
Wat is diabetes?
Bij het ontstaan van DM-II speelt leefstijl – inclusief bewegen – een belangrijke rol. Bij deze aandoening reageert het lichaam niet meer goed op insuline, het hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt. Daardoor blijft er te veel suiker in het bloed zitten. Op korte termijn leidt dit tot vermoeidheid, veel plassen, dorst, infecties en wazig zien.
Op de lange termijn zijn de complicaties ernstiger: het kan onder andere leiden tot nefropathie (nierschade), hart- en vaataandoeningen, neuropathie (beschadiging aan de zenuwen), retinopathie (beschadiging aan het netvlies), verstijving van de gewrichten en psychische problemen[3].
Belang van bewegen bij diabetes type 2
We weten dat bewegen helpt om DM-II te voorkomen. De Gezondheidsraad stelde in 2017 dat het risico op diabetes type 2 voor mensen die veel bewegen, bijna 20% lager is dan voor mensen die weinig bewegen[4]. Uit een Brits onderzoek[5] uit 2023 blijkt dat voldoen aan de hoeveelheid matig intensief bewegen zoals de beweegrichtlijnen adviseren, DM-II met 13,5 jaar uitstelt en 7% van de gevallen voorkomt.
Daarnaast is het beschermende effect groter als mensen veel méér dan de aanbevolen 150 minuten per week bewegen. Meer dan 600 minuten matig intensief bewegen per week kan zelfs tot 40% voorkomen. Voor intensief bewegen geldt een vergelijkbaar effect: intensiever bewegen betekent een lager risico op DM-II[5].
Ook voor mensen die al aan DM-II lijden is bewegen belangrijk: het vermindert de ziekte en vertraagt de ziekteprogressie[3]. Door een betere regulatie van bloedglucose (hoeveelheid suiker in het bloed), verlaagt bewegen het risico op de complicaties die mede ontstaan als gevolg van diabetes, zoals hart- en vaataandoeningen en oog- en nieraandoeningen[6]. Ook voelen mensen die bewegen zich fitter en zitten ze lekkerder in hun vel.
Positieve effecten van bewegen bij DM-II[6,7]
- Verbeterde insulinegevoeligheid, glucosetolerantie en glucosemetabolisme (het beter reageren op en verwerken van suiker);
- Verbeterde glykemische controle (reguleren van de bloedsuikerspiegel);
- Verbeterde cholesterolwaarden in het bloed;
- Afname van overgewicht;
- Afname van medicatiegebruik;
- Afname van cardiovasculaire events (hart -en vaatproblematiek);
- Vermindering van de mortaliteit (sterfte) als gevolg van cardiovasculaire events.
Naast bewegen zijn leefstijlinterventies vaak gericht op het aanpakken van een combinatie van risicofactoren. Het Voedingscentrum geeft meer informatie over andere risicofactoren. De Nederlandse Diabetes Federatie heeft voor mensen van 45 jaar of ouder een diabetesrisicotest.
Wat gebeurt er in het lichaam bij bewegen?
Bewegen heeft een positieve invloed op het neuro-endocriene systeem, dat de afgifte van hormonen reguleert. Dat systeem is onder andere verantwoordelijk voor de (hormonaal gestimuleerde) glucoseproductie in de lever en zorgt voor een verbetering van de glucosetransporters. Dit speelt een belangrijke rol bij de glucoseregulatie in het lichaam.
Daarnaast heeft bewegen een positief effect op de (skelet)spierdoorbloeding en het normaliseren van het lipidenprofiel (de mate van vetstoffen in het bloed zoals cholesterol en tricylglycerol), de energievrijmaking en voorraden van spierglycogeen. Zodra de spiermassa toeneemt, verbetert de opname van glucose. Hierdoor worden de spieren minder afhankelijk van insuline of medicatie[10]. Alles bij elkaar stimuleren deze processen de insulinegevoeligheid en verbeteren ze de regulatie van de bloedglucosewaarde (bloedsuikerspiegel)[3,8,9].
Verschillende trainingsvormen hebben een verschillend effect:
Aerobe training (duurtraining) | Verbetering van de insulinegevoeligheid, bloedglucosewaarde, bloeddruk en andere metabole parameters[6] |
Spierkrachttraining | Toename van spierkracht (10-15%), botmineraaldichtheid, bloeddruk, lipidenprofielen en skeletspiermassa[11] |
Intensieve krachttraining (70-85% van 1RM1) blijkt een groter effect te hebben op het glucosemetabolisme dan laag intensieve training (50-70% van 1RM)[11].
