Alles over sport logo

Blog: Een gesprek met de klas van Niels

Niels is mijn buurjongen, ik ken Niels al zijn hele leven. Hij is 14 en zit in Utrecht op een school voor voortgezet speciaal onderwijs omdat hij lichamelijk beperkt is en – zoals hij zelf zegt – moeite heeft om nieuwe informatie snel te verwerken. Niels is geestig en heel breed geïnteresseerd vooral in politiek en milieu. Een tijdje geleden nodigde hij mij uit voor een spreekbeurt in zijn klas. Zelf dacht hij aan onderwerpen als politiek of Griekenland omdat ik daar net geweest was. Maar ik had een ander plan. Ik wilde graag met Niels en zijn klasgenoten praten over sport en wat zij vinden van sporten en bewegen en wat zij nodig hebben om mee te kunnen doen. En zo gebeurde het dat ik welkom werd geheten door Meneer Wierdsma van Niels’ klas.

We hadden een goed gesprek, er werd veel aan sport gedaan. De meeste van de 14 leerlingen deden aan sport of hadden aan sport gedaan. Eigenlijk waren er veel meer sporters dan niet sporters. Voetbal was de populaire sport onder de klasgenoten die nog goed ter been waren. In die groep zat ook een jongen die aan hardlopen doet, skiën en zwemmen. Maar dat laatste kon tot zijn grote spijt niet meer omdat hij epilepsie heeft. Hij legde zijn klasgenootjes uit dat het te gevaarlijk was en dat hij zou kunnen verdrinken. Op mijn vraag of skiën dan niet ook gevaarlijk was zei hij dat dit niet het geval is. Hij vertelde over de borstelbaan als ondergrond van de helling, iets dat een uitdaging was voor het voorstellingsvermogen van de klasgenoten.

Het verhaal van Christine confronteerde mij met het feit dat sommige van Niels’ klasgenoten een progressieve aandoening hebben. Zij worden geconfronteerd met afnemende mogelijkheden in sport en bewegen. Christine vertelde hoe ze fanatiek hockeyde met veel plezier, maar dat dit nu niet meer kan omdat ze een andere rolstoel heeft. Nu haar fysieke mogelijkheden verminderd zijn, kan ze niet meer zonder elektrische rolstoel. Ook heeft ze nu meer last van de drempels op de club. Het was duidelijk dat dit haar speet, ze hockeyde graag en zou het nog graag willen doen.

Wouter die ook hockeyde zei dat hij hockeyers gezien heeft die elektrisch hockeyen, misschien is dat iets voor Christine. Luc vertelde over zijn al 8-jarige basketbalcarrière, hij vindt het erg leuk en blijft het doen. Je moet er wel veel voor over hebben en dat geldt zeker ook voor de ouders. Vaak gaat het om grote afstanden. Van Amersfoort naar Goes is bepaald niet naast de deur en in één auto past geen team rolstoel sporters…

Veel van de sporters deden dit in teams die heel divers van samenstelling zijn. Behalve dat de handicaps verschillen, zijn de leeftijdsverschillen groter dan in de valide sport omdat teams geregeld een mix van lichamelijke beperkingen en verstandelijke beperking kennen. Daarover ontstaat er een gesprek tussen de leerlingen. Ze zijn bijna allemaal wel liefhebbers van sport. Degene die het niet zelf doen, houden er wel van naar voetbal te kijken en hebben wel een sportheld. Behalve Niels, hij krijgt het niet bedacht… Wel beweegt hij graag, hij is supersnel op zijn elektrische handbike. Hij vindt het lastig uit te leggen waarom hij geen klik met sport heeft… Meneer Wierdsma probeert nog of het teveel prikkels zijn maar dat is het niet volgens Niels.

Aan het einde van ons gesprek vraag ik aan de experts of zij nog tips hebben, wat hebben zij nodig om te blijven sporten, dit is wat zij mij meegeven:

  • Het zou fantastisch zijn als je zou kunnen sporten op het moment dat jij het fysiek kan… Jammer genoeg is dat niet te voorspellen, toch dat zou fijn zijn!
  • De hockeyclub moet echt de drempels weghalen. Met een elektrische rolstoel en weinig kracht lukt het me niet meer om ze mee te nemen en dat geldt eigenlijk ook voor de parkeerplaatsen en de inrichting van de club. Het is soms echt heel veel gedoe.
  • Elke club zou open dagen moeten organiseren, zodat iedereen die wil kan kennismaken. Ook nu zijn er kinderen die graag eens zouden willen kennismaken. Dan krijg je misschien ook wel meer belangstelling en dan heb je ook niet meer de grote leeftijdsverschillen.
  • Lopers en rollers door elkaar dat zou leuk zijn zegt een van de meiden, leuk omdat wat meer door elkaar te laten lopen zodat de beide werelden wat minder gescheiden zijn.
  • Er zouden veel meer teams moeten komen op verschillende clubs, nu moet je zover reizen en dat is niet leuk. Zeker voor jongeren uit kleinere plaatsen zou het fijn zijn als er meer initiatieven komen, nu moeten ze wel erg ver reizen om te kunnen sporten. En dat is voor ouders ook wel een grote belasting.
  • Misschien moet sporten vaker uitgelegd worden in kleine stapjes. Zodat als je het niet geregeld doet, je beter kunt begrijpen hoe het werkt. Ook goed kijken wat voor die ene sporter het beste is.
  • Het zou fijn zijn als mensen beter rekening houden met elkaars mogelijkheden.

Sporten met een lichamelijke beperking


Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
Jongeren
public, professional
opinie
sporten met lichamelijke beperking