Alles over sport logo

Motorische ontwikkeling van 3 tot 4 jaar

Kinderen van 3 tot 4 jaar maken de laatste motorische ontwikkelingen door voordat ze naar de basisschool gaan. Ze leren in deze leeftijdsfase vaardigheden als springen, hinkelen en schommelen. Dat is belangrijk, want een goede motorische ontwikkeling zorgt voor levenslang plezier in sporten en bewegen. De motoriek is de basis voor veel bewegingen in het dagelijks leven. Jonge kinderen die vaardig zijn in bewegen, zullen op latere leeftijd meer bewegen.

Variatie in bewegen en het herhalen van bewegingen stimuleert de motorische ontwikkeling[1]. Thuis en bij de opvang zijn veel mogelijkheden om te bewegen, zowel binnen als buiten. In dit artikel lees je welke vaardigheden kinderen leren rond 3- tot 4-jarige leeftijd en hoe je dit makkelijk stimuleert met bewegen. De kennis is afkomstig van onderzoek en experts uit de praktijk[2].

Grove motoriek

Bij grove motorische ontwikkeling gaat het om de grotere bewegingen die kinderen kunnen doen. Benieuwd wat kinderen van 3 tot 4 jaar vaak al kunnen wat betreft grove motorische ontwikkeling? Bekijk het hier: 

Een bal vangen
Klein stukje springen
Aantal keer hinkelen

Ieder kind heeft een eigen ontwikkeling 

De volgorde waarin bewegingen worden aangeleerd, is bij kinderen vaak gelijk. Toch kan het zijn dat de volgorde bij jouw kind anders is of dat jouw kind een mijlpaal overslaat. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen manier en tempo. Zo hinkelt het ene kind al met 3 jaar en leert het andere dat een jaar later. Dat is niet erg. Maak je je zorgen over de motorische ontwikkeling van jouw kind? Neem dan contact op met het consultatiebureau of de huisarts. 

Fijne motoriek

Fijne motoriek draait om de kleine en fijne bewegingen van de armen, handen en vingers. Op 3- tot 4-jarige leeftijd leren kinderen bijvoorbeeld zelf met een vork eten en handen wassen. Ook kunnen ze steeds beter puzzels met meer stukjes maken. 

Hoe stimuleer je motorische ontwikkeling?

Het is belangrijk om kinderen vanuit de fysieke en sociale omgeving te stimuleren om te bewegen. Voorkom daarom veel stilzitten in de wandelwagen of voor de televisie. Gebruik momenten van stilzitten voor activiteiten die de ontwikkeling van het kind stimuleren. Denk aan voorlezen of het werken aan de fijne motoriek: knutselen, tekenen, kleien en puzzels maken. Ga ook eens na op welke momenten van de dag je eenvoudig meer beweging kunt aanbrengen. Zorg daarbij voor zo gevarieerd mogelijke beweging, wees creatief in het bedenken van verschillende bewegingen en beweeg enthousiast mee. Maak bewegingen moeilijker als jouw kind daaraan toe is of juist makkelijker als hij of zij er nog niet aan toe is.

Tips om te bewegen

Wil je kinderen tussen 3 en 4 jaar stimuleren meer te bewegen en ervoor zorgen dat ze gevarieerde bewegingen oefenen? Maak gebruik van de volgende tips.