Beweegadviezen bij diabetes type 2
Voor volwassenen met DM-II geldt volgens de World Health Organization (WHO) dat ze, evenals mensen zonder DM-II, bij voorkeur voldoen aan de beweegrichtlijnen[12]. Deze beweegrichtlijnen adviseren hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid. De beweegrichtlijnen stellen dat volwassenen wekelijks 150 minuten matig intensief bewegen, twee keer per week spier- en bot versterkende oefeningen doen en zitten minimaliseren.
Wanneer dit vanwege een lage belastbaarheid niet haalbaar is, geldt het advies om zo veel mogelijk te bewegen binnen de grenzen van wat wel kan. Omdat veel zitten gerelateerd is aan hyperglycemie (een te hoge bloedsuikerspiegel)[13] is het zeker voor mensen met DM-II essentieel om zitten te minimaliseren en af te wisselen met staan of lopen. Het vaker onderbreken van zitten met kortdurende beweegactiviteiten gedurende de dag, verbetert ook het glucose -en insulineniveau na het eten[6].
Trainingsadvies bij diabetes type 2
Mensen met DM-II wordt een combinatietraining van aerobe training (duurtraining) en spierkrachttraining aangeraden omdat dit zorgt voor een grotere toename van het uithoudingsvermogen en meer gewichtsverlies dan enkelvoudige training. Ook is er bij combinatietraining sprake van een positief effect op de hemoglobine A1C waarde (het eiwit in de rode bloedcellen waaraan suiker wordt gebonden)[14-15].
Balansoefeningen worden met name aangeraden wanneer er sprake is van neuropathie (beschadiging aan de zenuwen) om zo het valrisico te verminderen. Ook kunnen flexibiliteitsoefeningen helpen om de stijfheid in de gewrichten en het bindweefsel, die ontstaan bij DM-II, te verminderen.
In onderstaande tabel is het trainingsadvies bij DM-II verder uitgewerkt[6]. Het is verstandig om de frequentie, intensiteit en duur rustig op te bouwen. Werk eerst toe naar de beweegrichtlijnen en bouw dit verder op indien mogelijk.
Trainingsvormen
- Beweegvorm: Bijvoorbeeld lopen, joggen, fietsen, zwemmen, zwemmen, aquajoggen, roeien en dansen.
- Frequentie: 3-7 keer per week
- Intensiteit: Matig intensief* of intensief**
- Duur: Matig intensief*: 150-300 minuten per week of intensief**: 75-150 minuten per week
*Matig intensief betekent inspanning waarbij de adem -en hartfrequentie omhoog gaat, maar iemand nog wel moet kunnen praten.
**Intensief betekent dat de adem -en hartfrequentie verder omhoog gaat, en iemand niet meer kan praten
- Beweegvorm: Losse gewichten, machines (fitness), dynabands of eigen lichaamsgewicht. Dit kan ook in de vorm van bootcamp en circuittraining.
- Frequentie: 2-3 keer per week
- Intensiteit: 50-8-% van 1RM (maximale gewicht dat iemand 1 keer kan tillen)
- Duur: 8-10 oefeningen van de grote spiergroepen van 1-3 sets met 10-15 herhalingen
- Beweegvorm: Houdingen op 1 been, yoga en tai chi
- Frequentie: 2-3 keer per week
- Beweegvorm: Rekoefeningen bewegend of stilstaand
- Frequentie: 2-3 keer per week
- Intensiteit: 10-30 seconden
- Duur: 2-4 herhalingen per spiergroep
Tips voor veilig sporten
- Ter preventie van hypoglycemie (een te lage bloedsuikerspiegel) of hyperglycemie (een te hoge bloedsuikerspiegel) tijdens inspanning mag de training alleen gestart worden bij een bloedglucosewaarde tussen de 6 en 16 mmol/l. Mensen die hierop moeten letten hebben meestal zelf een bloedglucosemeter en weten hoe zij dit moeten meten.
- Adviseer om druivensuiker bij de hand te houden tijdens het bewegen om hypoglycemie te voorkomen of herstellen.
- Controleer voorafgaand aan de training op wondjes aan de voeten. Wanneer er sprake is van niet-genezende wondjes aan de voeten moet dit eerst behandeld worden[3].
