Alles over sport logo

Je begin is niet in Brussel, maar op je eigen werkplek. Start met de prioriteiten in jouw organisatie: op welke thema’s heb je behoefte aan verdieping, kennisuitwisseling en netwerkopbouw in het buitenland?

Bedenk dan bij welke Europese koepel jouw organisatie hoort en vraag daar of ze collega-organisaties kennen die met hetzelfde thema bezig zijn. Of ga pro-actief zelf op zoek, en maak gebruik van je netwerk. Dat kan ook de regio zijn waarin jouw organisatie gevestigd is, of de universiteit waar je mee samenwerkt. Het beste zoek je naar organisaties en mensen die je al kent en waar je goede ervaringen mee hebt.

Weet je al op welk Europees programma je je zou willen richten? Lees dan eerst de doelstellingen en de voorwaarden om te kijken of jouw thema en je eerste idee daarbij aansluit en pas deze aan waar nodig. Als je kiest voor Erasmus+Sport: maak dan zeker gebruik van het 9-stappenplan in het e-book van Kenniscentrum Sport & Bewegen: https://www.kenniscentrumsportenbewegen.nl/producten/ebook-europese-subsidies-sport-en-beweegprojecten/

Checkvraag: heb je binnen je organisatie draagvlak en ondersteuning georganiseerd om in een Europees project te stappen, ook als er cofinanciering van toepassing is? Als die er nog niet is: begin daar dan eerst mee.

Verdiep je in de deadlines: begin ruim op tijd om alle elementen van een aanvraag aandacht te geven. Het schrijven van een aanvraag kost je veel werk en dus tijd. Ook als deelnemer in een projectaanvraag moet je tijd reserveren voor overleg en beschrijving van je bijdrage in het project.

En denk niet alleen na over de aanvraag zelf, maar over de hele projectperiode. Heb je bijvoorbeeld goede administratieve kwaliteiten voor het bijhouden van uren en onkosten van en communicatie over het project of is er iemand bij de administratie die dit Europese projectbeheer kan doen? Ook daarom is het belangrijk dat er draagvlak/ondersteuning is binnen de organisatie.

Veel om over na te denken bij het begin, maar dat levert uiteindelijk wel de beste resultaten op!

Dit portal is voor alle partijen die aan de slag willen met Europese subsidies. Een belangrijk portaal waar je alle subsidies en tenders vindt. De eerste stap is om jouw organisatie te registreren en een account op EU Login aan te maken. Dat is nodig om een zogenaamde PIC-code te krijgen (Personal Identification Code). De EU herkent jouw organisatie aan de hand van de PIC-code. Ook andere organisaties kunnen je aan de hand van de PIC-code snel identificeren en bijvoorbeeld uitnodigen om partner te worden in een aanvraag. Het aanmaken van een EU Login doe je via https://webgate.ec.europa.eu/erasmus-esc. Als je jouw organisatie hebt geregistreerd, kun je op zoek naar passende calls. Vanuit het portal starten ook de aanvraagprocedures.

Dat is login waarmee jouw organisatie registreert. Je maakt een account op EU Login aan, want dat is nodig om een zogenaamde PIC-code te krijgen (Personal Identification Code). De EU herkent jouw organisatie aan de hand van de PIC-code en ook andere organisaties kunnen je aan de hand van de PIC-code snel identificeren en bijvoorbeeld uitnodigen om partner te worden in een aanvraag. Het aanmaken van een EU Login doe je via https://webgate.ec.europa.eu/erasmus-esc.

Als je jouw organisatie hebt geregistreerd, kun je op zoek naar passende calls. Vanuit het portal starten ook de aanvraagprocedures. Bewaar de gegevens van je EU-login goed in de administratie van je organisatie.

Als je een EU-login hebt aangemaakt, kun je een zogenaamde PIC-code krijgen (Personal Identification Code). De EU herkent jouw organisatie aan de hand van de PIC-code. Ook andere organisaties kunnen je aan de hand van de PIC-code snel identificeren en bijvoorbeeld uitnodigen om partner te worden in een aanvraag.

