Alles over sport logo

Aanpassen van een interventie voor betere implementatie: waar moet je op letten?

Als je een bestaande interventie elders wilt implementeren, vraagt dat soms om aanpassingen. Bijvoorbeeld omdat op de andere locatie bepaalde voorzieningen niet zijn, het net om een andere doelgroep gaat of er andere professionals bij betrokken zijn. Maar de interventie is bewust op een bepaalde manier bedacht. Kun je die dan wel aanpassen? En waar moet je dan op letten? In dit artikel beschrijven we dat voor de interventie Sportbouwer.

Enkele aanpassingen aan interventies zijn meestal wel mogelijk en soms zelfs wenselijk. Aanpassen van de interventie wordt ook als een mogelijke implementatiestrategie gezien[1]. Verschillende stappenplannen helpen bij het bepalen welke aanpassingen je kunt doen[2-5]. Deze stappenplannen gaan ervan uit dat de aanpassingen idealiter vooraf worden bepaald. Ook hebben ze nog een aantal onderdelen met elkaar gemeen: 

  • Zorg dat je aanpassingen in lijn zijn met de werkzame ingrediënten van de interventie
  • Betrek je stakeholders in de keuzes voor aanpassingen 
  • Evalueer het resultaat van je aanpassingen

Over Sportbouwer

Sportbouwer is een erkende interventie gericht op het leren van motorische vaardigheden (sportvaardigheden) door kinderen met een motorische achterstand, om zo het plezier in sport en bewegen te vergroten. De interventie is in te zetten door verschillende professionals die met deze kinderen werken, zoals gymdocenten, motorisch remedial teachers en kinderfysiotherapeuten.

De interventie bestaat voor een groot deel uit instructievideo’s van 20 verschillende sportvaardigheden, opgedeeld in 8 tot 12 stappen. Kinderen kiezen zelf een vaardigheid die ze willen oefenen en op welk niveau ze dit doen. Deze vaardigheid oefenen ze in blokken van vier weken. Na vier weken kunnen ze een nieuwe vaardigheid kiezen.

Door gebruik te maken van de zelfsturingscyclus leren kinderen zelf doelen te stellen en te monitoren en evalueren hoe het leerproces gaat. De professional heeft een meer begeleidende rol hierin en ondersteunt waar nodig. Naast de instructievideo’s zijn er ook sportkaarten, een coach-handleiding en een training om de interventie goed te implementeren.

Werkzame ingrediënten: vorm en functie

De werkzame ingrediënten van je interventie zijn de onderdelen die ervoor zorgen dat je interventie werkt. Als je deze ingrediënten weglaat, is het niet waarschijnlijk dat je je interventiedoelen zult behalen. Ze zijn onderdeel van de veranderstrategie van de interventie. Er is onderscheid te maken tussen de vorm en functie van een werkzaam ingrediënt. De functie wil je behouden (bijvoorbeeld het opleiden van uitvoerders), maar de vorm kan veranderen (bijvoorbeeld een online module of fysieke training).

Het is daarom belangrijk om eerst te bepalen wat de werkzame ingrediënten van je interventie zijn, en wat de functies van die werkzame ingrediënten zijn. Je kunt daarvoor onder meer gebruik maken van bestaande theorie over wat werkt, onderzoek naar de effectiviteit, input uit eigen evaluaties en input van je stakeholders. Als je de werkzame ingrediënten kent, weet je wat je wel of niet kunt aanpassen.

Een aantal werkzame ingrediënten (vorm en functie) van Sportbouwer zijn:

  • Deskundigheid van de professional op het gebied van impliciet leren en zelfsturing (functie): dit wordt gedaan door een scholing, inclusief vijf fysieke bijeenkomsten (vorm). Deze training zou zo aangepast kunnen worden dat deze meer op maat is voor de ervaring die professionals al hebben.
  • Stimuleren van zelfsturing bij de kinderen (functie): dit gebeurt nu door kinderen vier vragen te stellen om te reflecteren op hun leerproces. Deze reflectie kan ook gestimuleerd worden door kinderen bijvoorbeeld filmpjes te laten zien van hun beweging.
  • Succeservaring bij de deelnemers om het competentiegevoel te vergroten (functie): dit wordt gedaan door het opdelen van de oefening in 8-12 stappen (vorm). Hierdoor kunnen kinderen altijd wel instappen op een niveau waarin ze succes ervaren. Deze functie is juist niet heel makkelijk aan te passen en zou altijd onderdeel moeten zijn van de interventie.

Moment van aanpassen: gepland of niet?

In de meest ideale situatie bedenk je vooraf welke aanpassingen er nodig zijn. Je bekijkt of het interventieprotocol toepasbaar is in de betreffende lokale setting of dat er aanpassingen nodig zijn omdat bepaalde aspecten niet mogelijk of wenselijk zijn. Bijvoorbeeld omdat er op de andere locatie bepaalde voorzieningen niet zijn, het om net een andere doelgroep gaat of er andere professionals bij betrokken zijn. Je bekijkt welke aanpassingen er gedaan moeten worden om de interventie zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij deze lokale setting en hoe die in lijn zijn met de werkzame ingrediënten van de interventie. Dat wordt gezien als ‘theoretisch optimaal’.