Ondersteunen bij meer bewegen
Door complicaties zoals neuropathie (beschadiging aan de zenuwen), verstijving van het bindweefsel en een verminderde mobiliteit in de gewrichten kunnen mensen met DM-II zich beperkt voelen in het bewegen[3]. In het geval van insulinegebruik kan angst voor het krijgen van hypoglycemie (een ‘hypo’) tijdens inspanning ervoor zorgen dat iemand met DM-II minder beweegt. Van de mensen met DM-II voldeed in 2024 dan ook slechts 30,4% aan de beweegrichtlijnen[16]. Veel van hen bewegen dus te weinig.
Veel mensen die weinig bewegen vinden het lastig om zelfstandig meer te bewegen en dat ook vol te houden. Begeleiding bij het bewegen of hulp bij het zoeken naar passend beweegaanbod is voor deze groep dan ook van grote meerwaarde. Zorgprofessionals en anderen kunnen daarbij helpen. Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft daarvoor verschillende praktische hulpmiddelen, zoals:
- Beweegrichtlijnentest: voor een eerste indicatie of mensen voldoende bewegen.
- Beweegcirkel: gesprekstool waarmee je mensen stapsgewijs kunt begeleiden naar meer beweging.
- Bewust Bewegen: een gesprekstool die jou helpt om met een ‘very brief advice’ (een kort en effectief gesprek) om iemand te motiveren meer te gaan bewegen, uitgewerkt voor 16 verschillende aandoeningen waaronder DM-II.
- Informatie over samenwerking tussen zorg en sport, met voorbeelden uit de praktijk waarbij de zorg beweegarmoede signaleert en de sport- en beweegsector vervolgens mensen helpt om te bewegen.
Specifieke doorverwijsmogelijkheden
Voor specifieke begeleiding kan een fysiotherapeut, sportarts of buurtsportcoach uitkomst bieden.
- De fysiotherapeut: kan bijvoorbeeld begeleiding geven bij problemen of beperkingen bij het bewegen, of wanneer er angst is voor inspanning. Ook kan deze hulp bieden bij het gedoseerd opbouwen van de belasting.
- De sportarts: kan mensen met diabetes adviseren wanneer zij willen beginnen met sporten of bewegen. Op basis van een sportmedisch onderzoek wordt een beweegprogramma opgesteld. In het geval van medicijngebruik is het raadzaam om met een arts te overleggen bij een verhoging van de lichamelijke inspanning. Er wordt dan gekeken of de voeding en/of insulinedosis/aantal tabletten aangepast moet worden.
- De buurtsportcoach: kan mensen helpen zoeken naar passend, laagdrempelig beweegaanbod in de buurt en begeleidt hen daarbij.
Mensen met DM-II kunnen ook baat hebben bij het volgen van een erkende interventie die erop gericht is om hen te helpen aan een gezonde leefstijl. Een goed voorbeeld hiervan is de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Het doel van een GLI is om volwassenen met obesitas of overgewicht en andere risicofactoren, zoals (risico op) diabetes type 2, te begeleiden naar een duurzaam gezonde leefstijl. De GLI is een tweejarig programma en wordt uitgevoerd door een leefstijlcoach.
Een ander goed voorbeeld is de Nationale Wandeluitdaging (voorheen Nationale Diabetes Challenge): een wandelinterventie voor onder andere mensen met diabetes. In dit beweegprogramma gaan deelnemers van mei tot september in een groep met een zorg- of welzijnsprofessional of buurtsportcoach, één keer per week wandelen in de eigen buurt. Daarnaast worden de deelnemers gestimuleerd om zelfstandig aan de slag te gaan met wandelen. Samen wordt toegewerkt naar een gezamenlijk einddoel. Vaak voert de lokale sportservice-organisatie deze interventie uit. Tenslotte bestaat er een interventie die specifiek gericht is op laaggeletterde mensen met DM-II. ‘Ik heb diabetes, wat kan ik doen?’ bevat een handboek met eenvoudige uitleg over de aandoening. Het doel is om zelfmanagement te bevorderen.
Sportief met diabetes
De Bas van de Goor Foundation staat in het teken van sporten en diabetes (zowel type 1 als 2). Deze stichting wil de kwaliteit van leven van mensen met diabetes verbeteren door middel van sport en bewegen. Dat doet ze door mensen met diabetes en hun sociale omgeving te informeren over de positieve effecten van beweging, ze deze effecten te laten ervaren en ze te inspireren tot een sportief leven met diabetes.