  • Stimuleer je kind om stukjes vooruit, achteruit en zijwaarts te springen. Het helpt om bijvoorbeeld gekleurde stippen of lintjes op de grond te leggen. Je kind kan dan van stip naar stip of van lintje naar lintje springen. Begin met een kleine afstand tussen de stippen of lintjes. Is het te makkelijk? Leg de lintjes dan iets verder uit elkaar.
  • Ga samen op zoek naar een schommel in de wijk. Deze vind je vaak op een schoolplein, in een park of in een speeltuin. Als er voldoende ruimte is, kun je ook een schommel in je tuin of huis plaatsen. Stimuleer je kind om te oefenen met schommelen door met de benen naar voren en naar achteren te bewegen. Het is voor je kind leuk en makkelijk wanneer jij hem/haar vooruit duwt op de schommel, maar stimuleer juist het zelf voortbewegen op de schommel.
  • Oefen met springen door gebruik te maken van een laaghangend touwtje, een laag muurtje of een laag voorwerp. Kies niet meteen voor een te grote hoogte om de kans op vallen te beperken. Springt je kind er gemakkelijk overheen? Verhoog het touwtje of voorwerp dan een beetje om je kind te blijven uitdagen. Let altijd goed op de veiligheid.
  • Stimuleer je kind over lage smalle muurtjes, bankjes of (stoep)randjes te lopen. Wandel samen door de wijk en ga op zoek naar uitdagende plekken waar je kind deze vaardigheid, balanceren en evenwicht bewaren, kan oefenen. Blijf erbij voor de veiligheid. Gaat het je kind makkelijk af? Ga dan op zoek naar nog smallere muurtjes, bankjes of (stoep)randen.
  • Kinderen vinden het vaak leuk om met een volwassene te spelen. Rond deze leeftijd leren kinderen zowel gooien als vangen. Stimuleer je kind door samen een balletje over te gooien. Begin met een grote zachte bal. Wanneer dat goed lukt, kies dan voor een kleinere en/of hardere bal. Afwisseling van soorten en maten ballen is goed voor de ontwikkeling.
  • Gebruik momenten van rustig zitten voor uitdagende activiteiten die de ontwikkeling van de fijne motoriek stimuleren zoals knutselen, kleien, tekenen, puzzelen of spelen met bouwmateriaal als kapla of duplo. Ook activiteiten zoals verkleden zijn geschikt, daarmee oefen je gelijk het aan- en uitkleden. 
  • Er is tegenwoordig steeds vaker beweegaanbod in de wijk voor kinderen van deze leeftijd. Denk aan peutergym of andere activiteiten. Kinderen worden bij deze activiteiten uitgedaagd om op ontdekkingstocht te gaan en te ontdekken wat ze al wel en nog niet kunnen.
  • Buitenspelen in het bos, park of de speeltuin ontdekken? Lees hier meer tips om je kind buiten te laten spelen.

Stimuleren mag, forceren niet

Wil je de motorische ontwikkeling van je kind stimuleren? Zet dan in op: leuk, gevarieerd en gezellig meedoen. Houd er rekening mee dat stimuleren en uitdagen van je kind goed is, maar forceren niet. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen manier en tempo.

Werk je met kinderen van 0 tot 4 jaar?

Bekijk dan eens de Mini-learning motorische ontwikkeling. Met de Mini-learning doe je nieuwe kennis op over de motorische ontwikkeling van jonge kinderen. Ook krijg je tips en kun je de Beweegspelletjes en Praatplaten aanvragen waarmee je met kinderen en ouders aan de slag kunt.

Kinderopvangorganisatie KinderRijk is enthousiast over de Mini-learning: “De Mini-learning geeft extra kennis. En voor de mensen die er al bekend mee zijn, is het opfrissen van wat ze eigenlijk al weten. Na een korte check om na te gaan of de kennis goed is overgekomen, kun je kosteloos de Beweegspelletjes en Praatplaten aanvragen. Praktische tools waarmee je als pedagogisch medewerker aan de slag kunt op de groep en richting ouders.”

Over het thema bewegen bij jeugd verschijnen regelmatig nieuwe artikelen met praktische tips. Wil je op de hoogte blijven? Meld je aan voor de Kennisupdate Jeugd.

Meer lezen?

Bronnen

  1. Kenniscentrum Sport & Bewegen (2020). Whitepaper Van jongs af aan vaardig in bewegen. Ede: Kenniscentrum Sport & Bewegen.
  2. Vervoort, J. (2020). Motorische ontwikkeling van 0-6 jarigen: overzicht van de motorische mijlpalen & tips om de motorische ontwikkeling met bewegen te stimuleren. Ede: Kenniscentrum Sport & Bewegen.

Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
Jonge kinderen
public, professional
feiten en cijfers
motorische ontwikkeling