
Onderstaande tien argumenten zijn ontleend aan het rapport ‘Onderbouwing van argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving’.
Eerst kun je een algemene inleiding bekijken op deze video. En een creatief voorbeeld: dansen voor het rode voetgangerslicht.
1. Minder overgewicht in een beweegvriendelijke omgeving
Overgewicht is in Nederland een groeiend probleem. Steeds meer mensen zijn te zwaar. Daardoor lopen ze meer kans op allerlei chronische ziektes, meldt de Gezondheidsraad. Het is een onprettig lijstje: suikerziekte, hart- en vaatziekten en enkele soorten kanker. Daarbij schat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) de indirecte kosten, bijvoorbeeld door ziekmeldingen en afkeuring, op twee miljard euro per jaar.
In gebieden met veel groen hebben bijvoorbeeld kinderen minder last van overgewicht dan in wijken met vooral beton en bakstenen. Mensen verbruiken meer energie als ze de fiets pakken in plaats van de auto, gaan buiten spelen in plaats van binnen, gaan wandelen in plaats van op de bank zitten. De gevolgen: minder overgewicht, dus uiteindelijk ook minder ziektes. Als iedereen voldoende beweegt, worden mannen gemiddeld ruim acht maanden ouder en vrouwen zelfs ruim veertien maanden, blijkt uit een Schotse Studie (Mitchell, R, e.a., 2008).
2. Lichamelijk gezonder
Een beweegvriendelijke omgeving bevordert de algemene lichamelijke gezondheid. En dat levert geld op. Want wie voldoende beweegt, maakt minder gebruik van de gezondheidszorg. En die sector dreigt almaar meer geld op te slurpen.
Het kan gaan om forse bedragen. Ouderen die genoeg bewegen, maken per jaar 3000 euro minder zorgkosten dan senioren die onvoldoende actief zijn. Bij jongeren kan het verschil oplopen tot bijna 9000 euro. Van alle zorgkosten is 1,8 procent het gevolg van niet genoeg bewegen. Het gaat dan om diabetes, beroertes en hart- en vaatziekten. En die 1,8 procent staat voor liefst 1,3 miljard euro (Lubbe, M, e.a., 2011).
3. Geestelijk gezonder
Sommige zegswijzen bevatten veel waarheden. Een Romeins spreekwoord luidt: een gezonde geest in een gezond lichaam. Het zit bij mensen tussen de oren meestal beter als ze zich in een groene omgeving (die aanzet tot bewegen) bevinden. Alleen al de aanwezigheid van bomen en planten werkt positief. Het aantal bewoners dat zich bij de huisarts meldt met een depressie of angststoornis neemt af (Maas, J, e.a., 2011). Wie voldoende beweegt, lijdt minder vaak aan stress. Ook verslaving is een minder groot gevaar voor wie fysiek actief is. En kinderen hebben meestal een beter zelfbeeld als ze meer bewegen (Ekeland, E, e.a. 2005).
4. Kinderen ontwikkelen zich
Zeker voor kinderen is het belangrijk dat ze frisse lucht inhaleren. Hoe langer ze buiten zijn, blijkt uit studies, hoe meer ze bewegen (Vries, S.I. de, e.a. 2012). Ook een veilige route naar school levert een bijdrage aan de hoeveelheid beweging. Eén op de drie kinderen wordt nu met de auto naar school gebracht, onder meer om ongelukken te voorkomen. Daardoor bewegen ze minder én doen ze minder ervaring op in het verkeer (Jago, R, e.a., 2004).
Betrekkelijk eenvoudige aanpassingen hebben flinke effecten. Installeer een glijbaan op een plein, zet een voetbaldoel op een grasveldje en kinderen komen direct in actie. Zo werken ze onbewust aan hun motorische ontwikkeling. En dat niet alleen, ze presteren op school ook nog eens beter als ze meer bewegen (Sibley, BA e.a., 2003). Plus: ze komen andere kinderen tegen en ontwikkelen spelenderwijs sociale vaardigheden. Bijvoorbeeld al bij afspreken welk spel er gespeeld wordt.
5. Meer lopen en fietsen
In een beweegvriendelijke omgeving laten bewoners vaker de auto staan. Goede wandel- en fietsroutes stimuleren hen vaker lichamelijk actief te worden. Dat gebeurt ook als de wijk voldoende voorzieningen biedt, op allerlei verschillende terreinen (Cammelbeeck, C, e.a., 2014).
