Verschillen in opleiding en sportdeelname
Hoe hoger de opleiding, hoe vaker iemand sport, blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. Hoe zien die verschillen eruit? En wat zijn belemmeringen voor mensen met een laag inkomen?
Bijna driekwart van de hoger opgeleiden (68%) sport wekelijks (2011-2015). Dit was bij de vorige meting van Mulier (2001-2005) 63 procent. Hoger opgeleiden zijn dus meer gaan sporten. Bij lager opgeleiden (35% sport wekelijks) en middelbaar opgeleiden (52%) is de sportdeelname nauwelijks veranderd.

Uit het onderzoek blijkt verder dat:
- De verschillen tussen hoger en lager opgeleiden het grootst zijn in gemeenten met meer dan 300.000 inwoners, zoals de grote steden: 71% hoger opgeleiden sport wekelijks versus 29% lager opgeleiden.
- Oudere hoger opgeleiden sporten wekelijk meer (56%) dan lager opgeleide jongeren (39%).
- Hoger opgeleide niet-westerse migranten sporten wekelijks meer (57%) dan lager opgeleiden autochtonen (35%).
Wat belemmert lager opgeleiden om te sporten
Het RIVM deed voor verschillende doelgroepen onderzoek naar motieven en belemmeringen om te sporten of bewegen. Voor de groep met een lage sociaal economische status gelden onder andere de volgende redenen.
- Allereerst heeft deze groep minder geld te besteden.
- Niet alle mensen met een lage SES hebben voldoende kennis over een gezonde leefstijl en over de gezondheidsvoordelen van bewegen.
- Ook is deze groep vaak niet opgevoed met sport en heeft daar dus weinig ervaring mee of rolmodellen voor.
Meer lezen
- Lees hier waarom sport nog steeds vooral voor de elite is
- Lees meer over de relatie tussen armoede en sport, vooral bij de jeugd
- Bekijk hier alle cijfers over sportdeelname in Nederland
Trefwoorden:
Praat mee
Wat is jouw mening over of ervaring met dit onderwerp? Of heb je een specifieke vraag?
Laat hieronder een reactie achter en ga in gesprek.