Alles over sport logo

Peutervoetbal is samen bewegen en plezier maken met een bal

Tegenwoordig zijn er veel speelse programma’s voor peuters ter voorbereiding op het ‘echte’ sporten. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor peutervoetbal. Maar wat doet je kleintje nu eigenlijk tijdens zo’n les? We vroegen het aan trainer Karst van Keijzerswaard van een voetbalvereniging uit Rosmalen.

In het voorjaar van 2013 startte voetbalvereniging OJC Rosmalen met peutervoetbal, ‘voetbal’ voor kinderen van 2,5 tot en met 4 jaar. Karst van Keijzerswaard is sinds januari 2014 de trainer van deze jongste groep voetballertjes. Hij is afgestudeerd als onderwijskundige en studeert momenteel aan de PABO. Daarnaast gaf hij eerder voetbaltraining aan de kinderen vanaf 5 jaar. Kortom: een ervaren trainer met pedagogische kennis. Hij vertelt over zijn ervaringen met deze jongste voetbalgroep.

‘Trainen met zulke jonge kinderen vind ik een uitdaging,’ zegt Karst. ‘Ze hebben zo’n korte concentratieboog, dus de trainingsvormen duren maar zo’n vijf minuten. Als er dan niets nieuws komt, gaan ze zelf wel op zoek naar iets anders.’

Peutervoetbal: Bewegen met een bal

Plezier in het bewegen met een bal staat centraal bij peutervoetbal – een positieve ervaring opdoen met balsport. Een bal is natuurlijk ook een hartstikke interessant object voor jonge kinderen.

Lees ook

Peutersport

Karst: ‘Ik probeer in de spelvormen wat creativiteit en fantasie te gebruiken. De peuters gaan ‘op reis’ met de bal. Zo heb ik de kinderen laatst zogenaamd een auto laten besturen. Ze kregen een hoepel in hun handen, dat was het stuur. Daarna moesten ze al sturend naar het doel, met de bal aan de voet. Ongemerkt zijn ze dan aan het leren dribbelen.’

Op zichzelf

Peuters zijn vaak nog erg op zichzelf gericht. Ze spelen niet met elkaar, maar meer naast elkaar of bij elkaar. ‘In het begin vinden ze het ook nog best eng om de hand van papa of mama los te laten. Een paar trainingen later gaat dat vaak al beter en nu merk ik dat de kinderen de training ook zien als een veilige omgeving,’ vertelt Karst. ‘Dit krijg je voor elkaar door ze langzaam te laten wennen en het leuk te maken om met de bal bezig te zijn. Want ondanks dat de oefenvormen allemaal individueel zijn – naar elkaar overspelen kan bijvoorbeeld nog niet op die leeftijd – doen ze wel dingen samen als groep. Juichen voor een ander kindje bijvoorbeeld, als die heeft gescoord.’

Professional

Karst: ‘Ik leen veel uit de beweeglessen van de PABO. Hier zoek ik dan een oefening bij. Zo begin ik de training bijvoorbeeld met balanceren over de lijnen van het veld. Of ik doe een oefening waarbij het verschil tussen langzaam en snel bewegen naar voren komt. Ik ben me door mijn opleiding denk heel bewust van het feit dat kinderen op die leeftijd nog heel erg op zichzelf gericht zijn. Toch probeer ik ze na te laten denken over bijvoorbeeld wachten op elkaar en het helpen van elkaar.

Soms moet je ook weten wanneer je even moet stoppen met een training. Laatst kwam er bijvoorbeeld een helikopter overvliegen. Dat is dan even het belangrijkste voor die kinderen en daar moet je dan maar even aan toegeven.’


Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
Sportaanbieders
Jonge kinderen
Voetbal
public
praktijkvoorbeeld
in beweging brengen