Alles over sport logo

Gemeenten en breedtesportevenementen, twee zielen één gedachte?

Wekelijks worden er honderden breedtesportevenementen georganiseerd in Nederland. Deze dragen allen in meer of mindere mate bij aan het in beweging krijgen en houden van mensen. Hiermee sluiten deze evenementen veelal aan bij de doelstellingen van gemeenten. Maar zoals uit onderzoek blijkt, profiteren organisatoren en gemeenten nog onvoldoende van elkaar. Onderzoek van Jelle Schoemaker van Hogeschool Arnhem – Nijmegen laat zien wat duurzame sportparticipatie een gemeente kan opleveren. Ook geeft dit artikel een aantal voorbeelden van succesvolle samenwerkingen.

Wat weten we van breedtesportevenementen?

Jaarlijks worden er zo’n 7.000 evenementen georganiseerd in Nederland, laat het brancherapport Sportevenementen van het Mulier Instituut zien. Zeshonderd hiervan trekken meer dan 5.000 deelnemers. Het merendeel betreft relatief kleine evenementen. Denk aan de vele hardloop-, wandel- en fietsevenementen in grotere en kleinere gemeenten. Zo zijn er in 2015, volgens het brancherapport Atletiek, ruim 2.000 hardloopevenementen georganiseerd. Over hardlopen/atletiek is daarmee behoorlijk wat kennis vastgelegd. Andere takken van breedtesport blijven daarbij achter.

Breedtesport en duurzame sportparticipatie

In 2017 onderzocht Anouk van Loo, stagiaire vanuit de Hogeschool Arnhem-Nijmegen bij Kenniscentrum Sport, in hoeverre breedtesportevenementen bijdragen aan duurzame sportparticipatie. Haar conclusie luidt dat het gros van de evenementorganisatoren vooral geïnteresseerd is in het organiseren van een voor de deelnemers leuk en geslaagd evenement. Extra doelen, zoals het stimuleren van duurzame sportparticipatie, worden onbewust nog regelmatig behaald, bijvoorbeeld door samenwerking met verenigingen te zoeken. Zelden is dit een bewust doel. Ook andere potentiële maatschappelijke doelen, zoals het vergroten van sociale cohesie, het werken aan city-marketing of het stellen van gezondheidsdoelen, staan niet vaak op het wensenlijstje.

Het Mulier Instituut concludeert in hun factsheet ‘Evenementen: aanjager voor sportdeelname‘ dat deelname aan hardloop-, wieler- en wandelsportevenementen circa twee op de drie deelnemers stimuleert om (meer) te sporten of bewegen. Dit geldt met name voor de jeugd en hoger opgeleiden. Om sport- en beweegdeelname nog meer te stimuleren, bevelen de onderzoekers aan om ook niet-sporters te betrekken bij sportevenementen.

Samenwerking gemeenten en evenementenorganisaties

Uit een onderzoek van Hanze Hogeschool stagiair Okko Kruijshoop bij de Atletiek Unie (2015) blijkt dat 40% van de grotere hardloopevenementen onvoldoende op de hoogte is van het sportbeleid in hun gemeente. Meer dan de helft van de loopevenementen ziet wel kansen om meer samen te werken. Beide aangehaalde onderzoeken kennen hun beperkingen qua methodologie en grootte van de onderzoekspopulatie. In algemene zin is in ieder geval bij de onderzoekers het beeld ontstaan dat evenementorganisatoren en gemeenten meer van elkaar kunnen profiteren om hun doelstellingen te bereiken.

Een door Kenniscentrum Sport gegeven workshop in maart 2018 tijdens het JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht) Kennisfestival bevestigt dit beeld overigens ook. JOGG-regisseurs gaven aan vaak niet of pas in een laat stadium betrokken te raken bij sportevenementen. Een organisator van tientallen grote breedtesportevenementen op zijn beurt, gaf aan nog nooit een JOGG-regisseur tegengekomen te zijn.

Extra beweegminuten

Ondanks het feit dat zowel gemeenten als organisatoren gebaat zijn bij het stimuleren van duurzame sportparticipatie, lijkt de samenwerking tussen beide partijen dus nog beperkt.

