Alles over sport logo

Opbrengst van 5 jaar sportonderzoek, en hoe nu verder?

Wat heeft 5 jaar sportonderzoek opgeleverd voor de (sport)praktijk? Samenwerkingspartners ZonMw en NWO bundelde de resultaten in een digitaal magazine. We delen 3 bijzondere opbrengsten. Ook blikken we vooruit naar nieuw sportonderzoek.

Onderzoeksprogramma Sport

In het Onderzoeksprogramma Sport (2012-2017), dat door NWO en ZonMw gezamenlijk is uitgevoerd, hebben 25 projecten veel kennis en bruikbare producten en innovaties opgeleverd. Doel van het programma was het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van (top)sport en bewegen te versterken. En zodoende kwalitatief hoogwaardige en duurzame kennis op te bouwen én in te zetten voor de praktijk. Drie thema’s stonden centraal: Vitaal, Meedoen en Presteren.

Voorbeeld Vitaal: Kracht van kracht

Kracht van kracht spreekt jongeren met overgewicht aan op wat juist zíj in huis hebben: meer spiermassa en dus ook meer kracht. De ervaringen in de praktijk zijn positief. Ook zwaardere leerlingen krijgen weer plezier in bewegen. “We focussen niet op gewicht of afvallen, maar juist op gezonder worden, op een betere verhouding tussen vet en spiermassa. Alle jongeren doen mee, dus is er geen stigma.” Dat zegt Gill ten Hoor, initiatiefnemer van Kracht van kracht. “Jongeren met overgewicht zijn over het algemeen sterker. Terwijl minder zware leerlingen bijvoorbeeld gewaardeerd worden om hun snelheid, kan deze groep trots zijn op hun kracht. Zo kan iedereen meedoen.”

Voorbeeld Meedoen: Bewegend leren

Er wordt al langer over gespeculeerd dat meer bewegen met de klas ook de leerprestaties kan verbeteren. Maar wetenschappelijke bewijzen ontbraken. Onderzoeker Amika Singh: “In ons onderzoek vergeleken we – bijvoorbeeld – kinderen die ’s ochtends twee keer 20 minuten bewogen, met kinderen die één keer bewogen of zelfs de hele ochtend stil zaten. Na twee keer een sessie met intensieve beweegactiviteiten konden kinderen zich beter concentreren.” De meeste onderzoeken naar de effecten van bewegen op leerprestaties vinden net als deze studie kleine, maar positieve effecten.

Voorbeeld Presteren: Sneller door bubbels

Wie zwemt of roeit zet zich af tegen het water. Maar elke afzet creëert ook wervelstromen in datzelfde water. Hoe kun je op of over het water gaan en daarbij vooral voorwaartse kracht genereren? De hydrodynamica biedt antwoorden. Als een zwemmer (of roeier) zich afzet tegen het water, komt niet alleen de zwemmer (of de boot) in beweging, maar onvermijdelijk ook het water zelf. Wat is nu de meest efficiënte afzet? Onderzoeker Peter Beek: “Je moet de vermogensverliezen aan het water zo klein mogelijk houden. Met onderzoek kun je de stroming rond een zwemmer in beeld brengen. Bij welke bewegingen is de voorstuwing optimaal?” In InnoSportLab De Tongelreep in Eindhoven laat een speciale installatie luchtbelletjes uit de bodem opstijgen. Door met onderwatercamera’s de beweging van die belletjes te registreren, kun je heel precies de stromingen rond de zwemmer waarnemen.

Toekomstig sportonderzoek: meer ruimte voor de praktijk

Inmiddels is het Onderzoeksprogramma Sport en Bewegen 2017-2020 van start gegaan. Het biedt net als de Nationale Wetenschapsagenda volop kansen voor onderzoek op het terrein van sport en bewegen. Het nieuwe programma staat voor de spannende opdracht om het onderzoek meer multidisciplinair aan te pakken, en om het gebruik van de opbrengsten sterker te stimuleren. De uitdaging daarbij is om de kennisvragen van de praktijk nog beter op te halen en de uiteindelijke gebruikers van de kennis beter bij het programma te betrekken. Zij zouden bijvoorbeeld een rol kunnen spelen bij de prioritering en beoordeling van onderzoek. Ook bij de uitvoering van onderzoek krijgen de kennisgebruikers een grotere rol, bijvoorbeeld in klankbord- en gebruikersgroepen.

Meer informatie


Thema

Onderwerpen

Artikelen uitgelicht


Beleid
professional
feiten en cijfers
beleidsontwikkelingen