Alles over sport logo

Zet motorische meetinstrumenten in voor nul- tot vierjarigen

Voldoende en gevarieerd bewegen is belangrijk voor een goede motorische ontwikkeling van jonge kinderen. Het Mulier Instituut onderzocht hoe de motorische vaardigheden bij kinderen van nul tot vier jaar worden gemeten in de praktijk. Hieronder lees je welke instrumenten hiervoor gebruikt kunnen worden door professionals in de jeugdgezondheidszorg en kinderopvang.

Kinderen zijn tegenwoordig minder motorisch vaardig. Het is belangrijk om hier zo vroeg mogelijk op in te spelen, bijvoorbeeld met extra aandacht voor voldoende en gevarieerd bewegen in de opvang en thuis. Hierbij helpt het om effecten van programma’s te evalueren, beweegvaardigheid te monitoren en op individueel niveau tijdig in te spelen op achterstanden. 

Wat zijn motorische vaardigheden?

Grove motorische vaardigheden vormen de basis van het bewegen van een kind. Het gaat hierbij om de beheersing van de grove beweegvaardigheden zoals lopen, rennen, springen, gooien en vangen die nodig zijn voor het uitvoeren van meer complexe bewegingen. De ontwikkeling van deze motorische vaardigheden is belangrijk voor de fysieke en psychosociale ontwikkeling van een kind [1, 2]. Goede motorische vaardigheden zijn de basis voor een leven lang met plezier deelnemen aan sport- en beweegactiviteiten. Lees meer over de motorische ontwikkeling van jonge kinderen en hoe je dit kunt stimuleren. 

Motorische vaardigheden gaan achteruit

De motorische vaardigheden van leerlingen in de basisschoolleeftijd namen de afgelopen tien jaar in Nederland af [3]. De basis van motorische vaardigheden wordt ontwikkeld tussen nul en acht jaar. Daarom is het belangrijk om hier tijdig, al voordat kinderen naar school gaan, op in te zetten via ouders, jeugd gezondheidszorg (JGZ) en kinderopvang. Juist bij deze doelgroep is er weinig zicht op de hoeveelheid en kwaliteit van het bewegen [4]. De inzet van meetinstrumenten biedt zicht op de motorische ontwikkeling en mogelijke achterstanden.

Zo meet je bij kinderen van nul tot vier jaar

Om het niveau van de motorische vaardigheden van een kind te bepalen, heb je een meetinstrument nodig. Er bestaan verschillende soorten meetinstrumenten. 

  • Bij sommige instrumenten wordt gebruik gemaakt van motorische mijlpalen, waarbij wordt gekeken of het kind vooraf vastgestelde mijlpalen wel of niet haalt. 
  • Ook bestaan ook observatie-instrumenten, waarbij zonder vooraf vastgestelde mijlpalen het (beweeg)gedrag van het kind wordt bekeken en vastgelegd. 
  • Een meer actieve manier van meten is door middel van een motorische test. Bij een motorische test krijgt het kind de opdracht om bepaalde bewegingen of activiteiten uit te voeren en wordt de uitkomst hiervan vastgelegd. 
  • Tot slot kan gebruik worden gemaakt van vragenlijsten waarbij ouders of verzorgers gevraagd worden naar het bewegen en/of vaardigheden van het kind.

Het Mulier Instituut onderzocht het aanbod van meetinstrumenten voor het meten van motorische vaardigheden in de groep nul- tot vierjarigen en de manieren waarop dit momenteel in Nederland wordt gedaan in de JGZ en de kinderopvang. Lees het volledige rapport ‘Meetinstrumenten voor motorische vaardigheden bij 0- tot 4-jarigen’ van Mulier Instituut. 

