
Een leven lang sporten en bewegen begint bij de jeugd. We zien dat kinderen steeds minder bewegen en dat hun motorische vaardigheid steeds verder achteruit gaat. Want als kinderen niet vaardig zijn in sporten en bewegen, is de kans groter dat ze er ook geen lol aan beleven. De ambitie in dit deelakkoord is om meer kinderen aan de beweegrichtlijnen te laten voldoen, en om de neerwaartse spiraal van de motorische vaardigheid van kinderen naar boven toe om te buigen. Partijen binnen dit deelakkoord hebben afgesproken de focus te leggen op alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar, thuis op school, op de kinderopvang, in de wijk en bij de sportclub.
Lees hier de gedetailleerde afspraken uit het deelakkoord Vaardig in bewegen.
Wat is de stand van zaken nu?
In 2017 voldeden 56% van de kinderen (4 t/m 11 jaar) aan de beweegrichtlijnen. Spelen en bewegen is minder vanzelfsprekend geworden in het dagelijks leven van kinderen. Zo blijkt dat anno 2016 de meeste kinderen van 4 tot 11 jaar maar drie tot zeven uur per week buiten spelen. Ook blijkt uit meest recente Staat van het onderwijs van de Onderwijsinspectie dat de bewegingsvaardigheid van leerlingen in 2016 is afgenomen. Kortom: de afgelopen jaren is onze jeugd minder gaan bewegen en is zij minder motorisch vaardig geworden.
Wat gaat er gebeuren?
- Een publiekscampagne om de beweegrichtlijn bij iedereen bekend te maken.
- In elke gemeente komt een beweegprogramma voor kinderen onder de 6 jaar.
- Het Jeugdfonds Sport en Cultuur verlaagt de leeftijdsgrens van 4 naar 2 jaar. Hierdoor kunnen ouders financiële ondersteuning krijgen om kinderen vanaf 2 jaar te laten sporten.
Gemaakte afspraken zijn:
Motorische vaardigheid
Partners slaan de handen ineen om de motorische vaardigheid (inclusief zwemvaardigheid) van de jeugd te verbeteren. Dat gaat via een integrale benadering, waarbij inspanning nodig is op alle domeinen waarin het kind zich beweegt. In dat licht zetten partijen de komende jaren in op onder andere een integrale curriculumherziening van het primair en voortgezet onderwijs ten aanzien van het leergebied sport en bewegen. Ook komt er aandacht voor beweegprogramma’s voor de kinderopvang, voor ouders, voor het onderwijs, voor de sportclubs en voor gebruik in de wijk.
Beweegrichtlijn
De betrokken partijen zetten zich de komende jaren in om het bewustzijn en de kennis over de nieuwe beweegrichtlijn te vergroten. Streven is dat over een paar jaar zowel ouders, en professionals in de zorg, het sociale domein en in het onderwijs de beweegrichtlijn kennen en toepassen. De beweegrichtlijn moeten dan net zo bekend zijn als ‘de schijf van vijf’.
Sportdeelname
Belangrijke afspraak is het vergroten van plezier in sporten van kinderen tot 12 jaar, zodat ze blijven sporten. Met aandacht voor kinderen in aandachtswijken. Daarbij kijkt het sportakkoord ook naar sportdeelname van kinderen tussen de 12 en 18 jaar. Het streven is daarbij dat ieder kind in zijn vrije tijd minimaal één keer in de week onder begeleiding sport. Plezier in sport en afwisseling tussen sporten dient daarbij centraal te staan.
Bewustzijn ouders en verzorgers
De primaire verantwoordelijkheid voor het voldoende bewegen en motorisch vaardig worden van kinderen ligt bij de ouders en verzorgers. In de voorlichting en ondersteuning van ouders is nog werk aan de winkel en zet het sportakkoord in op bijvoorbeeld meer kennis over de motorische ontwikkeling voor kinderen tot 6 jaar en verkennen of consultatiebureaus meer ondersteuning kunnen bieden.
Monitoring
Om in 2021 te kunnen meten in hoeverre de afspraken uit dit deelakkoord zijn gerealiseerd, hebben de partners ook afgesproken wat ze gaan meten. Denk aan het percentage kinderen ouder dan 4 jaar dat voldoet aan de beweegnorm, maar ook het percentage scholen waar bewegen is opgenomen in het leerlingvolgsysteem.
Het Sportakkoord is op 29 juni 2018 officieel ondertekend. Vanaf 1 januari 2019 start de uitvoering van het Sportakkoord en de bijbehorende deelakkoorden.