Alles over sport logo

Veranderende rol gemeenten: praktijkvoorbeeld Emmen

Ontwikkelingen in de samenleving vragen de gemeente om een andere manier van werken. Waarbij het niet langer logisch is dat de gemeente opdrachtgever is en resultaten bewaakt. Maar een manier van werken die ‘samen’ ademt en gaat over bijdragen aan gedeelde lokale ambities. In dit artikel beschrijven we hoe de afdeling Sport in de gemeente Emmen invulling geeft aan die nieuwe rol. Aan de hand van de nieuwe kadernota Sportief bewegen vertelt Simon Henk Luimstra – destijds beleidsadviseur sociaal domein – hoe dit proces bij hen verlopen is en waar zij nu staan.

In 2016 legde Emmen de basis voor het gebiedsgericht organiseren en uitvoeren van de dienstverlening in het sociale domein. Een belangrijke ontwikkeling die ook de sport én het werk van de beleidsadviseur sport raakt. Sport kan immers een belangrijke bijdrage leveren aan maatschappelijke vraagstukken in wijken. De dienstverlening moet dan wel dichtbij – en samen met – de inwoners worden georganiseerd. Dat vraagt om nog meer lokaal partnerschap met bewoners, vrijwilligersorganisaties en zorg- en welzijnsaanbieders.

Sport- en beweegbeleid

Als beleidsmaker is het belangrijk om te weten waar je rekening mee moet houden. Lees daarom ook het artikel: ‘Alles wat gemeenten moeten weten over de Sport Toekomstverkenning’

Lees artikel

Gemeente als medespeler in het lokale theater

Vanuit de decentralisatie opdracht probeert gemeente Emmen oplossingen in het sociale domein niet vanuit de verschillende kolommen te benaderen, maar dit in samenwerking en samenspraak met bewoners en partners te organiseren. De gemeente vervult daarbij steeds een andere rol, die aansluit bij het specifieke vraagstuk. Soms een rol als ‘meespeeltheater regisseur’, soms als verbinder en soms als inhoudelijk expert.

Luimstra: “Als oud-beleidsmedewerker sport werd ik gevraagd om de nieuwe kadernota Sport te schrijven. Voor mij een prachtige kans om een integraal én interactief proces in te richten. Daarin zag ik voor de gemeente vooral een rol als ‘regisseur in een meespeeltheater’. Daarmee bedoel ik dat je als overheid samen met lokale partners en bewoners bepaalt welke uitdagingen je eerst oppakt en hoe je dat samen gaat doen. Meespelen betekent dat je niet zelf bepaalt hoe je het sportieve domein vormgeeft. In deze rol ben je als gemeente vooral aan het schakelen, vernieuwen en faciliteren om partijen, belangen en mogelijkheden aan elkaar te verbinden.”

Een veranderproces op gang brengen

Luimstra: “Ik nam mij voor dat het traject een mix zou worden tussen projectmatig denken enerzijds, om de kadernota voor elkaar te krijgen. En een veranderproces anderzijds, om de uitvoerende sportafdeling mee te nemen in het denken vanuit de samenleving.” Hij legt uit welke ervaring hij meebracht. “Vanuit de gemeente was ik gastlid bij het lectoraat Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie, dat samenwerken in nieuwe verhoudingen tussen bewoners en (ambtelijke) professionals verkent. Deze ervaring hielp mij om in Emmen een beweging op gang te brengen op basis van gewenste maatschappelijke effecten. En dus niet gericht op SMART geformuleerde doelen. Dat vraagt om loslaten en vertrouwen geven op bestuurlijk, ambtelijk en uitvoerend niveau. Elke reis van 100 kilometer begint bij de eerste stap.”

Werken aan een gezamenlijk geformuleerd perspectief

Luimstra licht zijn veranderaanpak verder toe: “Als je met veel partijen met wisselende belangen probeert de lokale sportieve wereld te verbeteren, besef je dat de wereld slecht maakbaar is. Daarom kozen we in Emmen juist niet voor een strakke projectmatige aanpak. Het gaat om samen op weg gaan, samen de richting min of meer bepalen. We geloven als gemeente dat het rendement oplevert als je aansluit bij bestaande lokale initiatieven. En dat je die waar nodig versterkt, verrijkt of verdiept. Dat staat haaks op begrippen als ‘generiek’ en ‘uitrollen’. Als iedereen echter doet wat hij wil en dat toch richt op een gezamenlijk geformuleerd perspectief, dan weet je dat het effect krijgt. Je weet niet wat je precies gaat bereiken, ook niet het precieze moment van wanneer het ‘af’ is. Maar je weet wel dat partners bij gaan dragen. Niet omdat wij hen als gemeente aansturen of een opdracht geven. Nee, juist omdat ze dat zelf willen. Daar zit de kracht.”

