Alles over sport logo

Is Nederland beweegvriendelijker geworden?

De openbare ruimte speelt een belangrijke rol in het faciliteren en stimuleren van sporten en bewegen. Daarom berekent het Mulier Instituut sinds 2014 de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO). Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin de fysieke openbare ruimte scoort op de mogelijkheden voor mensen om te sporten en te bewegen. In het najaar van 2024 is de KBO opnieuw berekend. In dit artikel bespreken we de nieuwe KBO-scores en de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de vorige meting (2022).

Wat is de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving?

De Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO) berekent hoe beweegvriendelijk Nederland is. De kernindicator bestaat uit vier deelindicatoren: recreatief groen en blauw, sport- en speelplekken, sportaccommodaties en voorzieningen. De score wordt met name bepaald door de nabijheid. Op iedere deelindicator kunnen tussen de 0 en 100 punten worden gescoord, waarbij geldt dat een hogere score beter is. De gemiddelde score van de vier deelindicatoren vormt de score van de KBO, die wordt berekend op verschillende schaalniveaus: nationaal, gemeente, wijk en buurt.

In dit artikel bespreken we de belangrijkste veranderingen in de KBO-scores ten opzichte van 2022. Een uitgebreide analyse van wat de veranderingen in scores kan verklaren is te vinden in het rapport Wordt Nederland beweegvriendelijker? Een uitgebreide beschrijving van de methode is te vinden op sportenbewegenincijfers.nl.

Bekijk ook de infographic van de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving.

Nederland is beweegvriendelijker geworden

De afgelopen twee jaar is Nederland gemiddeld beweegvriendelijker geworden. De totaalscore van de KBO nam toe van 65 tot 68 punten. Van zeven op de tien gemeenten is de score de afgelopen twee jaar gestegen. In het algemeen geldt dat hoe stedelijker gemeenten zijn, hoe hoger de KBO-score. Deze verschillen lijken wel kleiner te worden. De afgelopen twee jaar zijn de scores van niet-stedelijke en weinig stedelijke gemeenten sterker gestegen dan de scores van (zeer) sterk stedelijke gemeenten. 

Lichte stijging in nabijheid van recreatief groen en blauw

De score op de deelindicator ‘recreatief groen en blauw’ is sinds 2022 gestegen van 62 naar 63. Deze deelindicator geeft weer hoeveel openbaar groen, zoals bossen en parken, en blauw, zoals meren en beken, er is in de woonomgeving. Niet-stedelijke en weinig stedelijke gemeenten scoren op deze deelindicator hoger dan (zeer) sterk stedelijke gemeenten. Dit komt waarschijnlijk doordat deze gemeenten groener zijn dan (zeer) sterk stedelijke gemeenten. 

Ook lichte stijging op nabijheid van sport- en speelplekken

In 2024 scoort Nederland gemiddeld 82 punten op de deelindicator ‘nabijheid van sport- en speelplekken’. Dit is een lichte toename ten opzichte van de score in 2022 (80 punten). Twee jaar geleden hadden niet alle gemeenten een score op de deelindicator sport- en speelplekken, omdat ze hun sport- en speelplekken niet ingevoerd hadden in de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)[1]. Door ook data over sport- en speelplekken uit OpenStreetMap te gebruiken, hebben we in 2024 wel voor alle gemeenten een score kunnen berekenen. 

De scores van de gemeenten lopen sterk uiteen. Waar sommige gemeenten dicht tegen de maximale score van 100 aanzitten, zijn er ook gemeenten die minder dan 20 punten scoren. Met name gemeenten die hun sport- en speelplekken niet in de BGT hebben staan, scoren lager. Dit komt waarschijnlijk doordat de registratie van sport- en speelplekken in OpenStreetMap onvolledig is.

Wat is de Basisregistratie Grootschalige Topografie?

De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een database van het Kadaster waarin alle fysieke objecten in Nederland worden geregistreerd. De BGT is ook als digitale kaart te raadplegen. Gemeenten zijn verplicht om bepaalde objecten in de BGT te registreren en te voorzien van locatiegegevens. Voor sport- en speelplekken geldt deze verplichting niet. De registratie van sport- en speelplekken is daarom niet compleet. Om ervoor te zorgen dat de KBO-score een goede weergave van de werkelijkheid is, is het belangrijk dat gemeenten hun sport- en speelplekken registreren in de BGT.

Kleine daling in nabijheid van sportaccommodaties

De score op de deelindicator ‘nabijheid van sportaccommodaties’ in 2024 is ten opzichte van 2022 met twee punten gedaald (van 58 naar 56). De gemiddelde afstand die men af moet leggen naar verschillende soorten sportaccommodaties is iets groter geworden. Het aantal sportaccommodaties is in de afgelopen twee jaar tijd niet veel veranderd[2]. De afname van de gemiddelde score kan dus verklaard worden, doordat de gemiddelde wandel- en fietsafstand naar sportaccommodaties groter is geworden. Dit kan verklaard worden door een toename van het aantal inwoners op plekken die buiten wandel- en fietsafstand van sportaccommodaties zijn of door veranderingen in het wegennetwerk, waardoor accommodaties slechter bereikbaar zijn geworden. 