De EU staat momenteel voor economische, ecologische, technologische en internationale uitdagingen. In het licht daarvan heeft de Europese Commissie haar politieke beleidslijnen gepresenteerd. De subsidieprogramma’s hebben daarmee een directe link en moeten dus bijdragen aan deze ambities. 

In 2021-2027 zijn de zes hoofdambities voor Europa:

  1. een Europese Green Deal;
  2. een economie die werkt voor de mensen;
  3. een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk;
  4. bevordering van de Europese levenswijze;
  5. een sterker Europa in de wereld;
  6. een nieuwe impuls voor de Europese democratie.

De volgende landen kunnen volledig deelnemen aan alle acties van het Erasmus+-programma (voorheen ‘programmalanden’):

  • alle lidstaten van de Europese Unie (EU):
    • België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden.
  • de leden van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EEA): Noorwegen, IJsland, Liechtenstein;
  • toetredende staten, kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaat-lidstaten: Noord-Macedonië, Turkije en Servië.

Ja, maar onder voorwaarden en niet voor alle projecten. Alle specifieke criteria, voorwaarden, en de volledige lijst met ‘Andere landen die niet aangesloten zijn bij het programma’ vind je in de Programmagids.

Er zijn landen die slechts deelnemen aan bepaalde programmaonderdelen van Erasmus+. Er zijn twaalf regio’s hiervoor aangewezen. Bijvoorbeeld in de westelijke Balkan (bijvoorbeeld Albanië), oostelijke landen (bijvoorbeeld Georgië)  en zuidelijke mediterrane landen (bijvoorbeeld Marokko). Ook voor het Verenigd Koninkrijk geldt sinds de Brexit dat het land onder deze categorie ‘andere landen’ valt en daardoor geen deel meer uitmaakt van het volledige Erasmus-programma.

Normaal gesproken kun je alleen vanuit een organisatie aanvrager of projectpartner zijn in een Europees programma, zoals Erasmus+Sport. De organisatie wijst dan aan welke medewerkers in het project zullen bijdragen. Sinds 2023 is een nieuw onderdeel binnen Erasmus+Sport, dat wel de mogelijkheid biedt om ook individueel – en voor een kortere periode – aan kennisuitwisseling in het buitenland te doen. Dat is de mobiliteitsactie. In Nederland organiseert het Nationaal Agentschap Erasmus+/NJ dit. Je moet nog steeds wel verbonden zijn aan een organisatie, maar dat kan bijvoorbeeld ook de rugbyvereniging zijn. Namens de vereniging wil je bijvoorbeeld bij buitenlandse clubs inspiratie opdoen hoe zij stimuleren dat meer meiden de sport ontdekken. Voor meer informatie: https://www.erasmusplus.nl/subsidie/sport

Ja, dat kan sinds 2023 in de nieuwe mobiliteitsactie. In dat jaar is de nieuwe subsidielijn ‘mobiliteitsprojecten voor breedtesport’ van Erasmus+ Sport gelanceerd. Binnen deze subsidielijn is het mogelijk voor breedtesportorganisaties om capaciteiten op te bouwen, door kennis en vaardigheden op te doen bij een partnerorganisatie in het buitenland.

De totale duur van een mobiliteitsproject voor breedtesport is 3 tot 18 maanden, waarvan een gedeelte een fysieke activiteit betreft. Hiervoor zijn twee mogelijkheden:

  • Job shadowing (2-14 dagen): deelnemers zijn te gast bij een organisatie in een ander land. Het doel is nieuwe kennis, ideeën en vaardigheden opdoen door mee te kijken in de dagelijkse werkzaamheden van een medewerker bij de ontvangende organisatie.
  • Coaching- of trainingsactiviteiten (15-60 dagen): deelnemers spenderen een periode bij een organisatie in een ander land, met als doel coachen of training geven. Zowel het trainen of coachen als de onderlinge kennisuitwisseling draagt bij aan de capaciteitsopbouw van breedtesportorganisaties.


