Alles over sport logo

Stel behoefte van jongeren centraal in begeleiding naar arbeidsparticipatie

Marian ter Haar analyseerde en beschreef de uitkomsten van Europees onderzoek naar ‘De bijdrage van sport aan de inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt’. Het onderzoek levert vijf bouwstenen op voor het handelen van professionals binnen gemeenten, sportaanbieders en onderzoek. Belangrijke lessen voor sport als onderdeel van een traject gericht op arbeidsparticipatie van jongeren: Sluit aan bij de ontwikkelbehoefte van de deelnemers, met een beredeneerde begeleiding, via een vooropgezet plan met doordachte interacties in nauwe samenwerking met andere professionals.

Kijk naar de deelnemers, zet hen centraal

Het vertrekpunt in een succesvolle aanpak is niet de sport maar dat zijn de deelnemers en wat hen drijft. Wat zij willen en kunnen is de basis van de reflectie en het leren door een programma. Dat is een lastige kanteling voor de sport. Een algemene bevinding uit het onderzoek is dat de sportsector zich daarin verder moet professionaliseren. Daarmee kan zij beter bijdragen met sport aan de verbeterde maatschappelijke participatie van jongeren.

Samenwerking helpt

Een andere bevinding is dat institutionele verbindingen tussen sport, zorg en welzijn veelal ontbreken. De sport neemt niet vaak het initiatief om verbinding en expertise uit andere domeinen actief op te zoeken. Toch lijkt dit nodig om het hele traject goed te kunnen coachen. Stel de motivatie en mogelijkheden van de jongere centraal, richt het leerproces daarop in en werk samen met organisaties die ervaring hebben met zorg en welzijn. Deze verbanden zijn noodzakelijk om integrale samenwerking op het gebied van toeleiding naar werk of school te borgen in lokale netwerken met lokale expertise.

Door deze stappen krijgt succes een beredeneerde begeleiding met een vooropgezet plan met doordachte interacties en berust de effectiviteit minder op toeval zoals nu volgens de onderzoekers het geval is.

Europees onderzoek

Nederland staat niet alleen in haar zoektocht naar de bevordering van de maatschappelijke participatie van achterblijvers en met name die van achterblijvende jongeren. Een vraagstuk waarin gemeenten tegenwoordig een grote opdracht hebben, door de decentralisatie van beleid rondom werk, inkomen en burgerparticipatie.

De kloof tussen lager en hoger opgeleiden, tussen gevestigden en nieuwkomers, tussen seculiere en religieus georiënteerde jongeren en tussen jong en oud is zorgelijk. Dat is niet alleen in Nederland zo. Daarom heeft de Europeese commissie, in het kader van het strategische plan 2020, onderzoek laten doen naar de bijdrage van sport aan de arbeidsparticipatie van kansarme jongeren in Europa. Deze studie is bedoeld te achterhalen welke sleutelcomponenten zorgen dat sport de effectiviteit van re-integratieprogramma’s verhoogt (voor het volledige onderzoek: Study on the contribution of sport to the employability of young people in the context of the Europe 2020 strategy )

5 bouwstenen

Het Europese onderzoek is gedaan op basis van case studies, literatuuronderzoek en het onderzoek naar hun beleidscontext. Op basis daarvan hebben de onderzoekers een ‘Programmatheorie voor sport inzet bij re-integratie’ en deze geconstrueerd met onderstaande vijf bouwstenen voor het handelen. Ze laten de samenhang tussen de sleutelaspecten zien:

  1. Begeleiding vanuit de wensen en groeimogelijkheden van jongeren
  2. Begeleiding met oog op veilige, stimulerende omgeving voor vertrouwensrelaties
  3. Begeleiding gericht op richting in toeleiding naar werk of school
  4. Coaching op talent
  5. Werk of school met blijvende ondersteuning

Belangrijke lessen voor sport als onderdeel van een traject gericht op arbeidsparticipatie van jongeren: Sluit aan bij de onwikkelbehoefte van de deelnemers, met een beredeneerde begeleiding, via een vooropgezet plan met doordachte interacties in nauwe samenwerking met andere professionals. Hieronder een duiding van de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek.

Sport als afgestemd onderdeel van toeleidingsprogramma

Sport dient enerzijds om jongeren te verleiden tot deelname aan een traject naar maatschappelijke participatie.Tegelijkertijd wordt sport benut om met jongeren te werken aan competenties die hen aantrekkelijk maken voor aanbieders van werk. Bij het verleiden van jongeren met sport geldt hoe dichter je aansluit bij wat jongeren zelf aantrekkelijk vinden hoe beter het is. Voor de sport geldt dat niet het spel of de tak van sport het vertrekpunt is maar de jongere en hoe sport hen verder helpt bij terugkeer naar school of het verkrijgen van werk. De relatie met een toeleidingsprogramma is cruciaal, een willekeurig sportprogramma is onvoldoende om daadwerkelijk effect te hebben op een verbeterde uitgangspositie op de arbeidsmarkt. Soms is het toeleiden iets wat ‘verstopt’ zit in het aanbod. Het vraagt goed doordenken van het aanbod zodat sport kan bijdragen aan de beoogde gedragsverandering of de competentieontwikkeling.

