bestuurlijke kartrekkersgroep, aan de slag met het formuleren van een visie en mogelijke samenwerkingsthema’s.

De werkgroep ging voortvarend aan de slag en presenteerde in een derde bestuurlijk overleg, opnieuw op een prachtige sport- en beweeglocatie in de gemeente Haaksbergen, twaalf potentiële samenwerkingsthema’s. Tijdens dit overleg was het merendeel van de sportwethouders aanwezig. Zij concludeerden dat, hoe relevant ook, twaalf thema’s vanuit de samenwerkingsgedachte teveel was. Op één thema vond men elkaar direct. Meedoen door kwetsbare groepen en in het bijzonder, door mensen met een beperking.

Afgesproken werd dat de bestuurlijke kartrekkersgroep en de werkgroep met de input vanuit het overleg het aantal thema’s terug zou brengen. Tevens werd gevraagd de thema’s aan te vullen met ambities en concrete acties.

Een visie met draagvlak

De visie werd aangepast en in concept gepresenteerd op een vierde bestuurlijk overleg in de IJsbaan Twente in Enschede. Alle 14 Twentse gemeenten waren vertegenwoordigd en schaarden zich, op enkele kleine aanpassingen na, unaniem achter de visie. Afgesproken werd dat de visie vervolgens aan alle colleges van B&W van de 14 Twentse gemeenten ter instemming zou worden voorgelegd. In een laatste overleg op 7 december 2017 ín het Twentebad in Hengelo werd door alle wethouders meegedeeld dat hun gemeente akkoord is met de visie en daarmee is een gezamenlijke visie van de 14 Twentse gemeenten op regionale samenwerking m.b.t. sport en bewegen een feit.

III Nieuw regionale sportvisie

De Nieuwe sportvisie heeft als ondertitel: Regionale samenwerking is Noaberschop vanuit eigen kracht! Noaberschop is een netwerk van mensen waarin men elkaar wil helpen om aangenaam te wonen, te werken en te leven. Gedeelde verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen, talenten inzet en wederkerigheid zijn de nieuwe ongeschreven regels.

De gezamenlijke visie is:
“Sport en bewegen is een bindend element in de Twentse samenleving en belangrijk voor vitale en gezonde inwoners. De 14 Twentse gemeenten staan voor een leven lang sport en bewegen en zorgen ervoor dat er voor iedereen in elke levensfase een passend kwalitatief goed sport en beweegaanbod in Twente is.”

De 5 nieuwe ambities zijn:

  1. Meedoen door kwetsbare doelgroepen/Gehandicaptensport
    • opzetten regionaal dekkend samenwerkingsverband voor aangepast sporten
    • aansprekend evenement organiseren als Special Olympics
  2. Talentherkenning, ontwikkeling en ondersteuning
    • een regionale ondersteuningsstructuur voor sporttalenten in Twente
    • een dekkend netwerk van trainings- en begeleidingsfaciliteiten voor talenten
    • heldere afspraken over spreiding van faciliteiten in de regio en dubbelingen voorkomen
    • een regionale keuze voor een aantal kernsporten
  3. Evenementen
    • hele jaar door een gevarieerd aanbod van sportevenementen en side-events
    • jaarlijkse een regionale agenda opstellen
    • structurele uitwisseling van kennis
    • grootschalige evenementen worden “Twents”geprofileerd
  4. Bovenlokale sportaccommodaties
    • regionale spreiding van bovenlokale en topsport voorzieningen
    • bij (nieuwe) lokale ontwikkelingen voor sportvoorzieningen met een regionaal verzorgingsgebied vindt er afstemming plaats
  5. Sport en bewegen voor een vitale en gezonde samenleving
    • gezamenlijk verbeteren van de motorische ontwikkeling van de jeugd
    • gezond bewegen van ouderen wordt gestimuleerd
    • bevorderen sport en bewegen en openbare ruimte door beweegvriendelijk inrichten van de leefomgeving
    • niet roken is de norm en alle gemeentelijke sportaccommodaties worden rookvrij

Ten aanzien van het borgen van de sportvisie zorgen alle gemeenten ervoor dat deze regionale sportvisie is opgenomen in overdrachtsdocumenten voor de gemeenteraadsverkiezingen maart 2018.

IV Succesfactoren en aandachtspunten

Succesfactoren uit het eerste samenwerkingstraject zijn:

  • Gemeentelijke autonomie blijft het vertrekpunt. Samenwerking moet geen verplichting zijn, gemeenten doen vrijwillig mee en hebben de vrijheid om te kiezen waarop ze wel en niet samenwerken;
  • Herkenbare gezichten/mensen in het regionale netwerk is een pré;
  • Een extern coördinatiepunt (i.c. VSG regio-adviseur) voor wat betreft agendering regionaal ambtelijk en bestuurlijk overleg zorgt voor continuïteit regionale structuur;
  • Inhoudelijke vertegenwoordiging van een provinciale sportservice organisatie bevordert de inhoudelijke kwaliteit van en inhoudelijke samenwerking binnen de regionale structuur;
  • Een gezamenlijke agenda/visie formuleren is een must. Dit maakt en houdt de samenwerkingsafspraken zichtbaar en tastbaar;
  • Aansprekende voorbeeld locaties gebruiken als vergaderlocaties en rouleren binnen de regio levert gemeenschappelijke inzichten maar ook inspiratie en ideeën bij de bestuurders op.

Nu er een gezamenlijke visie ligt, volgt de uitvoering. Waar eerder initiatieven om gezamenlijk een zwembad te bouwen zijn mislukt, biedt een gedeelde visie wellicht een kans tot slagen. Belangrijke succesfactoren uit het doorlopen proces zijn:

  • Eenduidige advisering aan en besluitvorming door alle samenwerkende bestuursorganen (i.c. colleges van B&W);
  • Open en gezamenlijke communicatie: maar ook afspreken wie waar woordvoerder is namens de regio;
  • De wil om samen te werken: maar wel op vrijwillige basis;
  • Wethouders die elkaar kennen (soms van meerdere dossiers) en die elkaar iets gunnen;
  • Ambtelijke medewerkers in stuurgroep/kopgroep;
  • De “kartrekker” moet ruimte krijgen om het proces handen en voeten te geven en tevens beschikken over voldoende energie en vasthoudendheid.

De regionale visie biedt een duidelijke structuur voor het regionale vakoverleg tussen de bestuurders en die tussen de ambtenaren.


Auteur(s)

Artikelen uitgelicht


Beleid
professional
praktijkvoorbeeld
beleidsontwikkelingen, samenwerken