Alles over sport logo

Zo werk je samen aan een beweegvriendelijke schooldag

Hoe zorg je ervoor dat bewegen en sport een vanzelfsprekend en structureel onderdeel zijn van de schooldag? Daarover spraken professionals uit onderwijs, sport, wetenschap en beleid met elkaar tijdens de co-creatie bij het kennisevent ‘Meer bewegen op het voortgezet onderwijs’. De inzichten bieden een inspirerend beeld van kansen en uitdagingen.

Dit zijn de meest beweegrijke vo-scholen van Nederland

Hoe kunnen scholen een actieve en beweegrijke schooldag creëren en zo bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van leerlingen? Het Stedelijk College Eindhoven (locatie Oude Bossche Baan) – winnaar van de Beweegrijke School Award 2025 – en de andere genomineerde vo-scholen delen hun aanpak en tips in dit artikel.

Tijdens de co-creatie stonden drie vragen centraal: hoe kan een school beweegrijker worden, wat moet er in beleid worden vastgelegd en welke partners zijn onmisbaar voor een duurzame systeemverandering? Tijdens het vraaggesprek (links in onderstaande tekening) ging het publiek in gesprek met Stedelijk College De Bossche Baan uit Eindhoven (winnaar van de ‘Beweegrijke School Award 2025’) en Praktijkschool De Einder uit Den Haag.

1. Wat maakt een school beweegrijker?

De eerste vraag richtte zich op de dagelijkse praktijk. Welke aanpassingen en initiatieven kunnen leerlingen letterlijk en figuurlijk in beweging brengen?

Bewegen integreren in de schooldag

Niet alleen tijdens de gymles, maar ook in reguliere lessen, in pauzes en na schooltijd kan beweging een plek krijgen. Docenten kunnen energizers of korte beweegmomenten inzetten, zodat leerlingen zich daarna weer beter kunnen concentreren. Hulpmiddelen hierin kunnen actief meubilair, kleine danslokalen of beweegkaartjes zijn. Ook roostering speelt een rol: rooster structureel een extra uur bewegen in, zorg ervoor dat er afwisseling is tussen zittend leren en actieve momenten of rooster opeenvolgende lessen op een andere verdieping zodat leerlingen trap moeten lopen. De pauze is een uitgelezen kans om leerlingen te laten bewegen en door te zorgen voor naschools sportaanbod verlaag je de drempel voor leerlingen om te sporten doordat ze niet naar een andere plek toe hoeven.

Draagvlak en cultuur

De cultuur op een school is van groot belang. Enthousiaste docenten die zelf het goede voorbeeld geven, zijn rolmodellen. Een speciaal beweegteam binnen de school kan activiteiten coördineren en inspireren. Herhaalde gezondheidsweken of themadagen zorgen voor hernieuwde energie en zichtbaarheid. Inventariseer met leerlingen waar ze behoefte aan hebben en welke barrières ze ervaren. Zorg dat ze zelf eigenaar zijn van nieuwe activiteiten en betrek ook ouders bij de plannen.

Beweegvriendelijke omgeving

Een school die uitnodigt tot bewegen, begint bij de fysieke ruimte. Denk aan statafels en tafeltennistafels in de aula, stepjes voor korte verplaatsingen en een schoolplein dat leerlingen stimuleert om te bewegen en ook buiten schooltijd toegankelijk is voor de wijk. Essentieel bij de inrichting van de fysieke ruimte is het betrekken van leerlingen bij de plannen. Ook de route naar school speelt mee: creëer veilige fietspaden en stimuleer fietsend of lopend naar school komen.

Vernieuwing en trends

Ook innovatie biedt kansen: gamification, esports en nieuwe beweegvormen kunnen aansluiten bij de belevingswereld van jongeren. Het combineren van sport met muziek, dans of technologie maakt bewegen aantrekkelijk voor een bredere groep leerlingen.

2. Wat moet er in het schoolbeleid staan?

Structurele verandering vraagt om verankering in beleid. Deze tweede vraag bracht veel concrete suggesties op tafel.

Heldere visie en doelen

Een school die bewegen belangrijk vindt, moet dit expliciet benoemen in haar visie. Onderbouwing hiervoor is niet alleen lichamelijke fitheid, maar ook welbevinden, concentratie, motorische ontwikkeling en burgerschap. Bewegen draagt bij aan gezondheid en plezier, en dat mag zichtbaar worden gemaakt.