Aanpak op bestuurlijk en ambtelijk niveau

Luimstra vertelt over de opdrachtverkenning: “Als ambtelijk opdrachtgever kreeg ik de afdelingsmanager Sport en de wethouder Sport werd de coördinerend bestuurder. Dit hebben we eerst verkend. Voor mij was het ook bespreekbaar dat de afdelingsmanager Ontwikkeling en Beleid de ambtelijk opdrachtgever zou worden. Het beoogde proces was immers integraal.” Emmen wilde op een integrale wijze op zoek naar:

  • overeenstemming over het doel en de inhoud van de nota (een vermenging van proces en programma-aanpak);
  • het toewerken naar een concreet resultaat (projectaanpak);
  • draagvlak vanuit een grote meerderheid uit de raad (wens bestuurder).

Van sport als doel naar sport als middel

“Door gesprekken met de portefeuillehouders Zorg & Welzijn, Onderwijs en Jeugdzorg en verschillende collegeleden werd het idee ‘sport als doel’ in de kadernota deels losgelaten”, vertelt Luimstra. Als onderhandelingsresultaat tussen college en ambtelijk opdrachtgever werd de wens uitgesproken een duidelijke link in de sportnota te leggen met:

  1. het bevorderen van (zelf)redzaamheid van inwoners;
  2. het versterken van wijk- en dorpsinitiatieven;
  3. het bijdragen aan een gezonde samenleving;
  4. het versterken van de pedagogische kracht van wijken en dorpen om vermijdbare (jeugd)zorgkosten te reduceren.

Uitdaging voor houding en gedrag

De duidelijke link met maatschappelijke effecten bracht direct het vraagstuk mee rond houding en gedrag. Luimstra legt uit: “Vanuit de sport denken we van oudsher vooral aan resultaten. Hoe krijgen we voor elkaar dat we gaan denken en werken vanuit maatschappelijke effecten?” Luimstra richtte een projectteam in om in dit vraagstuk mee te denken. Dit deed hij op basis van persoonlijke interesse en niet op functie of hiërarchie. De leden namen op persoonlijke titel deel. “In de samenstelling heb ik bewust ook een criticaster gevraagd. Want voor je het weet komt ons sporthart te veel boven. Vaak zijn we te veel liefhebber om breed te blijven kijken.”

“We geloven als gemeente dat het rendement oplevert als je aansluit bij bestaande lokale initiatieven.”

Het projectteam in Emmen bestond uit: twee buurtsportcoaches (nieuwsgierig naar het beleidsproces), een procesbegeleider en tevens oud-sportbestuurder, de teamleider van de afdeling sport, een sportmakelaar, de bedrijfsadviseur van afdeling sport (cijfermatige en financiële kant) en een universitair stagiaire vanuit de GGD (en tevens inwoner van de gemeente). Een zeer gemengd gezelschap dat wekelijks een half dagdeel bij elkaar kwam. Incidenteel – op verzoek – sloot een communicatiemedewerker aan.

Twee voorbeelden van bijsturen tijdens het proces

Luimstra: “In het proces dat wij vormgaven ontstonden een paar cruciale wendingen die grote invloed kregen op de inhoud van de nota. Door een (oud-)sportbestuurder werd ons de spiegel voorgehouden dat het accent te veel lag op gemeentelijke uitdagingen en voorbij ging aan de problemen van sportverenigingen. Dat was even slikken, omdat we oprecht dachten zoveel mogelijk belangen te dienen. Bijstellen dus.”

“Een andere wending kwam na een grote bijeenkomst ‘Verkennen Verbinding Informele Jeugdzorg en Professionele Jeugdzorg’. Daar ontstond het idee om om vanuit professionele jeugdzorgorganisaties kennis en personele inzet beschikbaar te stellen (twee jaar lang 4 uur per week) voor sportverenigingen die dat willen. Zodat sportverenigingen hun rol kunnen spelen als informele jeugdzorg. Wat een mooie uitkomst van de bijeenkomst.”