Meer activiteit in de wijk heeft meer voordelen. Zo wordt, heel simpel, het verkeer veiliger als er minder auto’s rondrijden (Hartog, JJ de, 2010). En er zweven minder uitlaatgassen door de buurt. Daarnaast neemt de geluidsoverlast af. Deze effecten dragen op kleine schaal bij aan de lichamelijke gezondheid én aan de leefbaarheid van de wijk.
6. Ouderen socialer
Ouderen op straat trekken andere ouderen aan. Ze komen er liever als ze veel generatiegenoten zien (Borst, HC e.a., 2008), blijkt uit onderzoek. Daarnaast lokt een aantrekkelijke inrichting hen naar buiten. Toch komen ze nog vaak hindernissen tegen. Denk aan een lange wandeling naar een bushalte, drukke wegen met weinig oversteekplaatsen en te hoge stoepen.
Senioren brengen verhoudingsgewijs veel tijd door in hun eigen woning. Afzondering is daardoor een risico en eenzaamheid heeft vaak nare gevolgen. Dat biedt een verhoogde kans op depressies, angststoornissen, lichamelijke kwalen en alcoholmisbruik. Dit alles verhoogt de kans op een te vroege dood.
7. Beter leefbaar
De sociale samenhang verbetert in een beweegvriendelijke omgeving (Vreke, J, e.a., 2010). Het begint bij kinderen die buiten spelen. Zij brengen hun ouders met elkaar in contact. En als die ouders de omgeving prettig vinden, laten ze hun kinderen nog vaker naar buiten gaan. Bijvoorbeeld het inrichten van een schoolplein als speelterrein kan fraaie effecten hebben (Aarts, M, 2011).
Spontane ontmoetingen leiden vaak tot andere initiatieven. Zo maken bewoners, om maar iets te noemen, samen hun buurt schoon. Dat verkleint ook nog eens de kans dat mensen terechtkomen in een sociaal isolement. En elkaar ontmoeten draagt bij aan de veiligheid. Als je elkaar kent, klop je gemakkelijker bij elkaar aan (Vreke, J, e.a., 2010).
8. Waarde stijgt
Iedereen die een huis bezit, is gevoelig voor dit argument. Een beweegvriendelijke omgeving stuwt de waarde van woningen op. Zowel die van huur- als die van koopwoningen. Dus niet alleen individuele eigenaren, ook verhuurders als woningcorporaties hebben er baat bij.
Hoe meer groen, hoe aantrekkelijker en des te beter is het imago en de leefbaarheid. Daardoor stijgt de waarde van woningen (Visser, P, e.a., 2006). En hoe hoger de prijs, hoe hoger de sociale status van een buurt of wijk.
9. Meer betrokkenheid
Het creëren van een beweegvriendelijke omgeving biedt een prima kans bewoners bij hun buurt te betrekken (Foster-Fishman, PG, e.a., 2007). Eigenlijk slaagt het plan alleen als bewoners meewerken. Zij wonen er uiteindelijk, zij weten wat er speelt. Samenwerking zorgt voor de voorzieningen die bewoners écht willen. Ze serieus nemen en bereid zijn de regie uit handen te geven is hierin belangrijk. Omdat het gaat om een afgebakend gebied zoals een wijk, is het heel gemakkelijk duidelijk te maken wat er precies gaat gebeuren. Bewoners voelen zich verantwoordelijk als er naar ze is geluisterd (Gezonde Gemeente, RIVM). Dan blijven ze vaak actief, ook als de gewenste voorzieningen er staan. Bijvoorbeeld door schoonmaakacties of het organiseren van een barbecue.
10. Beter imago
Gemeenten gebruiken steeds vaker citymarketing om zichzelf te profileren. Daarbij gebruiken ze onder andere argumenten dat kinderen zich er goed kunnen ontwikkelen en dat de omgeving groen is. Dat past prima bij de beweegvriendelijke omgeving, die het imago van een gemeente dus versterkt (Vreke, J, e.a., 2010). Eigenlijk kan citymarketing gebruik maken van alle argumenten, van 1 tot en met 9.
De tien argumenten zijn ontleend aan het rapport ‘Onderbouwing van argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving’.