
Aandoeningen voorkomen
Praktijkondersteuners van de huisarts, en vergelijkbare professionals, zien vaak patiënten die weinig bewegen. Bewegen ze meer, dan kunnen ze veel gezondheidswinst boeken. Meer bewegen helpt chronische aandoeningen en beperkingen voorkomen. De onderbouwing van de beweegrichtlijnen door de Gezondheidsraad laat zien voor welke aandoeningen het bewijs overtuigend of waarschijnlijk is. Denk aan aandoeningen als diabetes type 2, hart en vaataandoeningen, depressieve klachten, dementie, maar ook diverse soorten kanker. Voor ouderen helpt bewegen om botbreuken en functionele belemmeringen te beperken. Het risico voor mensen die voldoende bewegen, ten opzichte van mensen die weinig bewegen, is als snel tientallen procenten.
Verlagen van de ziektelast
Hebben mensen chronische aandoeningen, dan helpt bewegen om de ziektelast te beperken. Naast bovengenoemde aandoeningen gaat het bijvoorbeeld ook om aandoeningen als COPD, artrose, chronische rugpijn en nog veel meer. De objectief meetbare gezondheid verbetert, maar voor de patiënten zelf is de betere kwaliteit van leven en de toegenomen fitheid erg belangrijk.
Informatie op een rij
De informatie die een zorgverlener kan gebruiken om de patiënt te ondersteunen is door Kenniscentrum Sport & Bewegen op een rij gezet.
Het gaat hierbij om:
- een flyer die meegegeven kan worden aan patiënten
- veel achtergrondinformatie om het verhaal te kunnen vertellen
- informatie over bewegen bij verschillende aandoeningen
Bij de achtergrondinformatie komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Preventie van aandoeningen
- Hoeveel en hoe bewegen
- Beweegaanbod dat geschikt is voor patiënten
- Kosten en financiering van bewegen
- Ondersteuning door de buurtsportcoach
- Gedrag en motivatie
- Praktische instrumenten
De informatie is zo veel mogelijk evidence based, aangevuld met kennis uit de praktijk, en getest door verschillende individuele praktijkondersteuners en onderafdelingen van de V&VN.
Updates van de informatie
Kenniscentrum Sport & Bewegen zal met regelmaat de informatie aanpassen en aanvullen. Zoals nieuwe wetenschappelijke kennis, aansluiten bij vernieuwde (para-)medische protocollen, het uitbreiden van het aantal aandoeningen waarvoor wij specifieke informatie geven, en met nieuwe instrumenten die makkelijk in de praktijk gebruikt kunnen worden. Specifieke informatiewensen zijn aan te geven via de website.