Dit is hét moment om buitenspelen meer op de kaart te zetten, benadrukt Tijn Wabeke. Hij is projectleider bij de afdeling Sport en Bewegen van de gemeente Venlo. “Uit landelijke cijfers blijkt dat kinderen steeds minder buitenspelen. Dat zien we ook in Venlo. Daarom zoeken we naar manieren om het tij te keren. Bijvoorbeeld door buitenspelen te stimuleren met technologie, zoals beweeggames. En door speelvoorzieningen die beter aansluiten op de behoeften.”
Daarbij verlangde de gemeente naar een gestructureerde aanpak. “Telkens als we een speelplek vernieuwden, pakten we het anders aan. Bovendien wilden we kinderen, buurtbewoners en stakeholders er actiever bij betrekken.” Deze wensen sloten perfect aan bij de Buitenkans. “Nu krijgen we kinderen naar buiten en ontwikkelen we, met hulp van specialisten, een integrale aanpak die we vaker kunnen inzetten.”
De Buitenkans
In het project Buitenkans gaan gemeenten aan de slag om buitenspelen te stimuleren. In 12 stappen maken zij samen met buurtbewoners, lokale partners en de Buitenspeelcoalitie een speelplan voor een buurt. Hierbij krijgen gemeenten begeleiding, kennis, tools en cofinanciering.
De Buitenkans is een initiatief van de Buitenspeelcoalitie. Dat is een samenwerking van Jantje Beton, Cruyff Foundation, Krajicek Foundation, Mulier Instituut en Kenniscentrum Sport & Bewegen, ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Breed projectteam
En dus gingen ze aan de slag: Wabeke als projectleider vanuit de gemeente, en Henk Bleyendaal als procesbegeleider vanuit de Buitenspeelcoalitie. “We maakten een plan van aanpak en keken: welke partners zijn in de wijk actief? Wie kan er bijdragen? Zo stelden we een projectteam samen.” Daarin zaten een beleidsmedewerker Sport, rayonleider Speelvoorzieningen en projectleider Openbare Ruimte. En externe partners zoals een basisschool, lokale welzijnsorganisatie, woningcorporatie en de wijkraad.
Letterlijke drempel
Vervolgens koos het team een wijk voor de nieuwe speelplek. “Hier hield de basisschool door een fusie te weinig schoolpleinruimte over. Ook wonen er veel kinderen in de buurt, terwijl er weinig buitenspeelvoorzieningen zijn voor de leeftijd 8 tot 12 jaar. Voor passende speelplekken moeten zij een berg op fietsen – een letterlijke drempel.”
Springkussen en buurtwandeling
Het projectteam hield een buurtparticipatiebijeenkomst om inwoners bij de plannen te betrekken. “We communiceerden hierover met flyers en berichten in het ouderportaal. Maar taal is voor veel ouders op deze school een uitdaging”, vertelt Wabeke. “Daarom zetten we na schooltijd ook een springkussen naast school. Zo trokken we zowel kinderen als hun ouders aan. Dat werkte geweldig.” Verder deed het team een buurtwandeling. “In groepjes trokken we met kinderen langs alle speelplekken in de wijk. ‘Speel je hier weleens? Waarom wel of niet? Wat mis je in de buurt?’ Zo haalden we uitgebreid wensen en knelpunten vanuit de kinderen op.”
De buurt een stem geven
Het grasveld naast de school bleek perfect voor een speelvoorziening. Een centrale plek die het schoolplein aanvult en waar de hele buurt van profiteert. Op basis van de input van kinderen, ouders en lokale stakeholders werden er ontwerpen gemaakt. Daar kon op gestemd worden door kinderen (50%), ouders (25%) en de gemeente (25%). Intussen hield de gemeente inwoners goed op de hoogte. “Zo legden we uit waarom het vergunningsproces langer duurde. Bewoners waarderen het als je laat zien wat er speelt. Ook bij minder goed nieuws.”