Breedtesportverenigingen en -organisaties kunnen een aanvraag doen, maar ook organisaties waarvan deelname aan het project een meerwaarde heeft voor de breedtesport. Deelnemers kunnen bijvoorbeeld coaches, vrijwilligers of bestuurders van sportverenigingen zijn. De activiteiten mogen geen commercieel doeleinde hebben.

Kijk op Subsidie aanvragen bij Erasmus+ | Erasmus+ (erasmusplus.nl) voor meer informatie.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Variërend van het inschrijven voor nieuwsbrieven, het volgen van specifieke Linkedin-groepen tot het deelnemen aan informatiebijeenkomsten, masterclasses en studiereizen.

Via Linkedin kun je aan de volgende groepen/pagina’s deelnemen of volgen:

VWS, Kenniscentrum Sport & Bewegen, NOC*NSF, Vereniging Sport en Gemeenten, ZonMw (Sportinnovator) en sportsubsidiebureaus hebben regelmatig contact om de ondersteuning te verbeteren voor Nederlandse partijen uit het domein sport en bewegen die meer willen met ‘Europa’.

De Europese Unie (EU)  heeft in het Verdrag van Lissabon vastgelegd dat sport een beleidsgebied is waarin de EU de lidstaten ondersteunt, coördineert en aanvult. Om drie redenen: allereerst draagt sport (en bewegen) bij aan algemene politieke prioriteiten van de EU, met name op bijvoorbeeld beleidsterreinen als onderwijs, gezondheid, jeugd, inclusie, gendergelijkheid, plattelandsontwikkeling, toerisme, innovatie en economie. De tweede reden is dat sectoroverschrijdende samenwerking de sportbeoefening kan helpen bevorderen. En de derde reden is dat sport volgens de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties een belangrijke factor hiervoor is. Sport kan dus bijdragen aan de verwezenlijking van deze doelstellingen (SDG’s). 

De programma’s van de EU richten zich daar dan ook in het bijzonder op.
Dit wordt vastgelegd in werkplannen en op basis daarvan worden de Europese subsidieprogramma’s samengesteld. Zo kun je zien dat de prioriteiten van bijvoorbeeld Erasmus+Sport gericht zijn op die van het Werkplan Sport 2021-2024, namelijk:

  • bescherming van de integriteit en waarden in de sport;
  • de sociaal-economische en ecologische dimensie van sport;
  • de bevordering van sportbeoefening en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging.

De kern van het sport- en beweegbeleid blijft bij de lidstaten; het topsportbeleid en het bouwen van sportaccommodaties is geen verantwoordelijkheid van de EU. Eind 2022 heeft de EU wel een resolutie aangenomen voor het verduurzamen en toegankelijk maken van sportaccommodaties. Hier worden in de toekomst mogelijk nog subsidieprogramma’s voor ontwikkeld, aanvullend aan de verantwoordelijkheid van de landen en de sportorganisaties zelf.

Door onder andere deel te nemen aan de Informele EU Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad). De directie Sport van VWS bereidt dit voor in samenspraak met andere directies, de permanente vertegenwoordiging van Nederland in Brussel, alsook met stakeholders als NOC*NSF en Kenniscentrum Sport & Bewegen.

Daarnaast is Nederland vanuit het EU Workplan Sport 2021-2024 één van de trekkers op de volgende thema’s: ‘green sport’ en ‘major sporting events’. Voor de uitwerking van het EU Workplan zijn subgroepen gevormd, waar de directie Sport van VWS zelf zitting in neemt of experts worden benoemd. Zo is er een subgroep Green Sport (VWS is lid) en was er tot 2022 een subgroep Gender Equality in Sport, waarin onder andere drie Nederlandse vrouwelijke experts op individuele titel zijn benoemd.

Kenniscentrum Sport & Bewegen spreekt regelmatig met het ministerie van VWS en stakeholders over een verbeterde, integrale samenwerking om ‘Nederland Sportland’ beter te profileren in Europa. Als opbrengst van deze gezamenlijke inzet zijn Nederlandse sportorganisaties en gemeenten beter voorbereid op participatie in Europese projecten. Onder meer door bijeenkomsten, artikelen, signalering, databases en achtergronddocumenten. Het e-book met een stappenplan voor de Erasmus+ sport subsidies bijvoorbeeld helpt iedereen op weg om kansen te vergroten voor een succesvolle subsidieaanvraag voor Europese sportprojecten.