Score op nabijheid van voorzieningen toegenomen

Nederlandse gemeenten scoren in 2024 gemiddeld 69 punten op de deelindicator ‘nabijheid van voorzieningen’. Deze deelindicator richt zich op voorzieningen voor dagelijks gebruik binnen wandel- en fietsafstand. Voorzieningen die verwerkt zijn in deze score zijn onder andere scholen, supermarkten, bushaltes en huisartsen. De deelindicator ‘nabijheid van voorzieningen’ hebben we in 2024 doorontwikkeld. Aan de hand van een studie van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) naar acceptabele reisafstanden voor wandelaars en fietsers hebben we de richtafstanden voor de voorzieningen herzien[3]. De huidige scores geven daarmee een betere weergave van hoeveel voorzieningen Nederlanders binnen wandel- en fietsafstand hebben.

Ten opzichte van 2022 (63 punten) is de score toegenomen met 6 punten. Deze stijging was groter voor niet-stedelijke en weinig stedelijke gemeenten. De nabijheid van voorzieningen is in zeer sterk stedelijke gemeenten nog altijd het best. Zij scoren het hoogst op deze deelindicator.

Leiderdorp is opnieuw beweegvriendelijkste gemeente

De gemeente met de hoogste score op de KBO in 2024 is Leiderdorp in Zuid-Holland. De gemeente behaalt een score van 80 punten. Dit is iets lager dan de gemeente in 2022 behaalde, toen het de eerste plaats deelde met Vlieland (beide 82 punten)[4]

Bernheze is gemeente met de grootste toename

De gemeente met de grootste stijging van de score op de KBO in 2024 ten opzichte van 2022 is Bernheze. De score van de gemeente nam toe van 41 naar 64 (+23). De stijging van de score is met name het gevolg van een hogere score op de deelindicator sport- en speelplekken. Dit geldt ook voor veel andere gemeenten met een sterke toename van de score.

Wat kun je met de KBO-score van jouw gemeente?

Benieuwd naar de score van jouw gemeente, wijk of buurt? Samen met informatie over de kernindicatoren zijn de scores op de KBO te vinden op de website sportenbewegenincijfers.nl. De KBO-cijfers kun je gebruiken om:

  • Inzicht te krijgen in hoe je gemeente scoort op verschillende onderdelen van de beweegvriendelijke omgeving. Het geeft inzicht in de huidige situatie. 
  • Beleidskeuzes te maken welke ingrepen, in welke buurt of wijk zinvol kunnen zijn. De deelindicatoren helpen om een afweging te maken hoe je een buurt of wijk beweegvriendelijker kunt maken. 
  • Ontwikkelingen en effecten te monitoren. De KBO wordt iedere twee jaar berekend. Daardoor kun je de cijfers ook gebruiken om de ontwikkeling van de beweegvriendelijke omgeving en effecten van je beleid in je gemeente te monitoren.

Heb je vragen over de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving? Neem dan contact op met Niels Meulenbroeks of Mark Noordzij.

Aan de slag

Als je wijken, buurten of straten in jouw gemeente beweegvriendelijker wilt maken en benieuwd bent welke elementen hieraan kunnen bijdragen, kijk dan naar de Bouwstenen van de beweegvriendelijke omgeving. Per bouwsteen krijg je inzicht over de toepassing in de omgeving, ontwerpprincipes en voorbeelden in het land.

Bronnen

  1. Noordzij, M., Rauws, R., & Ruikes, D. (2024). Openbare ruimte In D. Ruikes & B. Schadenberg (red.), Jaarrapport ruimte voor sport en bewegen (pp. 109-136). Mulier Instituut. Jaarrapport ruimte voor sport en bewegen
  2. Wezenberg-Hoenderkamp, K., & Rauws, R., & Aarnink, A. (2023). Aanbod aan sportaccommodaties In H. van der Poel & R. Hoekman (red.), Sportaccommodaties in Nederland 2023: Kengetallen en kenmerken (pp. 21-69). Mulier Instituut. kennisbanksportenbewegen.nl/?file=11553&m=1702646858&action=file.download
  3. Hamersma, M., & Roeleven, I. (2024). Acceptabele bereikbaarheid: een reizigersperspectief. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Acceptabele bereikbaarheid: een reizigersperspectief | Publicatie | Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid
  4. Rauws, R., & Noordzij, M. (2023). Hoe beweegvriendelijk is Nederland? Mulier Instituut. Hoe beweegvriendelijk is Nederland?

Artikelen uitgelicht


Beleid
Openbare ruimte
public, professional
feiten en cijfers
beleidsontwikkelingen, beweegvriendelijke omgeving, in beweging brengen, monitoring en evaluatie