In onderstaande figuur zie je welke situaties er nog meer zijn (wel/niet gepland en wel/niet in lijn met werkzame elementen) en wat dat oplevert[5]. Soms is het bijvoorbeeld niet mogelijk om aanpassingen vooraf uit te denken. Je moet dan snel schakelen, zoals met de coronamaatregelen. Wanneer je reactief moet handelen, doe je dat idealiter in lijn met de werkzame ingrediënten. In dat geval is het ‘theoretisch ideaal in onverwachte situaties’ en is de kans groot dat de effectiviteit van de interventie niet wordt aangetast. In de minst gewenste situatie is de aanpassing die je doet niet in lijn met de werkzame ingrediënten. Wanneer je wel goed bijhoudt wat er precies verandert en wat de effecten daarvan waren, kun je hier nog steeds van leren. Misschien worden sommige subdoelen nog steeds behaald en kun je deze aanpassing structureel onderzoeken?

Rol van stakeholders

De verschillende stakeholders (bijvoorbeeld interventie-eigenaar, uitvoerders, doelgroep) kunnen helpen in het bepalen van de werkzame ingrediënten van een interventie. Ook kunnen ze meedenken over welke aanpassingen wenselijk zijn bij de implementatie in een bepaalde lokale setting. Zo kijken ze vanuit Sportbouwer samen met verschillende professionals hoe (bij)scholing en ander ondersteunend materiaal zo goed mogelijk kan aansluiten bij de kennis en ervaring die iemand al heeft.

Evalueren van je aanpassingen

Je kunt dus diverse redenen hebben om aanpassingen te doen. Er zijn twee dingen belangrijk om je af te vragen: 

  • Wat heeft de aanpassing opgeleverd met betrekking tot datgene wat je hebt aangepast? Als je bijvoorbeeld je manier van werven aanpast, is het belangrijk om te evalueren of je dan nog wel de juiste doelgroep bereikt. 
  • Hebben de aanpassingen invloed op de beoogde effecten van de interventie? Als je aanpassingen doet, kan dat mogelijk ook invloed hebben op het al dan niet behalen van de doelen van de interventie.

Het kan wel lastig zijn om het effect van je aanpassing op het einddoel van de interventie te bepalen. Probeer in elk geval na te gaan hoe de aanpassingen zijn ervaren en/of het beoogde doel van de aanpassing zelf bereikt is.

FRAME-framework

Hierboven hebben we een aantal aandachtspunten genoemd bij het aanpassen van interventies. Het FRAME-framework[6] kan je helpen bij het registreren van de aanpassingen die je doet. Voor dit framework zijn online ook veel verschillende tools te vinden die je kunnen helpen met het registreren van de aanpassingen. Het framework vraagt onder meer op te schrijven wat je hebt aangepast, met welke reden en wanneer en met wie je tot die beslissing bent gekomen. 

Aan de slag?

Het is begrijpelijk dat je een interventie wilt aanpassen als je deze in een andere setting wilt inzetten. Het is daarbij belangrijk dat deze aanpassingen in lijn zijn met de werkzame ingrediënten van een interventie. Door vooraf na te denken welke aanpassingen er nodig zijn en in dit proces samen te werken met stakeholders, voorkom je voor een deel ongewenste veranderingen. Natuurlijk blijft het belangrijk om te evalueren of de aanpassingen ook de gewenste resultaten opleveren.

Meer weten?

Meer weten over implementatie? Het Platform Implementatie Sport & Bewegen biedt informatie, best practices en praktische hulpmiddelen.

Bronnen

  1. Powell, B. J., Waltz, T. J., Chinman, M. J., Damschroder, L. J., Smith, J. L., Matthieu, M. M., … & Kirchner, J. E. (2015). A refined compilation of implementation strategies: results from the Expert Recommendations for Implementing Change (ERIC) project. Implementation science, 10: 21.
  2. Lee, S. J., Altschul, I., & Mowbray, C. T. (2008). Using planned adaptation to implement evidence-based programs with new populations. American journal of community psychology, 41, 290-303.
  3. Moore, G., Campbell, M., Copeland, L., Craig, P., Movsisyan, A., Hoddinott, P., … & Evans, R. (2021). Adapting interventions to new contexts—the ADAPT guidance. bmj, 374.
  4. Kirk, M. A., Moore, J. E., Wiltsey Stirman, S., & Birken, S. A. (2020). Towards a comprehensive model for understanding adaptations’ impact: the model for adaptation design and impact (MADI). Implementation Science, 15: 56.
  5. Miller, C. J., Wiltsey‐Stirman, S., & Baumann, A. A. (2020). Iterative Decision‐making for Evaluation of Adaptations (IDEA): A decision tree for balancing adaptation, fidelity, and intervention impact. Journal of Community Psychology, 48(4), 1163-1177.
  6. Wiltsey Stirman, S., Baumann, A. A., & Miller, C. J. (2019). The FRAME: an expanded framework for reporting adaptations and modifications to evidence-based interventions. Implementation Science, 14:58.

Artikelen uitgelicht


Gezonde leefstijl
Platform Implementatie Sport en Bewegen
public, professional
tips
gezondheidsbevordering, in beweging brengen, samenwerken