Overzicht meetinstrumenten

Het aanbod van meetinstrumenten om motorische vaardigheden te meten bij jonge kinderen is groot. Onderzoekers hebben 95 verschillende meetinstrumenten gevonden, waarvan 27 instrumenten in Nederland of in het Nederlands beschikbaar zijn. Hoewel alle instrumenten gericht zijn op het meten van motorische vaardigheden (of onderdelen daarvan), bestaan er grote verschillen tussen de instrumenten in bijvoorbeeld de tijd die het kost om de meting te doen, de materialen die nodig zijn of de nauwkeurigheid. Bekijk hieronder een overzicht van veelgebruikte instrumenten. 

Meetinstrument: KIJK!

  • Wat meet het: grove en fijne motoriek
  • Type instrument: observatie
  • Waar te gebruiken: kinderopvang
  • Kosten: € 87
  • Benodigde ruimte: geen extra ruimte of materialen
  • Wie kan afnemen: iedereen
  • Benodigde training: niet verplicht, wel aan te raden

Meetinstrument: Van Wiechen Ontwikkelingsonderzoek (VWO)

  • Wat meet het: grove en fijne motoriek
  • Type instrument: checklist
  • Waar te gebruiken: jeugdgezondheidszorg
  • Kosten: € 200 – 250
  • Benodigde ruimte: geen extra ruimte, wel testmaterialen (blokjes, ballen, etcetera)
  • Wie kan afnemen: arts, verpleegkundige
  • Benodigde training: vereist

Meetinstrument: Doen, praten, bewegen en rekenen

  • Wat meet het: grove en fijne motoriek, adaptatie en lichaamsbesef
  • Type instrument: observatie
  • Waar te gebruiken: kinderopvang
  • Kosten: vanaf € 130
  • Benodigde ruimte: geen extra ruimte of materialen
  • Wie kan afnemen: iedereen
  • Benodigde training: niet nodig

Meetinstrument: Ontwikkelingsvolgmodel (OVM)

  • Wat meet het: grove en fijne motoriek
  • Type instrument: observatie
  • Waar te gebruiken: kinderopvang
  • Kosten: € 350 per jaar
  • Benodigde ruimte: geen extra ruimte of materialen
  • Wie kan afnemen: iedereen
  • Benodigde training: instroomcursus vereist

Meetinstrument: 4 Sen Test

  • Wat meet het: grove en fijne motoriek
  • Type instrument: motorische test
  • Waar te gebruiken: kinderopvang
  • Kosten: vanaf € 1 per kind, per jaar
  • Benodigde ruimte: gymzaal met testmaterialen (blokken, matten, etcetera)
  • Wie kan afnemen: iedereen
  • Benodigde training: niet nodig, wel mogelijk

Ideale meetinstrument bestaat niet

Hoewel sprake is van een groot aanbod van meetinstrumenten, bestaat het ideale meetinstrument volgens geïnterviewde experts en praktijkprofessionals niet. Ten eerste is de keuze van een meetinstrument afhankelijk van wat je er precies mee wilt bereiken. Je kan bijvoorbeeld het instrument gebruiken om veranderingen in verloop van tijd op groepsniveau in kaart te brengen (monitoren) of om kinderen die afwijken van een vooraf bepaalde norm te herkennen (screenen). Ten tweede bestaan verschillen tussen bijvoorbeeld de JGZ en de kinderopvang in welke eigenschappen van meetinstrumenten belangrijk worden gevonden Dit betekent dat iedere praktijkprofessional op basis van eigen voorkeuren en behoeften een passend meetinstrument kiest. 

Wat vindt de JGZ belangrijk? 

Professionals binnen de JGZ geven aan dat zij het belangrijk vinden dat een meetinstrument betrouwbaar is, dat het valide is (meet het instrument wel echt wat het zou moeten meten?), dat de impact op het kind minimaal is en dat het afnemen niet te veel tijd kost. Bij het kiezen van een meetinstrument wordt een afweging gemaakt. Meetinstrumenten die heel betrouwbaar en valide zijn, kosten doorgaans veel tijd om in te zetten. Het huidige instrument dat de JGZ gebruikt, is het Van Wiechen Onderzoek (VWO). 

Wat vindt de kinderopvang belangrijk?