Assessment geeft richting aan leerproces

Het afnemen van een assesment is een mooi instrument om de jongeren te helpen richting te geven aan hun eigen leerproces. Dergelijke assesments zijn idealiter gekoppeld aan individuele leerplannen. Het stimuleert de reflectie op zichzelf en hun gedrag in de groep. Dat geeft stevigheid aan de interventie, omdat het de coach richting geeft in de ontwikkelpotentie van de jongeren. Het dient als meetlat voor de stappen die in het sporttraject gezet gaan worden. Veel van de huidige interventies werken zonder intensieve assesments en daardoor hebben sportbegeleiders minder houvast voor hun handelen.

Sport gericht op het ontwikkelen van specifieke competenties

Twee begrippen komen steeds terug, dat zijn de hard skills en de soft skills. Het eerste begrip staat voor instrumentele vaardigheden die helpen de taak naar behoren uit te voeren. Het gaat om de technieken en de handelingen die men moet kennen en kunnen. De tweede categorie vaardigheden zijn de soft skills die vaak te maken hebben met iemands persoonlijkheid. Tot de soft skills rekent men zaken als teamwerk, betrouwbaarheid en planning, motivatie, presentatie, flexibiliteit enzovoorts. Sport wordt vaak positief geassocieerd met de ontwikkeling van soft skills. Sporten stijgt uit boven ontspanning en plezier. De onderzoekers noemen dit de ‘Plus van de sport’: sport als middel om verbindingen te realiseren en daarmee nuttige, sociale- en vakgebonden vaardigheden te ontwikkelen. Sport met aandacht voor specifieke activiteiten die het leren van competenties met het oog op effectieve participatie stimuleren. Als je bijvoorbeeld de competentie ‘samenwerken’ wilt ontwikkelen, kun je gerichte sport- en spel-oefeningen inzetten die samenwerking vereisen. Deze aanpak vraagt om samenwerking van verschillende experts en organisaties die zich bezighouden met toeleiding èn het toerusten van jongeren. Dat is de basis voor een geslaagde deelname aan de arbeidsmarkt.

Op individu gerichte programmatische aanpak

Sport wordt ingezet voor het ‘eigen’ maken van de soft skills. Echter, volgens de onderzoekers, is er weinig bewijs dat de sport succesvol bijdraagt aan het ontwikkelen ervan. Dat komt omdat er nog te weinig programmatisch gewerkt wordt met op individuele leest geschoeide programma’s op basis van assessments. Het bewust inzetten van sport in het realiseren van competentie ontwikkeling bij deelnemers gebeurt nog te weinig methodisch en systematisch. De onderzoekers zijn van mening dat toeleidingsprogramma’s een ‘Sport Plus’ karakter nodig hebben om effectief te kunnen zijn. Bij een Sport Plus aanbod wordt sport systematisch en methodisch doordacht gebruikt om positieve sociale relaties en bepaalde sociale vaardigheden te ontwikkelen. Daarnaast is het belangrijk om de ontwikkelde skills te kunnen omschrijven en waarderen. De competenties die door de sport vormgegeven aanpak ontwikkeld worden moeten aansluiten bij bestaande beroeps- of competentieprofielen in termen van kwalificaties en (deel) certificaten.

Tijdig introduceren in werkervaringsplaatsen

Het is belangrijk de deelnemers tijdig te introduceren in werkervaringsplaatsen zodat zij en hun begeleiders een idee ontwikkelen over de competenties die daar gewenst zijn. De sportcontext is ook een geschikte omgeving om allerlei taken en rollen die niet direct sport gerelateerd zijn te oefenen. Denk aan taken in de horeca, het beheer en onderhoud van het complex, de administratieve organisatie en het gebruik van nieuwe media vanuit de vereniging. Vrijwilligerswerk kan helpen de organisatorische vaardigheden, verbeterde waargenomen self-efficacy, zelfmanagement en communicatieve vaardigheden te vergroten.

Daarnaast helpt de deelname aan het verenigingsverband het persoonlijke netwerk uit te breiden. Bovendien kunnen leden uit dat netwerk ook leer- en werkervaringsplekken bieden.

Aanpakken met een employability-focus leggen de nadruk op de ontwikkeling van voor inzetbaarheid relevante soft skills. Dat betekent: self-efficacy; communicatieve vaardigheden; conflictbeheer; probleemoplossing; leiderschapskwaliteiten; focus en ambitie.

Inspiratiebron voor professionalisering

Het Europees onderzoek is een inspiratiebron voor de professionalisering van de rol van sport bij arbeidsparticipatie. In dit artikel destilleerde Marian ter Haar enkele belangrijke lessen voor professionals binnen gemeenten, sportaanbieders en onderzoek. Een uitgebreide Nederlandstalige samenvatting en duiding van het onderzoek is beschikbaar.

Lees meer:


Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
Jongeren
professional
feiten en cijfers
kwetsbaarheid, lage inkomens