Een interessant en relevant onderzoek op het gebied van sportparticipatie is het onderzoek dat onder leiding van Jelle Schoemaker vanuit de Hogeschool Arnhem-Nijmegen is uitgevoerd. Hij heeft aan de deelneemsters aan de Marikenloop 2017 gevraagd hoeveel zij extra zijn gaan bewegen in aanloop naar het hardloopevenement. Duizend loopsters die volgens de beweegnorm te weinig bewogen, liepen in de negen trainingsweken ervoor voor in totaal 600.000 extra beweegminuten bij elkaar. Vanuit wetenschappelijk onderzoek wisten de onderzoekers dit te vertalen naar gezonde levensjaren. Doorgerekend kwamen ze op één gezond levensjaar bij ongeveer 130.000 extra beweegminuten.

Economische waarde

De hardloopsters die voorheen onvoldoende bewogen liepen bij elkaar dus 4,4 extra gezonde levensjaren. Economen becijferen een gezond levensjaar op een waarde van 50.000 tot 100.000 euro. Een toename aan beweegminuten bij mensen die onvoldoende bewegen, levert vaak acute winst op het gebied van kwaliteit van leven op. Daarnaast levert het in de laatste levensfase een winst aan gezonde levensjaren op. Dat dit mede door het organiseren van sportevenementen bewerkstelligd kan worden, kan een goede reden zijn voor gemeenten om hier (mede) in te investeren.

Een nuance is overigens wel op zijn plaats: mochten mensen hun gezonde levensjaren ‘overleven’ en aan het eind van hun leven nog meerdere jaren van medische zorg meemaken, dan kost dit de maatschappij natuurlijk ook weer geld.

Het bovengenoemde onderzoeksinstrument is een open source instrument waar onderzoekers gebruik van kunnen maken. De makers zien graag dat onderzoekers het instrument bij meerdere evenementen inzetten om erachter te komen wat nu zorgt voor het in beweging brengen van inactieve inwoners.

Diversiteit in evenementenbeleid

Er is nog geen overkoepelende kennis over de wijze waarop gemeenten beleid voeren op het gebied van breedtesportevenementen. Een zoektocht in de Kennisbank Sport en Bewegen naar aandacht voor lokaal evenementenbeleid levert een divers beeld op. In sommige recente nota’s is geen enkele aandacht voor evenementen, in andere nota’s vormen evenementen juist één van de bepalende beleidspijlers. Ook zijn er gemeenten die in hun sportnota refereren naar een aparte evenementennota.

Die gemeenten die wél aandacht voor evenementen opgenomen hebben in hun nota, laten een flink verschil zien in diepgang. De meeste gemeenten noemen de maatschappelijke waarde van evenementen. Deze waarde wordt echter lang niet altijd gekoppeld aan subsidiemogelijkheden of aan andere stimulerende maatregelen. Dit roept de vraag op of de gegeven vrijheid wel leidt tot het bereiken van de gestelde maatschappelijke doelen. Zeker vanuit de wetenschap dat evenementorganisatoren soms hoofdzakelijk commercieel zijn ingesteld.

Evenementen als middel

In andere nota’s worden in het evenementenbeleid voornamelijk brede doelstellingen gesteld, bijvoorbeeld door evenementen als middel te beschrijven om de sport- en beweegparticipatie te verhogen. Dit beeld komt overeen met de visie van More2Win; Martijn Berghman geeft in dit artikel tips aan beleidsmakers.

Ook procesdoelen zijn geregeld zichtbaar in gemeentelijke sportnota’s: zoals het verbeteren van samenwerkingen en verbindingen tussen de gemeente, de evenement-aanbieders en de rest van het sportlandschap. Zo vervult in de gemeente Zoetermeer een buurtsportcoach een verbindende rol. Deze zelfde gemeente heeft evenals onder andere Heerenveen en Twenterand de wens om jaarlijks terugkerende evenementen te ondersteunen en bij te dragen aan zichtbaarheid voor hen.

Een treffende passage uit de nota van de gemeente Zoetermeer (2017) luidt: “Sportevenementen dienen een bijdrage te leveren aan de profilering van Zoetermeer op gebied van sport & leisure, met onder andere mogelijkheden voor wintersport. […] Bovendien geven we de voorkeur aan enkele grotere en aansprekende evenementen boven meerdere kleinere evenementen. Voorbeelden van evenementen die op onze ondersteuning kunnen rekenen, zijn sportevenementen met veel media-aandacht, grote aantrekkingskracht op toeschouwers en potentie en ambitie om in de loop der jaren door te kunnen groeien.”


Thema

Onderwerpen

Artikelen uitgelicht


Beleid
Sportaanbieders
professional
feiten en cijfers
sportevenementen