Alles over sport logo

Nederlanders sporten en bewegen steeds vaker alleen

De trend van individualisering in de maatschappij heeft ook invloed op sporten en bewegen. We zien dat Nederlanders steeds vaker alleen sporten. Drukke agenda’s, het streven naar meer flexibiliteit en de motivatie om gezonder te willen leven, uiten zich in een toename van fitness/aerobics en inspannings- en duursporten zoals fietsen en hardlopen. Twee onderzoeken beschrijven deze tendens.

Tijdbestedingsonderzoek: vaker alleen sporten

Het Mulier Instituut analyseerde de gegevens uit het Tijdsbestedingsonderzoek 2016. Hieruit blijkt dat het percentage mensen dat alleen sport is toegenomen van 38% in 2011 naar 42% In 2016. Daarbij zien we dat hoe ouder de respondenten zijn, hoe meer ze alleen sporten en bewegen. In de leeftijdsgroep van 20-49 jaar sport 41% alleen. Van de 65-plussers is dat 46%.

Recreatief wandelen en fietsen zijn ook onderzocht en laten hetzelfde zien: een lichte toename van mensen die dat alleen doen, van 30% naar 33%. Ook daar wandelen de ouderen met 38% vaker alleen dan de groep van 20 tot 49, met 29%.

De keuze om alleen te sporten en te bewegen kan per activiteit en moment verschillen. 72% van de sporters en bewegers doet dat soms wél en soms niet alleen. Het blijkt dat ongeveer een vijfde van de sporters (21%) uitsluitend alleen sport. Een derde (34%) sport uitsluitend samen met anderen.

Gezondheidsenquête: gevolgen voor keuze van sporttakken

Omdat mensen dus vaker alleen sporten, zien we dit logischerwijs terug in de populariteit van bepaalde vormen van sporten en bewegen. Het Mulier Instituut analyseerde hiervoor de gezondheidsenquête 2016. Die laat zien dat de populariteit van fitness/aerobics enorm is gestegen in de periode 2001 tot 2016. Het percentage mensen dat wekelijks deelneemt aan deze tak van sport, groeide van 16% naar 23%.

Nog sterker was de groei van duursporten zoals fietsen, hardlopen, wandelen en skeeleren. In de periode 2001-2014 deed 11% van de respondenten aan duursport. In 2013-2016 liep dat op tot 20%.

Tegelijkertijd slinkt het percentage mensen dat deelneemt aan zwemmen en aan veldsporten (zoals voetbal, tennis en hockey). De zaalsporten liepen terug van 13% in 2001-2004, naar 7% in 2013-2016. Zwemmen nam af van 8% in 2001-2004 naar 4% in de periode 2013-2016.

Consequenties gemeentelijk beleid

De toename van individuele sporten en de afname van zaalsporten en zwemmen kunnen gevolgen hebben voor het gemeentelijk beleid. Omdat vooral gemeenten het beheer en de exploitatie van sportaccommodaties voor hun rekening nemen, zullen zij moeten kijken of het sportaanbod nog aansluit bij de wensen van hun inwoners. Als de tendens naar meer sporten in de openbare ruimte toeneemt en het binnensporten afneemt, kan er een overschot ontstaan aan binnensportaccommodaties.


Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
public, professional
feiten en cijfers
in beweging brengen