Alles over sport logo

5 tips om sportief gedrag te stimuleren

Sport is het leukst wanneer iedereen met een sportieve houding op het veld staat. Winnaar, verliezer, ouder, coach, kind: iedereen heeft hier een rol in.

Als ouder word je soms meegesleept door het spel en sta je misschien wel iets te fanatiek langs de lijn. Ook voor kinderen kan het moeilijk zijn om sportief te blijven, zeker wanneer de wedstrijd niet verloopt zoals ze hadden gewild. Ze kunnen het dan moeilijk vinden om hun frustratie onder controle te houden.

Winnen en verliezen

Het winnende team schept op over hun overwinning, terwijl een paar leden van het verliezende team boos hun schoenen naar de andere kant van het veld smijten en anderen fel protesteren tegen de scheidsrechter en coach.

Het is zonde van de sfeer van de wedstrijd, waarbij uiteindelijk niet alles draait om winnen of verliezen, en is ook voor de kinderen zelf en de ouders vaak niet leuk. Maar hoe kan je sportief gedrag het beste stimuleren en onsportief gedrag dus ontmoedigen?

  1. Geef het goede voorbeeld
    Kinderen kopiëren veel van jouw gedrag. Dus als jij met grote gebaren langs de lijn staat, is de kans groot dat zij op het veld hetzelfde doen. Er zullen vast keren zijn dat de coach naar jouw idee de verkeerde beslissing maakt of het andere team iets doet dat niet in de haak is. Toch is het aan te raden om, zolang je kind hier niet echt last van heeft, dit gewoon naast je neer te leggen. Het is en blijft een vriendschappelijke wedstrijd of training.
  2. Complimenteer
    Of ze de wedstrijd hebben gewonnen of verloren, complimenteer je kind na afloop op zijn of haar spel en inzet. De wedstrijd uitslag is al snel vergeten als je jouw kind ervan bewust maakt dat het goed gespeeld heeft.
  3. Zeg iets over onsportief gedrag
    Natuurlijk helpt het wanneer je je kind op onsportief gedrag wijst en uitlegt hoe het beter met een bepaalde situatie om kan gaan, maar ook andere ouders hebben soms een onjuiste instelling. Zeg hier, zonder zelf fel uit de hoek te komen, iets over, bijvoorbeeld in het kader van de kinderen en het negatieve effect dat een degelijke instelling op hen kan hebben.Het spel is uiteindelijk altijd van de kinderen en zij moeten tevreden van het veld af lopen, ongeacht wat wij als ouders van de wedstrijd vonden.
  4. Werk met de coach, niet tegen
    De coach is niet voor niets coach geworden en zal het grootste deel van de tijd goed weten wat hij of zij doet. Probeer de coach daarom te ondersteunen in beslissingen en niet tegen te spreken, tenzij je bezorgd bent om de veiligheid van jouw kind of een andere speler natuurlijk. Ben je het echt niet eens met een beslissing en heb je het idee dat een dergelijk voorval vaker voorkomt? Bespreek dit dan niet tijdens de wedstrijd, maar schiet de coach op een ander moment apart aan.
  5. Verantwoordelijkheid moet je leren
    Zeker in teamsporten is het belangrijk dat er op je kind gerekend kan worden. Zomaar een training of zeker een wedstrijd niet op komen dagen, kan dan niet, maar dat moet je kind leren. Leg hem of haar daarom uit wat de consequenties zijn van bepaald gedrag, niet alleen voor je kind zelf, maar ook zeker voor de rest van het team.

Foto: Leonid Mamchenkov


Artikelen uitgelicht


Vitale sportsector
Kinderen
public
tips
pedagogisch sportklimaat, veilige sportomgeving