Professionals werkzaam in de kinderopvang vinden het vooral belangrijk dat het meetinstrument pedagogisch verantwoord is en niet te belastend voor het kind. Het kind moet de test niet als vervelend ervaren of het gevoel krijgen dat hij of zij kan falen. Over het algemeen zijn meetinstrumenten waarbij het bewegen van het kind bekeken wordt (observatie-instrumenten) minder belastend dan instrumenten waarbij actieve medewerking of instructie nodig is.

Richtlijnen voor motorische ontwikkeling 

De mate waarin binnen de kinderopvang aandacht is voor (het meten van) motorische vaardigheden is zeer uiteenlopend. Dit lijkt niet te maken te hebben met het ontbreken van geschikte meetinstrumenten, maar met het ontbreken van richtlijnen. Hierbij gaat het zowel om richtlijnen voor kinderopvangorganisaties over aandacht voor motorische ontwikkeling, als om een algemene beweegrichtlijn voor kinderen van nul tot vier jaar. De Gezondheidsraad is bezig met het opstellen van een beweegadvies voor kinderen van nul tot vier jaar. In diverse andere landen zijn wel richtlijnen voor deze doelgroep gegeven, bekijk de internationale richtlijnen. Een Nederlands advies kan helpen bij het ontwikkelen van beleid op dit vlak.

Motorisch testen opnemen in opleiding

Een andere mogelijkheid om binnen kinderopvangorganisaties meer aandacht te krijgen voor bewegen en motorische vaardigheden, is om het op te nemen in het curriculum van de opleiding tot pedagogisch medewerker. Volgens pedagogisch medewerkers zelf is bij de opleiding momenteel beperkt aandacht voor beweegstimulering en motorische vaardigheden. Het benadrukken en toelichten van het belang van een goede motorische ontwikkeling en aanreiken van manieren om deze ontwikkeling te stimuleren en te meten, zou kunnen bijdragen aan de mate waarin hier op de werkvloer aandacht aan wordt besteed.

Zo kies je een meetinstrument

Het aanbod van meetinstrumenten is groot en divers. De keuze van een instrument is afhankelijk van het doel dat je als professional voor ogen hebt (bijvoorbeeld monitoren of screenen) en hoe het instrument aansluit bij de specifieke situatie waarin je het gaat gebruiken. Heb je een grote gymzaal ter beschikking, dan zal de benodigde ruimte geen probleem opleveren. Wil je het instrument bijvoorbeeld gebruiken bij een kleinschalige kinderopvangorganisatie, dan speelt de ruimte wel een rol in je overweging. In het rapport Meetinstrumenten voor motorische vaardigheden bij 0- tot 4-jarigen vind je een overzicht van alle meetinstrumenten en bijbehorende eigenschappen.      

Zet een erkende beweeginterventie in

Naast het meten van de motorische ontwikkeling is het belangrijk om jonge kinderen voldoende en gevarieerd te laten bewegen. Voor de kinderopvang zijn diverse erkende beweeginterventies beschikbaar die inzetten op meer en vaardig bewegen. Bekijk het overzicht van erkende beweeginterventies

Neem bij vragen contact op met Lisanne Balk van Mulier Instituut.

Bronnen

  1. Gallahue D, Ozmun J, Goodway J. Understanding motor development: Infants, children, adolescents, adults. New York: McGraw-Hill; 2006. 
  2. Lubans DR, Morgan PJ, Cliff DP, Barnett LM, Okely AD. Fundamental movement skills in children and adolescents: Review of associated health benefits. Vol. 40, Sports Medicine. 2010. p. 1019–35. 
  3. Inspectie van het Onderwijs. Peil.Bewegingsonderwijs- Einde basis- en speciaal onderwijs 2016/2017. Den Haag; 2018. 
  4. Komen, A., & Lucassen, J.M.H. (2019). Van jongs af aan vaardig in bewegen: een verkenning van de aandacht voor beweegvaardigheden in de kinderopvang. Utrecht: Mulier Instituut.

Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
public, professional
instrument
monitoring en evaluatie, motorische ontwikkeling