De volgende stappen
Hopelijk is de speelplek nog dit jaar klaar, zegt Wabeke. “Dan brengen we die met een feestelijke kick-off onder de aandacht. En we gaan er regelmatig activiteiten organiseren, zoals sport- en spelclinics. Zo trekken we kinderen naar deze plek.” Daarbij heeft team Sport en Bewegen van de gemeente (Venlo.fit) de regie. Ook is er contact met lokale sportverenigingen en Platform Ondernemende Sportaanbieders Venlo (POS Venlo). Het projectteam betrok deze organisaties er pas later bij. “Verenigingen worden al overvraagd”, aldus Wabeke. “Daarom hebben we hen pas benaderd toen we een duidelijk, haalbaar plan hadden.”
Samen met Mulier Instituut brengt de gemeente straks ook in kaart hoe bewoners de plek gebruiken en waarderen. “We willen bijvoorbeeld QR-codes bij het speelveld plaatsen, waarmee bezoekers makkelijk een korte vragenlijst invullen. Ook blijven we in gesprek met partners om gebruikerservaringen op te halen.”
Nieuwe ontdekkingen
Ook bij andere nieuwe speelplekken worden kinderen, ouders en dorps- of wijkraden betrokken. “Maar met de Buitenkans hebben we nog veel meer aan participatie gedaan. Vooral de buurtwandeling maakte deze aanpak uniek. En dat we openlieten waar de speelplek zou komen – we hebben echt de hele wijk bekeken.” Deze intensieve participatie leverde draagvlak en waardevolle inzichten op. “Wij zagen het grasveld bij de school als logische plek, maar bewoners wezen ook op een onbruikbaar trapveldje verderop. De bal vloog namelijk steeds in de vijver. Nu plaatsen we daar een hek. Zonder de buurtwandeling hadden we dit niet ontdekt.”
Integraal samenwerken
Naast de brede participatie was de samenwerking binnen de gemeente een sleutel voor succes. “Vanuit de afdeling Sport & Bewegen zijn we vooral gericht op kinderen activeren, bijvoorbeeld met geschikte toestellen. Maar zaken zoals groeninrichting, openbare voorzieningen, onderhoud en vergunningen spelen ook een rol. Groen maakt een plek bijvoorbeeld aantrekkelijker.”
Door de interne samenwerking staat buitenspelen nu hoger op de agenda. “Zo wordt er gewerkt aan een integraal BOSS-beleidsplan (bewegen, ontmoeten, spelen en sporten). Het plan geeft richtlijnen voor openbare plekken in Venlo, zodat er een goed overzicht is en alles op elkaar aansluit. Want als we buitenspelen echt willen stimuleren, moeten we samenwerken over de grenzen van domeinen heen.”
De juiste mensen bij de plannen betrekken
Wel was het soms uitdagend om de afdelingen bij de plannen te betrekken, zegt Wabeke. “Je weet niet altijd wie je moet benaderen. Soms ontdek je pas later dat iemand anders beter was geweest. Kijk daarom eerst goed wie de juiste persoon is.” Ook moet je vroeg delen waarmee je bezig bent, adviseert hij. “Dan voelt het minder als een plan van jouw team. Betrek dus meteen alle relevante stakeholders – tot aan de vergunningsverlener toe.” Het proces duurde soms wat langer doordat steeds meer collega’s betrokken raakten. “Maar het levert op langere termijn veel op. De samenwerking tussen afdelingen is sterker voor toekomstige projecten.”
Tips
Wabeke heeft tips voor andere gemeenten die buitenspelen willen stimuleren:
- Luister goed naar de kinderen. Ga vanaf het begin in gesprek. En laat hun stem zwaarder wegen dan die van de gemeente of ouders, want zij zijn de eindgebruikers.
- Besef dat participatie nooit ‘af’ is. Elke wijk heeft andere behoeften. Blijf dus buurtwandelingen en andere participatiemomenten organiseren.
- Koppel buitenspelen aan andere doelen in je gemeente. Is je doel dat kinderen meer bewegen? Of wil je meer sociale cohesie in een wijk? Buitenspelen helpt daarbij. Zie het dus niet alleen als doel op zich. Zo veranker je het in de organisatie en heb je meer impact.
- Kom snel in actie. Door alle woningbouw en verstedelijking blijft er steeds minder buitenspeelruimte over. Zonder dit project was deze plek vast omgezet naar bestemmingsgrond of woningbouw. Ik hoop dat steeds meer gemeenten het belang van buitenspelen inzien. Hopelijk dragen we daar met dit project aan bij.