Meer informatie over sporten en bewegen met diabetes
- Wil je meer weten over sport en diabetes? Kijk dan eens in de tool ‘Bewust Bewegen met chronische aandoeningen’ van Kenniscentrum Sport & Bewegen. Hier leer je hoe je een motiverend gesprek voert over bewegen. Ook vind je informatie over de effecten, het mechanisme en contra-indicaties bij sport en bewegen met diabetes.
- Daarnaast ontwikkelde NOC*NSF een e-learning over het begeleiden van sporters met een chronische aandoening waaronder diabetes.
- Verder is meer informatie over diabetes te vinden op de websites van Diabetes Vereniging Nederland, het Diabetesfonds en de beweegmodule van de Nederlandse Diabetes Federatie.
Bronnen
- Nivel Zorgregistraties eerste lijn (2023). Beschikbaar via https://www.vzinfo.nl/diabetes-mellitus geraadpleegd op 4 juli 2025.
- Vanhommerig, J., Knottnerus B. Diabetes mellitus type 1 en type 2 in Nederland; prevalentie en incidentie in 2022. Utrecht: Nivel, 2024.
- Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). KNGF Standaard Diabetes mellitus type 2 2009. Beschikbaar via: https://www.kngf.nl/kennisplatform/beweeginterventies/diabetes-mellitus-type-2. Geraadpleegd op 9 december 2024.
- Gezondheidsraad (2017). Physical activity and risk of chronic diseases. Den Haag: Gezondheidsraad.
- Boonpor J, Parra-Soto S, Petermann-Rocha F et al. Dose-response relationship between device-measured physical activity and incident type 2 diabetes: findings from the UK Biobank prospective cohort study. BMC Med. 2023;21(1):191.
- Kanaley JA, Colberg SR, Corcoran MH, Malin SK, Rodriguez NR, Crespo CJ, Kirwan JP, Zierath JR. Exercise/physical activity in individuals with type 2 diabetes: A consensus statement from the American College of Sports Medicine. Medicine and Science in Sports and Exercise 2022.
- Blomster JI, Chow CK, Zoungas S, Woodward M, Patel A, Poulter NR, Marre M, Harrap S, Chalmers J, Hillis GS. The influence of physical activity on vascular complications and mortality in patients with type 2 diabetes mellitus. Diabetes, Obesity and Metabolism 2013; 15(11): 1008-12.
- Kurian J, Nanjundaih RM, & Deo G. Mechanism of physical activity in the prevention and management of type 2 diabetes mellitus: A short review. Journal of Diabetology 2021; 12(3): 257-262.)
- Yang D, Yang Y, Li Y, Han R. Physical exercise as therapy for type 2 diabetes mellitus: from mechanism to orientation. Annals of nutrition and metabolism 2019; 74(4): 313-21.
- Gordon BA, Benson AC, Bird SR, Fraser SF. Resistance training improves metabolic health in type 2 diabetes: a systematic review. Diabetes Res Clin Pract. 2009;83(2):157–75.
- Liu Y, Ye W, Chen Q, Zhang Y, Kuo CH, Korivi M. Resistance exercise intensity is correlated with attenuation of HbA1c and insulin in patients with type 2 diabetes: a systematic review and metaanalysis. Int J Environ Res Public Health. 2019;16(1):140.
- World Health Organisation (WHO). Physical activity and sedentary behaviour: a brief to support people living with type 2 diabetes 2022. Beschikbaar via: https://iris.who.int/bitstream/handle/10665/364452/9789240062740-eng.pdf.
- Cooper AJ, Brage S, Ekelund U, Wareham NJ, Griffin SJ, Simmons RK. Association between objectively assessed sedentary time and physical activity with metabolic risk factors among people with recently diagnosed type 2 diabetes. Diabetologia. 2014;57(1):73–82.
- Snowling NJ, Hopkins WG. Effects of different modes of exercise training on glucose control and risk factors for complications in type 2 diabetic patients: a meta-analysis. Diabetes Care. 2006;29(11): 2518–27
- Schwingshackl L, Missbach B, Dias S, Konig J, Hoffmann G. Impact of different training modalities on glycaemic control and blood lipids in patients with type 2 diabetes: a systematic review and network meta-analysis. Diabetologia. 2014;57(9):1789–97.
- RIVM en CBS Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (2024). Beschikbaar via https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kernindicatoren/beweegrichtlijnen geraadpleegd op 4 juli 2025
- 1RM staat voor ‘one repetition maximum’. Dat betekent: het maximale gewicht dat je bij een bepaalde oefening één keer kunt tillen. ↩︎