Randvoorwaarden en borging

Om ambities waar te maken, zijn middelen nodig: tijd, financiën en faciliteiten. Denk hierbij aan (structurele) subsidies, ruimte in het rooster en een meerjarenplan waarin stappen en prioriteiten zijn uitgewerkt. Het beleid moet duidelijk maken wie de kartrekker is en hoe het team hierbij wordt betrokken.

Bewegen normaliseren

De groepen pleiten voor het normaliseren van bewegen. Dat kan door minimale beweegtijd vast te leggen, dagelijkse beweegmomenten in te plannen of door lessen standaard te beginnen of eindigen met een korte fysieke activiteit. Het schoolplein moet motorische uitdaging bieden en het beleid moet aandacht besteden aan een goede balans tussen schermgebruik en beweging.

Betrekken en motiveren

Beleid werkt alleen als alle betrokkenen zich eigenaar voelen. Leerlingen, ouders, docenten en ondersteunend personeel moeten inspraak krijgen en actief worden geïnformeerd. Een randvoorwaarde hierbij is dat iedereen betrokken wordt in het beweegteam. Het aantrekkelijk maken voor personeel – bijvoorbeeld door professionalisering – versterkt de kans op duurzame uitvoering.

Monitoring en evaluatie

Tot slot is het belangrijk om effecten zichtbaar te maken. Door opbrengsten te monitoren en te evalueren kan de school laten zien welke impact bewegen heeft op welzijn, concentratie, gezondheid en schoolplezier. Dat vergroot het draagvlak binnen en buiten de school.

3. Welke partners zijn onmisbaar?

Een systeemverandering staat of valt met samenwerking. De derde vraag maakte duidelijk dat een breed netwerk zorgt voor optimalisatie van het inzetten van bewegen in het onderwijs.

Binnen de school

De sectie lichamelijke opvoeding is vanzelfsprekend belangrijk, maar ook andere docenten kunnen beweging integreren in hun lessen. De directie en het schoolbestuur zijn essentieel voor beleidskeuzes en middelen. Daarnaast kunnen conciërges, leerlingen en zelfs stagiairs een rol spelen in stimulering en uitvoering.

Ouders en wijk

Ouders zijn cruciale partners om draagvlak te creëren en beweging te stimuleren bij hun kinderen. Ook buurtbewoners en lokale sportverenigingen kunnen een rol spelen, bijvoorbeeld door het schoolplein open te stellen voor de wijk. Zo wordt de school een beweegvriendelijke ontmoetingsplek voor iedereen.

Gemeente en andere organisaties

Gemeente, provincie en landelijke programma’s zoals JOGG of Gezonde School kunnen faciliteren met beleid, kennis en subsidies Buurtsportcoaches, leefstijlcoaches en jongerencoaches zorgen voor verbinding tussen school en omgeving. Ook zorgprofessionals zoals orthopedagogen en de GGD zijn belangrijke schakels. Belangrijk is dat de betrokken organisaties elkaar ondersteunen in hun aanpak. 

Innovatie en kennis

Onderzoeksbureaus, hogescholen en partners als Sportservice kunnen helpen bij het ontwikkelen en evalueren van nieuwe aanpakken. Samenwerking met bedrijven – bijvoorbeeld bij het inrichten van beweegvriendelijke ruimtes – biedt praktische mogelijkheden.

Conclusie: systeemverandering vraagt om gezamenlijke taal

Het Kennisevent maakte duidelijk dat alle ingrediënten aanwezig zijn om bewegen structureel in het voortgezet onderwijs te verankeren: creatieve ideeën, betrokken professionals en inspirerende voorbeelden. Belangrijk om te vermelden is dat de aanwezige professionals over het algemeen al overtuigd waren van het belang van bewegen. Voor het verspreiden van dat inzicht is een gedeelde motivator zoals het welzijn van de leerlingen belangrijk. Het verbinden van alle betrokken partijen en iedereen dezelfde taal laten spreken kan bewegen een vanzelfsprekend onderdeel van de schooldag maken. Hiermee investeren we in de gezondheid en het geluk van een hele generatie jongeren.

Meer weten?

Wil je betrokken zijn bij het lerend netwerk VO in beweging? Of zoek je informatie over hoe je bewegen kunt toepassen op het VO? Bekijk dan de website van de KVLO.


Auteur(s)

Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
Onderwijs
Jongeren
public, professional
tips
beweegvriendelijke omgeving, bewegingsonderwijs, motorische ontwikkeling, ouderbetrokkenheid, pedagogisch sportklimaat, veilige sportomgeving