“Niet alles wat we bedachten werd natuurlijk een succes. Zo zagen betrokken partijen (gemeentelijke afdelingen en sportverenigingen) op korte termijn geen mogelijkheden om ideeën rond het aansluiten bij participatie en een zogenaamd ‘werkplein’ gezamenlijk vorm te geven. Ook wij moeten dan loslaten.”

Organisatiewijziging binnen afdeling Sport

Het proces leidde ook tot een organisatiewijziging binnen de afdeling Sport. “Gemeente Emmen is gebiedsgericht georganiseerd voor teams en afdelingen die contact hebben met de samenleving. In de zes gebieden komen drie centrale thema’s terug: gezondheid, armoede en sociale cohesie. Afdeling sport werkte echter vanuit een kwadrantenverdeling. Per kwadrant werden drie buurtsportcoaches ingezet die elkaar indien zo nodig konden vervangen en samen konden sparren.” In het proces rond de kadernota is de vraag gesteld of dit wel verstandig was.”

“Het streven is dat Emmen stapje voor stapje een gezonde en sportieve gemeente wordt, waarbij iedereen ‘active for life’ kan zijn.”

Na een intensief en voor sommigen emotioneel proces is ervoor gekozen om de buurtsportcoaches aan te laten sluiten bij de organisatie van de zes gebieden. Luimstra: “Daar sluiten zij nu aan bij bestaande teams van buurtwerkers, WMO-consulenten en gebiedscoördinatoren. Ze sparren nu integraal en interdisciplinair in een behapbare regio. Het aantal actoren en het bestaande krachtenveld is daardoor relatief overzichtelijk, waardoor we beter kunnen aansluiten bij de vraag en maatwerk mogelijk wordt. De buurtsportcoaches vinden hun nieuwe rol als ‘meespeelregisseur’ nog wel spannend en onwennig. Een dergelijk proces is en blijft zoeken en dat is niet erg, zolang we maar met elkaar in gesprek blijven en open staan om te leren van onze ervaringen.”

En dan: de kadernota

Uiteindelijk is de Kadernota Sportief Bewegen geschreven. Daarmee levert de gemeente een bijdrage aan een taai probleem, namelijk het verkleinen van gezondheidsverschillen. “Het streven is dat Emmen stapje voor stapje een gezonde en sportieve gemeente wordt, waarbij iedereen ‘active for life’ kan zijn”, vertelt Luimstra. In het kort komt het erop neer dat de gemeente de kracht van sportief bewegen gebruikt om:

  • iedereen die dat wil de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan natuurlijk bewegen, sportieve bewegingsactiviteiten, sport of topsport;
  • bij te dragen aan een gezonde samenleving;
  • de opvoedkracht van wijken en dorpen die dat willen te versterken;
  • sportverenigingen die dat willen zich te laten ontwikkelen tot samenlevingspartner.

“De kadernota biedt ruimte aan zelfregie als recht en niet als plicht”, benadrukt Luimstra. “We sluiten aan bij bestaande energie om verder te ontwikkelen. Het wordt ook in Emmen steeds duidelijker dat welzijn, gezondheid, opvoedkunde en natuurlijk en sportief bewegen dusdanig met elkaar verweven zijn, dat een integrale aanpak loont. De raad heeft de kadernota unaniem aangenomen met veel lof over het gevoerde proces”, vertelt Luimstra trots.

Tips van Luimstra voor andere beleidsadviseurs

  • Neem de tijd om je opdracht in een zo breed mogelijke context te bekijken. Wees niet te snel tevreden bij jouw idee van de opdracht. Verbind maatschappelijke uitdagingen en koppel problemen. Kies bewust een proces-, programma-, of projectaanpak met bijbehorende logica.
  • Definieer gebruikte termen en gebruik theoretische inzichten om geen onzin te beschrijven (bijvoorbeeld: verbeteren bewegingsonderwijs om overgewicht tegen te gaan).
  • Verbind jezelf emotioneel aan het proces en wil ervan leren.
  • Ga voor samen opgestelde maatschappelijke effecten.
  • Kies bewust een rol in eigen organisatie en samenleving.
  • Kies bewust teamleden op eigen interesse en toegevoegde waarde en kies bewust je need-to-have stakeholders. Verbind belangen.
  • Luister, luister, luister en vraag door.
  • Maak van interactieve bijeenkomsten een feestje.

Meer lezen


Thema

Onderwerpen

Artikelen uitgelicht


Beleid
professional
praktijkvoorbeeld
beleidsontwikkelingen