Door deelname aan het Erasmus+ Sport-project ‘Europe in Action’ heeft Kenniscentrum relevante kennis verzameld over de samenhang tussen nationaal en Europees sportbeleid. En als expert in het SHARE Initiative van de Europese Commissie verzamelt Kenniscentrum actuele kennis over Europese sportinitiatieven en brengt die in Nederland onder de aandacht (en vice versa).

Daarnaast zoekt het Kenniscentrum steeds naar mogelijkheden om Nederlandse organisaties en -projecten in Brussel bekend te maken, om zo een betere voedingsbodem te creëren voor kansen voor Nederlandse sport- en beweegprojecten in Europa. Bijvoorbeeld door deelname aan SportInfoDay, de jaarlijkse kennis- en netwerkbijeenkomst van de Europese Commissie, en het organiseren van activiteiten daaromheen, zoals begin 2023 een speeddate tussen Vlaamse en Nederlandse organisaties. Om netwerken te faciliteiren en kansen te creëren. 

De EU staat momenteel voor economische, ecologische, technologische en internationale uitdagingen. In het licht daarvan heeft de Europese Commissie haar politieke beleidslijnen gepresenteerd. De subsidieprogramma’s hebben daarmee een directe link en moeten dus bijdragen aan deze ambities. 

In 2021-2027 zijn de zes hoofdambities voor Europa:

  1. een Europese Green Deal;
  2. een economie die werkt voor de mensen;
  3. een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk;
  4. bevordering van de Europese levenswijze;
  5. een sterker Europa in de wereld;
  6. een nieuwe impuls voor de Europese democratie.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Variërend van het inschrijven voor nieuwsbrieven, het volgen van specifieke Linkedin-groepen tot het deelnemen aan informatiebijeenkomsten, masterclasses en studiereizen.

Via Linkedin kun je aan de volgende groepen/pagina’s deelnemen of volgen:

VWS, Kenniscentrum Sport & Bewegen, NOC*NSF, Vereniging Sport en Gemeenten, ZonMw (Sportinnovator) en sportsubsidiebureaus hebben regelmatig contact om de ondersteuning te verbeteren voor Nederlandse partijen uit het domein sport en bewegen die meer willen met ‘Europa’.

In tegenstelling tot de Tweede Kamer, heeft het Europees Parlement niet apart een commissie voor sport. De commissie die het meest daarvoor in aanmerking komt, is CULT. Daar gaat het met name om Cultuur en Onderwijs, maar sport komt daar ook aan de orde, bijvoorbeeld bij de behandeling van de Erasmus-begroting. Momenteel zijn er geen Nederlandse Europarlementariërs lid van deze commissie. Er is ook een minder officiële  Sports Group, waar vanuit Nederland het Europees parlementslid Jeroen Lenaers (EPP) in actief is.

De commissie LIBE (Human Rights en Justitie ) neemt vaak weer het initiatief als het gaat om zaken die met mensenrechten en sport te maken hebben. En FEMM als vrouwenrechten en gelijke behandeling in de sport aan de orde is.

De commissie ENVI houdt zich bezig met milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid; daar kan bijvoorbeeld in het kader van preventie gezonde leefstijl aan de orde komen.

In 2024 worden weer verkiezingen gehouden voor het Europees Parlement. In de aanloop naar die verkiezingen zullen sportorganisaties zeker het thema sport en bewegen ook Europees verder willen agenderen bij politieke partijen.

MEER INFORMATIE OF ONDERSTEUNING?


  • Jacqueline Kronenburg

    “Ik volg de politieke besluitvorming over sport en bewegen en onderhoud de contacten met o.a. de Tweede Kamer en Brussel. Ik help je graag met gerichte informatie over sport en bewegen, het duiden van ontwikkelingen, Engelstalige informatie over sport en bewegen in Nederland en Europese subsidiemogelijkheden voor sport en bewegen.”